1 '1 I AAN DER DENNEN ZOOM OP TEXEL. E (Wordt vervolgd) DE FRAAIE VILLA „ALBERTINA" TE KOUDEKERKE (Z.). l i „Heb je haar dan het hof gemaakt?” vroeg Jane. „Ik ben een geweest,’ Ze had beloofd, den naar het Lido te gaan, misschien wat onconventioneel voor voelde haar hart onrustig kloppen, het wel geen erg nétte jonge- was oud genoeg om het zou men drongen. De Woods waren reeds in een der motor- bootjes van het hotel naar hotel Excelsior ge gaan, waar zij tot dinertijd zouden blijven Gino Morelli was geheel in het wit en precies een Italiaansche marine-officier. Alleen droeg hij natuurlijk geen epauletten en geen rang- teeken. „Ik heb mijn mooiste costuum voor je aan getrokken,’’ vertelde hij haar. „Ik ga namelijk niet iederen dag met een logé van de Danieli naar het Lido. Hoe vind je, dat ik er uitzie?” „Keurig!” verzekerde ze hem, terwijl ze haar glimlachende oogen achter haar zware wimpers verborg. Hij was werkelijk erg ijdel! kennen. Den volgenden dag was het Zaterdag; dan werkte hij slechts des ochtends en hij zou het erg prettig vinden, indien zij met hem mee wilde gaan naar het Lido. Misschien zou ze het interessant vinden hem te zien zwemmen Hij was een erg goed zwemmer! Daarna zouden ze wat in het zand kunnen gaan liggen, in de zon, en wat met elkaar praten. Jane vroeg zich af, wat de Woods zouden zeggen. Ze vroeg zich óók af, of het wel be hoorlijk zou zijn, zijn uitnoodiging te accep- teeren. Die jonge man, die Gino Morelli, was niet bepaald een heer, meende zij, ofschoon hij óók geen snob wasMaar hij was bijna zeker een bloedverwant van haar. En hij zag er erg aardig uit en boezemde haar belangstel ling in. Waarom zou ze het dus eigenlijk niét doen? Het was een schitterende gelegenheid om Italiaansch te spreken, en ze zou een andere zijde van het Lido zien, een amusantere dan die van het Excelsior-Hotel. En danze was toch nog niet getrouwd met haar professor in de physiologic! Waarom zou ze dus een in teressante ontmoeting uit den weg gaan? Waar om zou ze nuffig en preutsch zijn als een stijve Amerikaanscheterwijl ze in Venetië was, en er Italiaansch bloed door haar aderen vloeide? „Ik zal graag van uw uitnoodiging gebruik maken,” antwoordde ze. „Waar zullen we el kaar ontmoeten?” „O, bij den aanlegsteiger tegenover de Danieli! Om drie uur, als je het goed vindt.” Ongemerkt waren ze elkaar gaan tutoyeeren. Zóó werd afgesproken. Toen zij opstond om naar haar hotel te gaan, bood hij aan, haar zoover te begeleiden en ze stemde toe. Het was toén, op het oogenblik, dat zij samen bij het tafeltje stonden om weg te gaan, dat Jane Lucia zag, de dochter van den gondelier, het meisje van wie zij in de Merceria de sjaal had gekocht. Ze wandelde tusschen de men- schen op het plein en scheen geen kennis te hebben ontmoet, want ze was geheel alleen. Ze zag den jongen Italiaan, die naast Jane stond, en opeens keerde ze zich om en kwam naar hen toe met een woedenden blik in haar oogen. „Een oogenblikje,” zei Gino Morelli, en hij ging naar haar toe. Eenige oogenblikken praat ten zij samen, zeer opgewonden, bijna boos. Toen haalde Gino zijn schouders op, lachte en keerde terug naar Jane, terwijl Lucia bleef staan, bleek en met fonkelende oogen, eer zij zich omwendde en tusschen de andere men- schcn verdween. „Dat is weer een van die opvliegere meisjes,” zei hij tegen Jane. „Zoo vinnig als een kat. Ik was werkelijk bang, dat zij de oogen uit mijn hoofd zou halen.” 1 paar keer met haar naar het Lido geweest,” bekende hij. „Nu is zij erg kwaad, omdat ik niet meer met haar meega, nadat wij meeningsverschil hebben gehad. Ze is erg onredelijk. Ze heeft een tong als een slang. Ze is een van de plagen van Venetië.” Hij maakte een gebaar, alsof hij deze wereld beu was Zwijgend liepen zij eenigen tijd voort, tot hij opmerkte: „Het is nu heerlijk frisch, na de hitte van den dag. Maar je zoudt er misschien toch verstandig aan doen, indien je je sjaal, op de Venetiaansche manier, wat dichter om je heen trok.” Ze deed wat hij zei. „Ja, zóó is het beter,” zei hij toen. „Er staat een tamelijk frissche wind over het kanaal.” Hij vergezelde haar tot de Danieli en toen zij haar hand uitstak en zei: „Tot morgen dan,” bracht hij ze op Italiaansche wijze aan zijn lippen. „Tot drie uur,” antwoordde hij. „Ik zal op je wachten!” Zij slipte het hotel binnenHet was nog geen elf uur, maar het was haar net, alsof zij den halven nacht was weggeweest,’ in een andere wereld. Er waren allerlei avontuurlijke dingen gebeurd Om de Woods niet te wekken, draaide zij het electrisch licht niet op, toen zij haar slaap kamer betrad, maar liep in het donker naar het balcon van haar kamer. Het was een toover- achtig panorama, dat zij zag. Onder de kerk Santa Maria della Salute dreef een gondel, waarin mandoline en gitaar werd gespeeld. Een glimlach krulde haar lippenZe had haar avontuur beleefdHoe zonderling, dat zijn naam Morelli was volgenden dag met hem Het was haar en ze Misschien was man! Maar ze was oud genoeg om op zichzelf te kunnen passenen het zou werkelijk amusant zijn. In Venetië had men ten slotte het recht onconventioneel te zijn. Het was haar laatste kans Toen ze met de Woods aan de lunch zat haar ontbijt had ze op heur slaapkamer ge bruikt vertelde ze terloops, dat ze een familielid had ontmoet, een zekeren Gino Mo relli, een verren bloedverwant van haar groot moeder. Ze zou ergens met hem gaan thee drinkenindien zij het tenminste goed vonden. Zijn ouders woonden bij de Ponte di Piëta, vlak tegenover de straat met dien hel lenden toren De Woods waren verbaasd. Het was voor het eerst, dat zij van haar Italiaansche familie hoorden uitgezonderd haar grootmoeder dan. Maar natuurlijk begrepen ze heel goed, dat zij hen graag wilde gaan opzoeken. Wel vonden zij het vreemd, dat zij maar met één van hen naar het Lido zou gaan, maar daar konden ze eigenlijk geen oordeel over vellen Ze ontmoette Gino om drie uur, zooals ze had beloofd, en droeg haar badcostuum in een klein koffertje bij zich, net als de Venetiaansche meisjes, die zich op den landingssteiger ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 4