S&SCIHA’S IL 11 IE IF IÖ IE L 9 I ,Mijn eigen I HET I DE DE „ZEELAND'-BOOT KOMT DE HAVEN VAN VLISSINGEN BINNEN. VRIJ NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR F1OR DA LISA ongekende wijze beroerde, een méér dan broederlijke voelde een stekende pijn bedoek komt brengen. Hoe vind je mijn nestje hier?” Hij bedoelde zijn appartement en stellig was dit zeer verschillend van zijn kamer in de Rue Danton. Op den gepolijsten vloer lagen twee of drie kleine tapijten. Voor de ramen hingen zware gordijnen en aan de muren mooie re producties van schilderijen met voorstellingen uit de mondaine wereld. In het midden stond een eiken tafel, waarop een zilveren emmertje met een flesch champagne er in. „Maar het lijkt wel alsof er hier een million- nair woont!” riep Vera kinderlijk uit. „Is u plotseling zoo rijk geworden, monsieur?" „O neen, nu overdrijf je!” antwoordde Adolphe, ofschoon hij verheugd was omdat zijn woning zoo’n indruk op het meisje maakte. „Het zijn heel eenvoudige kamers, maar beter dan in de Rue Danton, dat geef ik toe. Als levensartist ben ik dan ook niet ontevreden met de verbetering. Ik hoop echter nog eens mooier te kunnen gaan wonen. Bij de Etoile! De def tige wijkLaat mij u even helpen uw mantel uit te trekken!” Hij was haar behulpzaam bij het uittrekken van haar eenvoudig, afgedragen korte manteltje en terwijl hij dit deed, drukte hij een vluchtigen kus in haar hals. Vera voelde hoe er een koude rilling langs haar rug liep, maar ze stiet ’hem niet wegHet was een deel van den prijs, dien zij zou hebben te betalenom Sascha te kunnen redden „Ik heb wat sandwiches,” zei hij, terwijl hij naar een kast in den muur ging. „We zullen samen een klein soupertje gebruiken. Ik weet zeker, dat u een glas champagne niet zult wei geren. Misschien drinkt u er wel twee! Het is niet dat akelige goedje uit het cabaret! Deze is zuiver en edel, mademoiselle!” Hij had goede manieren en een gemakkelijke manier van omgang. Ze sloeg hem gade, terwijl hij door de kamer liep om de sandwiches te krijgen en een kurketrekker te zoeken. Zijn han den waren slank en fijn gevormd; zijn kleeren keurig, doch misschien iets te dandy-achtig. Toch was hij een type dat Vera, afgaande op haar eigen levenservaring, moeilijk kon thuis brengen. Hij noemde zichzelf artist, maar de artisten, die zij in de tuinen van het Luxem bourg had gezien, waren veel eenvoudiger, armelijker gekleed. Hij leek meer op sommige van de handelsreizigers, die den lingeriewinkel bezochten waar zij in betrekking was geweest, hij verlegen, en toen zij zich over hem heen- boog, sloeg hij zijn krachtelooze armen om haar heen en zei: „O, liefste! Hoe kan ik je ooit ver gelden, wat je voor mij hebt gedaan? Je bent zoo goed voor mij geweestzoo oneindig goed Ze voelde dat zijn wangen nat van tranen waren. „Mijn lieve Sascha!” zei ze. Sascha!” „Wanneer ik weer beter ben,” vertelde hij haar, „moeten we niet langer broer en zus blijven. Dan moeten we man en vrouw worden, lieve. Het is tijd! Ik houd van je zooals een man van zijn vrouw. Vind je het goed? Begrijp je mij?” Ze begreep het en in haar hart. „Mijn engel!” zei ze. „Mijn lieve engel!” Ze maakte zich los uit zijn armen en wendde haar gelaat van hem af, opdat hij den treurigen blik in haar oogen niet zou zienZe mocht niet te laat bij Adolphe Meunier komen Hij verwachtte haar om negen uur „Amuseer je!” zei