X*
I
La
AB|C D
E F G H
J K L
^ro p
Q R S T
I 0
1’4
'IZ
!LS t
S - h
r
ft A ,f>
op de treeplank staan, voor ze
I
Zullen we ter gelegenheid van het jubileum van
De nieuwe huisknecht (tegen den butler, als hij den dokter in diens
limousine ziet vertrekken): „Hoe lang is de baas al ziek?”
De butler: „Dat weet ik niet precies, maar toen de dokter
eerst kwam, reed hij in een tweedehardsch Fordje!”
Zij„Maar George, je hebt met eens de gramophoon-
platen meegenomen
Hij„Neen. Die verwenschte gramophoon was al zwaar
genoeg zonder de platen I”
voor het
Zij: „Heb je al dien tijd noodig gehad om vaders toestemming te
krijgen voor onze verloving?”
Hij: „O neen! Maar hij kon den kurketrekker niet vinden!”
Agent (na de aanrijding! „Maar u w«*ot toch wel, dat
u haar de helft van den weg hadt behcoren te laten
Automobilist„Zeker, en ik had haar ook de helft gelaten,
als zij maar had geweten welke helft ze wilde hebben."
Scheidsrechte: „Eén, twee, drie, vier
Bokser: „Is die neger er nog?”
Scheidsrechter: „Natuurlijk!”
Bokser: „Tel dan maar door!”
Zij (fluisterend): „Gauw, Bert! Ga even f r’
allemaal terugkomenI Het zal dan net zijn, alsof het je eigen wagen is."
„zuilen we ter gelegenheid van het jubileum van onze
zaak iederen employé, die vijf jaar bij ons is, een grati
ficatie geven
„We kunnen beter zeggen tien jaar. Het is mogelijk, dat
er iemand vijf jaar bij ons is
Typiste „Ik kan de correspondentie met Taylor en Tonker
niet vinden, mijnheer
Directeur„Maar waar is die alphabetische loketkast
dan voor? Heb je op de T gekeken?”
T piste„T, mijnheer? Maar in de la van de T. berg ik
de thee en de theekopjes, mijnheer f’
i
ll, utivui munt
oir i
A
Kamerverhuurster„Dit is'de badkamer!"
Toekomstig huurster„Maar u adverteerde „Steeds warm
water”
Kamerverhuurster„Ja, ik heb altijd een ketel water
op staan
a
‘sas