^IIIIII^IOIEW ©IP OEN ©CIEAAN I ■je L u VROUWEN EN MEISJES UIT HET HIMALAYA-GEBERGTE IN HUN NATIONALE DRACHT. San Francisco nacht. In den opgewekte, na- uur zou men de en ,,En ik,” zoo besloot Harry Edwards, die tot nu toe in den derden persoon had verteld, „bleef aan dek en lachte hartelijk over de licht- geloovigheid van Heath! Ik had met de politie niets te maken. Aan den anderen kant was ik echter zeer trotsch op mezelf. Want begrijp goed: ik bracht met één slag drie goede dingen tot stand: Heath bekwam een mooie en goede vrouw, mijn zuster een rijken en uitstekenden man en ik veertigduizend dollar! Mijn zuster en ik hadden dat zaakje aardig in scène gezet, den dag haal- nietwaar?” u, dat ik onschuldig ben. Ik heb uur van onze vlucht aan den horizon die witte vlek? Dat is mijn jacht „De Hoop d.at ik tele grafisch heb laten komen. Zoodra we het ge naderd zijn, zal men ons een motorboot sturen. Die zal ons aan land brengen, niemand zal ons vinden en niemand zal ons meer scheiden. „John, ik weet niet wat het is, maar ik ben zoo zenuwachtig!" „Wees maar kalm, alles komt in orde!" Aan dek was het stil... In de verte hoorde men de jazz-band; reeds kwam de nacht en de maan spiegelde zich in zee. Op het achterdek bevond zich niemand. Hier wachtten John en Ellen bij de stalen buitentrap op het geschikte oogenblik. Toen de „Columbus” „De Hoop” genaderd was, maakte zich van het jacht plotseling een motorboot los, kliefde de golven en naderde het passagiersschip. De tijd om te handelen was gekomen. Reeds wilde John Heath de trap af gaan en Ellen helpen hem te volgen, toen „Halt! Ik arresteer u!” klonk een krachtige stem. Ze keken om. Voor hen stond de inspecteur met een revolver in de hand. De maan verlichtte zijn energiek gezicht. „Jawel,” herhaalde hij, „ik arresteer u wegens poging tot ontvluchting. Volg me of...” Heath hoorde het geluid van de stalen boeien, die de ander in zijn hand hield. De situatie was ellendip. Heath besloot echter alles op één kaart te zetten. Hij keek zijn tegen- stander kalm aan. „U zult wel weten,” zei hij, terwijl hij een chèqueboekje voor de, „dat evenals ieder voorwerp, ook de mensch zijn waarde bezit. Ik zie niet in, waarom wij onszelf lager dan voorwerpen zouden taxeeren. LI bijvoorbeeld heeft voor mij een waarde van tienduizend dollar „Uw poging om mij om te koopen zal ook u minstens een maand gevangenisstraf kosten.” luidde het antwoord. „Voelt u zich beleedigd, omdat ik u misschien te laag taxeer? U bevalt mij! Uw waarde is in mijn oogen tot twintigduizend dollar gestegen." Ondanks zijn rustig klinkende stem was Heath nerveus. Minuten verliepen. In de verte zag men reeds de lichten van den vuurtoren. De motorboot voer nog steeds aan bakboord. De inspecteur bleef echter onbewogen. In zijn rechter hand hield hij zijn revolver, in zijn linker hand de boeien. Het scheen alsof hij aan stalten wilde maken ze om de polsen van de mooie vrouw te sluiten. Heath was vastberaden. Hij keek Ellen aan en zag in haar oogen, dat zij volledig op hem vertrouwde... Tegenover de op zijn borst gerichte revolver was hij echter machteloos. Hij zou nog één poging doen. „Dertigduizend dollar,” fluisterde hij. „En beseft u, wat ik riskeer, indien ik beiden laat gaan?” Heath trilde; hij had in de stem van den ander de begeerte naar het geld gehoord. „Veertigduizend en tot ziens," zei Heath on geduldig en reikte den ander de chèque toe. Een begeerige hand strekte er zich naar uit. De almachtige dollar had opnieuw een zege be vochten! Een oogenblik later bracht de motorboot John en Ellen naar het geluk, dat als een kleine, zwarte streep aan den horizon zichtbaar was... T Tet kolossale