Sascha. Ze wierp hem een kushand toe en trachtte hem lachend au revoir toe te roepen. Maar er kwam een brok in haar keel en buiten, op het portaal, onder het gaslicht, leunde zij tegen de leuning en sloeg haar handen voor heur ge zicht Maar even later liep zij snel naar de Rue Montmartre en wreef onophoudelijk haar oogen en droogde de tranen van haar wangen. Adolphe Meunier zou haar niet graag met rood geschreide oogen zien. Hij zou er dan misschien wel spijt van hebben, dat hij haar die duizend francs had aangeboden. Ze vond zijn kamer op de derde verdieping aan de straat, in het groote huis vlak bij den bioscoop. Er stond geen naam op de deur, maar ze trok twee keer aan de bel en hij deed haar open nadat hij luid geroepen had: „Wie is daar?” en zij hem geantwoord had. „Ik wist wel, dat je komen zoudt,” zei hij vroolijk. „Het is mij een eer, mademoiselle. Het is voor het eerst, dat een dame mij hier een Nieuwe lezers beginnen hier: Het was niet voordat zijn moeder in een smerige kazerne woning te Parijs was overleden, dat Sascha met een zonderlinge gewaarwording, die zijn ziel op een begreep, dat hij Vera beminde met liefde Vera was de dochter van een vriendin van Sascha’s moeder, die aan typhus was overleden. De drie menschen waren uit Rusland gevlucht en hadden na een langen zwerftocht door bijna alle landen van Europa twee kamertjes gehuurd te Parijs. Sascha en Vera waren als broer en zus opgegroeid en langen tijd hadden zij niet beter geweten of zij waren hef inderdaad. Sascha, die nu achttien was, zorgde met de zeventienjarige Vera, die midinette was, voor het onderhoud van hun drieè’n, want Sascha’s moeder was te zwak om iets te verdienen. Op een avond, toen Vera van haar werk thuiskwam, vond zij Sascha huilend voor zijn moeders bed liggen. Zij was gestorven en Sascha was ontroostbaar. Vera zei hem echter, dat „hun moedertje" wilde, dat zij flink zouden zijn, en in waarheid was zij voor hem de troosteres in deze kamer, waarin de dood was binnengeredenNa de begrafenis, waarbij zij alleen achter den lijkwagen hadden geloopen in een stroomenden regen, die hun kleeren had doorweekf, kwamen zij weer terug op hun kamertjes en omdat zij jong waren en het leven nu eenmaal zoo is, waren zij weldra over hun ergste verdriet heen. Vera lachte weer en Sascha verborg zijn liefde voor haar opnieuw onder zijn bitsheid - Op een keer, dat zij samen op een Zondag naar hel Bois de Boulogne gingen, raakte Vera bijna onder een auto. Net bijtijds kon Sascha haar nog wegtrekken en op dat oogenblik, nu de dood ook Vera bij hem vandaan zou hebben gerukt, voelde hij hoe hij zonder haar nooit zou kunnen leven. Zij brachten samen een heerlijken dag door in het Bois. Pas tegen het vallen van de schemering stelde Vera hem voor naar huis terug te gaan, omdat zij zoo’n dorst had. Als twee gelukkige kinderen wandelen zij naarde Rue Danton Onder de bewoners van hun huis was ook een zekere Adolphe Meunier, een jongeman, die overdag sliep en des avonds en nachts zijn werk verrichtte. Op zekeren dag maakt hij een praatje met Vera op de trap, en vraagt haar of zij en Sascha met hem gaan soupeeren. Vera bedankt echter en zij toont zich daarbij iets uit de hoogte, ofschoon zij den jongeman niet on aardig vindt. Wanneer zij hef voorval aan Sascha vertelt, wordt deze boos en dreigt Meunier de trap af te smijten indien hij het nog