ra AILS 1D1E JAA1P1D1E IBIEIEIET. R r 1 if :1 Ld n. d. 'P- u i- bt ik at Hoe een aardbeving de huizen verwoest. :rs ge ën Kellner: „Het spijt me, mijnheer, maar u weet zelf hoe langzaam schildpadden zijn!” 1 :t n e e i. :t :t t, :n h i! i'n ils en waarvan de meesten dikwijls gewond zijn in zij, zelfs al zouden hun woningen nog staan, er ze bij de meestal nog volgende schok- en hoe ont- Na een aardbeving treden soms in dezelfde streek nog maanden lang kleinere, zoogenaamde nabevingen op. Zoolang de aardlagen zich namelijk niet voldoende stabiel hebben ge ordend, blijven zij, onder den druk der krachten van de kern, schuiven, zakken of rijzen. Hoeveel aardbevingen er zoowat per jaar voorkomen? We gelooven, dat het antwoord u eenigszins verbazen zal: in het jaar 1903 om maar eens een voorbeeld te noemen kwamen bij het centraalbureau voor de con trole op aardbevingen te Straatsburg, berichten in van niet minder dan 4760 aarbevingen. In Na een aardbeving kampeeren de menschen tenten buiten, daar hun huizen verwoest zijn en toch voorloopig nog niet in durven wonen, uit angst dat ken zullen instorten. A Is de aarde beeft Welk een verschrikkelijke ramp ligt in deze woorden besloten! De aarde, waar van wij zoo gaarne spreken als „vaste grond onder onze voeten trilt en schokt; de huizen scheuren en storten in, mensch en dier vermin kend of doodend onder balken en puin Er is misschien geen natuurramp, die de menschheid in den loop der eeuwen grooter vrees heeft ingeboezemd dan een aardbeving. Niet alleen omdat de gevolgen er van vaak zoo ontzettend zijn, maar ook omdat het verschijnsel zélf zoo weinig wordt begrepen. Wat is eigenlijk een aardbeving staat ze? Men heeft in den loop der tijden vele theo rieën omtrent het wezen der aardbevingen op gesteld, en getracht het ontstaan er van door verschillende oorzaken te verklaren. Alle in de oudheid gevonden theorieën heeft men echter als onjuist moeten opgeven of ze slechts ge deeltelijk en dan nog sterk gemoderniseerd, kunnen behouden. Als de grondlegger van het moderne aard- bevingsonderzoek kan worden genoemd de Engelschman Robert Mallet, die o.a. de groote Italiaansche aardbeving van het jaar 1857 gron dig heeft bestudeerd. Hij stond nog geheel op het standpunt, dat alle aardbevingen werden veroorzaakt door vulkanische werkingen in de aardkorst. Eenige jaren later kwam de Oosten- rijksche geleerde Suess echter tot de conclusie, dat er ook andere oorzaken voor deze rampen konden zijn, oorzaken, die gelegen waren in onderaardsche grondverschuivingen langs be paalde lijnen, terwijl zijn leerling Hoernes daar bij nog ontdekte, dat ook het instorten van onderaardsche holen, waarvan het gesteente door den invloed van tijd en water, was ver weerd, aardbevingen kon veroorzaken. Over het algemeen komen aardbevingen, die het gevolg zijn van grondverschuivingen, en die wij thans tektonische aardbevingen noemen, het meest voor. De instortingsbevingen zijn beperkt tot streken met een kalkachtigen bodem, terwijl de vulkanische aardbevingen niet sterk zijn en Jantje had een gemakkelijke manier ontdekt om lekkers te krijgen. Hij begon te huilen om niets! en huilde net zoo lang tot zijn moeder hem wat lekkers gaf, als hij stil wilde zijn. Maar op een goeden dag kwam zijn moeder achter zijn list en toen hij weer zei: „Moeder, als ik wat lekkers krijg, zal ik niet meer huilen,” antwoordde zij: „Neen, huil maar door, want ik vind het wel aardig!" Waarop Jantje even nadacht en zei: „Moeder, krijg ik wat lekkers, omdat ik u zoo prettig bezighoud?” Bezoeker: „Kellner, waar blijft die schildpad soep toch, die ik een half uur geleden al heb gewoonlijk eenige honderden kilometers van de vulkaan verwijderd, al niet meer door de instrumenten worden opgeteekend. De tek tonische aardbevingen geven bovendien aan leiding tot de sterkste bodemtrillingen, terwijl zij ook op grooten afstand kunnen worden waargenomen. Wat is nu echter de oorzaak van deze zoo genaamde tektonische aardbevingen, die, zooals wij weten, ontstaan door grondverschuivingen onder de oppervlakte der aarde? Wel, men stelt zich de oorzaak er van als volgt voor: De aarde, die vroeger een gloeiende massa was, is door de uitstraling harer warmte, van buiten dit getal zijn natuurlijk alle bevingen, ook de afgekoeld. Hierdoor is de vaste aardkorst, die zeer lichte, die absoluut geen verwoesting betrekkelijk slechts dun is, ontstaan, terwijl het hebben aangericht, begrepen, terwijl zij over inwendige van de aarde, de zoogenaamde kern, héél de wereld waren verspreid. door de afkoeling kleiner is geworden dan de Dank zij de tegenwoordig geperfectionneerde vaste korst, die haar omhult. In dit omhulsel seismografische instrumenten ontgaat geen nu, dat dus te ruim is geworden voor de kern, enkele aardbeving meer aan de aandacht der ontstaan geweldige spanningen, met het gevolg, wetenschappelijke inrichtingen observatoria dat wanneer deze te sterk worden, de aardkorst die voor de registratie van aardbevingen op de zwakste plaatsen doorbuigt, afbreekt en speciaal zijn toegerust met allerlei kostbare en groote lagen aarde over elkaar gaan schuiven uiterst gevoelige toestellen, die onmiddellijk of als het ware wegzinken. Schuiven zij over iederen schok door middel van een naald op elkaar, dan ontstaan er bergen, zinken zij weg, een papierstrook aanteekenen, waardoor het dan vormen zich geweldige diepten (dalenmogelijk is ook die. aardbevingen, welke in on- Op deze wijze is bijvoorbeeld het ontstaan van bewoonde streken van de wereld voorkomen, gebergten en groote diepten onder de opper- te controleeren. vlakte der zee te verklaren. Dit proces in het omhulsel der aarde is geen kwestie van tijdelijken aard; integendeel, het zet zich voortdurend voort. Af en toe zijn de er mee gepaard gaande vervormingen van de aardkorst zoo miniem, dat alleen de scherp reageerende seismografische toestellen de tril lingen, die een gevolg van deze veranderingen in den stand der aardlagen zijn, noteeren. Wordt de spanning echter te hevig of is, wat ten slotte op hetzelfde neerkomt, de tegen stand, dien de aardkorst biedt, zoo sterk, dat er van een geleidelijke vervorming geen sprake meer kan zijn, dan kan alleen een aardbeving de oplossing brengen, want en dit is be langrijk! de krachten, die in de aardkorst werken, zijn zóó geweldig, dat zij het altijd besteld?” winnen van den weerstand, dien de aardkorst biedt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 23