passagiersschip „Columbus" I I bevond zich op weg van A A naar Honolulu. Het was eersten klasse-salon heerschte een vroolijke stemming. De cacophonische geluiden van den jazz-band drongen door de open staande deuren en bereikten de ooren van John Heath, die op dek rondwandelde, De bekende millionnair en sportsman was het luidruchtige gezelschap ontvlucht. Hij rookte een sigaret en dacht na over de schoone onbekende, die door haar innemendheid en het geheimzinnig waas, dat haar omgaf, van den eersten dag af zijn opmerkzaamheid had getrokken. Een zonderlinge gewaarwording had zich van John Heath meester gemaakt. Ofschoon hij de gedachte er aan verre van zich zette, had hij toch den indruk, verliefd te zijn. In ieder ge val deed haar aanblik hem kleuren als een H.B.S.-er. Het was voor de eerste maal in zijn leven, dat hij zich in een dergelijken toestand bevond. Ook scheen het hem. alsof de on bekende niet onverschillig was gebleven voor zijn bewonderende blikken! En dat maakte hem eerst recht verlegen en terughoudend! Hij durf de niet eens een gesprek met haar te beginnen uit angst een domheid te begaan! Uit deze overpeinzingen werd hij plotseling door het geluid van stemmen tot de werkelijk heid teruggebracht. Onder de brug voerden twee personen een gesprek. Onwillekeurig bleef hij staan. Een energieke mannestem scheen iets te verklaren, terwijl de stem van een vrouw vleiend antwoordde. Heath beefde. Het was haar stem. Voorzichtig sloop hij nader en luisterde verbaasd „Het spijt mij werkelijk, maar ik moet mijn plicht doen. Ik moet u arresteeren. Telegrafisch kreeg ik bericht, dat u onder verdenking staat. te hebben vermoord! Uw plotseling er niet toe bij, dien twijfel te schoonheid en goedheid en u kunt geen moorde nares zijnfluisterde hij. „Luister...” „Verklaar me niets,” zei hij feeder. „Nie mand is meer overtufgd dan ik, dat u onschuldig bent. Ik zal nooit toelaten, dat u gearresteerd wordt,” voegde hij er vastbesloten aan toe. „Ik wist het... u is zoo goed,” fluisterde ze en viel weer in zijn armen in onmacht. Op dat oogenblik vonden hun lippen elkaar Twee dagen verliepen. De „Columbus' derde Honolulu. Over drie haven binnenloopen. Het schemerde. Heath de mooie vrouw stonden aan dek en spraken fluisterend. „Liefste Ellen, het nadert. Zie je daar uw man vertrek droeg verbannen.” „Ik verzeker de bewijzen!” „Die kunt u aan den rechter toonen. Ik heb slechts bevel gekregen u te arresteeren." „Goed, dan kan ik er niets aan doen. Maar ik smeek u, mij niet te compromitteeren. Laat me nu nog in vrijheid. Ik zal mij vrijwillig bij de autoriteiten melden. Ik kan hier, midden op den Oceaan, toch niet vluchten!” „Daarin kan ik u terwille zijn. Daarmee doe ik mijn plicht geen geweld aan. Over twee dagen zijn wij in Honolulu. Twee dagen laat ik u nog in vrijheid.” „Dank u wel!” Eer Heath tot zichzelf kwam, verliep er een heele poos. Kon zijn. kon die vrouw een moordenares zijn? Neen, dat was onmogelijk! Dat kon hij nooit gelooven! Zijn besluit was snel genomen. Hij ging naar de vrouw toe, die nog steeds onbeweeglijk op haar plaats was blijven staan. Toen zij hem zag naderen, week zij verschrikt achteruit. Er was niemand in de buurt. „Neem me niet kwalijk,” begon Heath. „Ik hoorde zonder dat ik het helpen kon, uw gesprek met dien man „Ik ken u niet,” viel ze hem in de rede, „maar ik durf u vertróuwen. Red me!” De laatste woorden waren slechts fluisterend over haar lippen gekomen. Ze wankelde alsof ze be wusteloos zou worden. Heath ving haar in zijn armen op. „Wees niet bevreesd, ik wil alles doen om u te redden. U bent een engel van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 15