één keer waagt „haar lastig te vallen’’. Sascha droomt van de kans, in een orkest benoemd te wor den als violist en het lot wil, dat het Meunier is, die hem zijn kans bezorgt. Op een avond kwam hij hun twee kaartjes brengen voor een circus. Hij was blijkbaar in het geheel niet beleedigd, omdat Vera had geweigerd met hem te soupeeren. Na afloop van de voorstelling die Sascha slechts op aan dringen van Vera wilde bijwonen noodigde Vera Adolphe Meunier uit een kopje koffie in hun appartementen te drinken. Hij voldoet aan haar verzoek en hoort dan dat Sascha droomt van een plaats in een orkest. Hij zegt er een voor hem te weten in een cabaret, waar veel vreemdelingen komen. Inderdaad krijgt Sascha de betrekking, hoewel hij geen waarde aan Meuniers belofte had gehecht Aan hun kalme avondjes thuis was nu echter een einde gekomenSascha moest tol diep in den nacht in het cabaret spelen en alleen des Zondags genoten zij dus nog slechts van eikaars gezelschap. Vooral Vera voelde zich des avonds, wanneer ze alleen thuis was. erg eenzaam en in haar verlangen Sascha te zien, vraagt zij Adolphe Meunier op een avond haar naar hef cabaret te brengen, waar hij speelt. Er ontstaat een hevige scène, wanneer Sascha hen ziel. Hij dwingt haar weg te gaan door te weigeren verder te spelen, zoolang zij blijft. Onderweg naar het cabaret had Adolphe Vera een schitterend parelencollier aangeboden, maar het meisje, dat begreep waartoe haar dit ten opzichte van hem verplichtte, had zijn geschenk niet aanvaard. Op een avond kwam Sascha thuis en klaagde over hoofdpijn. Weldra bleek, dat hij een ernstige longontsteking had; de dokter, dien Vera had laten komen, zei zelfs, dat zijn toestand zeer ge vaarlijk was, en dat hij een uiterst zorgvuldige veipleging be hoefde. Hierdoor kon Vera niet meer naar haar betrekking gaan, en omdat zij nu geen van beiden meer iets verdienden, klopte de zorg weldra aan hun deur. Vera hield zich moedig legen Sascha, maar de huiseigenaar dreigde, hen uit huis te laten zetten en ook de gasrekening moest noodzakelijk worden be taald. Zoo kwam Vera er toe, om zich op te offeren voor Sascha en in te gaan op het voorstel, dat Adolphe Meunier, die infusschen naar deftiger appartementen was verhuisd, haar had gedaan, en hem een bezoek te brengen I Dit was zijn voor waarde om haar te helpen! Tegen Sascha zei ze, dal zij mei een vriendin naar den bioscoop ging. Schreiend nam zij afscheid van Sascha, van wien zij meer was gaan houden dan van haar eigen leven „Je vindt het toch niet erg, dat ik je een paar uurtjes alleen laat, is het wel?” vroeg zij. „Je zult wel lief gaan slapen?" Ze hoopte, dat hij niet zou zien, dat haar oogen rood waren van het huilen, want schrei end, met haar hoofd in de kussens verborgen, had zij even te voren het besluit genomen, om naar Adolphe Meunier te gaan. „Ik vind hetniet prettig, dat je mij alleen laat,” zei hij glimlachend, „omdat ik mij zoo alleen zal voelen, wanneer jij weg bent. Maar ik ben blij, dat je eens naar den bioscoop kunt gaan. Je hebt wat ontspanning noodig. Dagdn-, wekenlang heb je hier in deze kamer gezeten aan het bed van een zieken man „Ik ben weer voor twaalf uur thuis," zei ze kwasi opgewekt, hoewel haar hart bloedde. „En ik zal erg boos op je zijn, als je niet slaapt „Geef mij een kus voor je weggaat,” vroeg

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 2