r r ic f s o s s- ft vermoeid it n n it 7. e n it n r- e i- en .er is ‘9- in; té iel üg e I, r- It ir te 1 »n in id >n et ar ir Is :h s- :St at »9 doch zei, alsof weren k ,,Zeg eens, Engelschman, wat doe je eigenlijk voor den kost?” Fred keek haar glimlachend aan en zei toen: ,,Ik was onderwijzer! Gouverneur bij een adel lijke familie, die echter door de revolutie is uitgeroeid!” „Onderwijzer!” riep het meisje uit, terwijl zij in haar handen klapte. „Maar dan zijn wij eigen lijk collega's, Engelschman!” „Ja, ja, het is in orde,” viel nu de commis saris uit. „Het onderhoud heeft nu lang genoeg geduurdSecretaris, laat den gevangene wegbrengen. Hij moet naar de gevangenis, tot de Volkscommissaris van Buitenlandsche Zaken hem kan hooren.” De secretaris belde, "waarop de sergeant weer verscheen, die Fred had binnengebracht. Rak- hen boog beleefd voor het meisje en de beide mannen, en liet zich gewillig wegvoeren Maar het meisje was naar hem toegekomen, EEN VOERTUIG, DAT GROOTHEID EN VERVAL TEGELIJKERTIJD DROEG: Deslede, waarmee Napoleon na zijn veldtocht in Rusland, die de aanleiding tot zijn ondergang werd, uit Moskou gevlucht is. legde haar hand op zijn arm en zei glimlachend: „Tot ziens, Engelschman! Wij zullen elkaar nog wel zien!” Verbaasd en kwaad keek de commissaris haar aan. Ze wierp hem echter zoo n uitdagen den blik toe, dat hij het beter vond maar niets te zeggen „Zooals u. verkiest. Maar u moet me later niet vragen of u het bij het rechte eind heeft gehad. Saska glimlachte. Ze had eerbied voor den moed van den jongeman, die heel goed wist, dat zijn leven op het spel stond. „Luister,” zei ze. ..Je hebt het gekocht bij een boer, die in een laag huis woont, aan een eenzamen land weg, ongeveer zes mijl buiten de stad. Hij heeft een dikke vrouw, een jongetje en een dochter tje, dat soms erg zonderling doetWat heb je daarop te zeggen?” ..Niets,” antwoordde Rakhen. Saska glimlachte. ,,Dat zijn de menschen en het huis, die je niet verraden wilt,” vervolgde ze. „Maar we weten er alles van. Ze hebben niets te vreezen. Engelschman! Het is een heel sterke arm. die ze beschermt. Kijk,” riep ze uit. haar vuist ballend en dreigend uitstekend, „in dien iemand hen ook maar iets durfde doen, zou dit een tweede revolutie in Ninovitch be- teekenen En terwijl ze daar zoo voor hem stond, met vlammende oogen en een kleur van opwinding, zag Fred opeens, hoezeer zij geleek op het zonderlinge meisje uit het geheimzinnige huis, en wist hij. stelliger dan wanneer iemand het hem gezegd had, dat zij de knappe dochter was, die onderwijzeres was geweest, maar voor de revolutie was gaan werken „Nu?" vroeg zij glimlachend. Maar Rakhen schudde zijn hoofd. „Het heeft geen zin mij te vragen,” zei hij. De commissaris wendde zich nu weer tot het meisje. „Hoor eens, Saska,” zei hij boos, „het heeft me nou lang genoeg geduurd. Ik zal nu verder met dezen Engelschman afrekenen Hij heeft de voedselwetten overtreden en je weet, welke straf daar op staat en dat ik er uit moet halen, hoe ze aan het voedsel komen.” „Goed.” antwoordde Saska met vlammende oogen, „goed, maar als je hem één haar krenkt, zul je met mij te doen krijgen. Je hebt je baantje al veel te lang gehad. Het is erg flink van hem, dat hij degenen, die hem aan eten geholpen hebben, niet verraden wil en je hebt officieel geen recht hem te martelen.” Ze draaide zich om en begon haar hand schoenen aan te trekken, die op haar lessenaar lagen De commissaris fronste zijn wenkbrauwen en keek ernstig. Hij wist, wat hij van haar te vreezen had: indien zij op het juiste oogenblik en tegen de juiste menschen sprak, dan... wel, per slot van rekening had hij zijn fouten en de machthebbers van het huidige Chitelnitska waren grillig in het toekennen van hun gunsten, en het hoofd van een volkscommissaris was goedkoop genoegKom, Saska, wees nu niet zoo gauw op je teenen getrapt,” zei hij daarom bijna onderdanig tegen het meisje. „Ik zal je Engelschman niets doen. Het was maar een dreigement van me, omdat ik verplicht ben te achterhalen, wie voedsel smokkelen en hoe ze er aan komen. Maar ik zal hem naar de af- deeling Buitenlandsche Zaken zenden. Of hij er echter dan beter aan toe zal zijn, weet ik niet.” „Dat gaat je ook niets aan.” viel het meisje uit. „Maar martelen zul je hem niet. Je doet, wat je plicht is en meer niet!” De commissaris haalde zijn schouders op en wendde zich tot Rakhen. „Je hebt het gehoord, Engelschman.” zei hij. Ik zal je naar den Volkscommissaris van Buitenlandsche Zaken zenden. Je misdaad is echter heel ernstig en je straf zal je niet mee vallen. Je zult in de gevangenis moeten af wachten, wat er over je beslist wordt Fred boog zijn hoofd. „Ik ben machteloos.’ zei hij. „Ik zal me dus wel moeten onder werpen... Als men in Chitelnitska geen Maar het meisje liet hem niet uitspreken, _1f ze vermoedde, dat hij iets be- wilde, dat gevaarlijk voor hem kon zijn: uit. Wanneer hebt u voor het laatst gegeten?” „Dat weet ik niet precies meer,” antwoordde Fred, flauw glimlachend. „Kom dan maar mee!" Volkov voerde hem naar het eind van het groote vertrek. „U hoeft niet op de uitdeeling van het eten te wachten. Onze bewaker is gelukkig om te koopen en we hebben geld genoeg. Meer dan we nog noodig zullen hebben.” Hij vond een plaatsje voor Rakhen tegen den muur, onder het raam, naast een meisje van ongeveer twintig jaar. „Elena,” zei hij tegen haar, „dit hier is een Engelschman. Zorg jij even voor hem, terwijl ik wat eten voor hem haal Fred stelde zich voor, waarop het meisje treurig begon te lachen. „U hoeft hier niet de moeite te nemen, beleefd te zijn,” zei ze. „Dat is eigenlijk maar tijdverspilling. De lijst kan ieder oogenblik worden afgelezen en dan is het met ons afgeloopen. Zij, die hier eenmaal binnen zijn, komen er slechts uit om den dood in te gaan. Wat hebt u eigenlijk misdreven?" Fred vertelde het haar, waarop zij zeer ern stig keek. „Hebt u invloedrijke menschen in Engeland, die voor u in de bres zullen sprin gen?” vroeg ze. „Neen,” antwoordde Fred. „Ik ben toevallig een wees „Dan is er niet veel hoop meer voor u, even min als voor ons," zei Elena toen Volkov keerde terug met brood en dampende thee. Hij bood het Fred aan, maar deze maakte bezwaar het alleen te gebruiken. Hij wilde er zijn medegevangenen van laten deelen, maar Elena zei wederom met hetzelfde treurige glim lachje om haar mond: „Eet maar zooveel u lust! We kunnen hier meer voedsel krijgen, dan we ooit meer óp kunnenHet kan ieder oogenblik met ons gedaan zijnWij zijn allemaal veroordeeld... Het wachten is slechts tot onze beulen tijd hebben een eind aan ons leven te maken Bijna op hetzelfde oogenblik, dat zij deze woorden zei, hoorde Fred zware voetstappen in de gang. Eenige seconden later werd de deur geopend. De gevangenen staakten hun gesprek ken en keken met starre oogen naar den officier en de vier soldaten, die het vertrek binnen kwamen. „De lijst," zei Volkov bijna toonloos. Elena lachte hysterisch... „Opletten!” riep de officier. „Zij, wier namen worden afgeroepen, staan op en gaan de gang in...” Hij zweeg even en haalde een papier uit zijn borstzak. „Kazakov,” riep hij... Een jongeman, die kreupel liep, stond op en begaf zich zonder op of om te zien, naar de deur. „Matushka!” Een oude dame, die niet eens meer alleen overeind kon komen, maar geholpen moest worden door haar medegevangenen, volgde hem wankelend, gesteund door Elena. Ze schreide zachtjes. Er werden nog meer namen af geroepen... Volkov wendde zich tot Fred om hem een opmerking in het oor te fluisteren, toen zijn naam genoemd werd.„Volkov!” De woorden stierven weg op zijn lippen. Hij haalde be rustend zijn schouders op en kwam overeind. „Elena zal u wel vertellen, hoe u zich het leven hier wat draaglijk kunt maken," zei hij tegen Fred, die moeite had zich goed te houden bij de ellende, die hij om zich heen zag. De officier noemde nog meer namen, tot hij eindelijk de lijst weer in zijn zak borg. Met Fred mee bleven er toen nog slechts zes menschen, vier mannen en twee vrouwen, in het lokaal achter Toen de deur achter den officier en de sol daten was gesloten, legde Elena een hand op Freds arm. „Hier." zei ze, „hier hebt u een sigaret. Daar zal u wat van kalmeeren. Ik weet, hoe u zich voelt.” Zwijgend, met trillende handen, nam Fred de sigaret aan. Hij zag hoe de anderen ook alle maal rooktenZe zagen doodsbleek en spraken geen woord(Wordt vervolgd). De gevangenis, waarheen Fred was gebracht, was vroeger een logement geweest. Hij was in een groote kamer terechtgekomen, waar talrijke andere personen opeengedrongen zaten. Een van hen kwam naar hem toe. „U is een Engelschman, nietwaar? Ik hoorde het aan uw accent, toen u wat tegen den cipier zei. Laten we liever naar de andere kamer gaan! Ze hebben gisteren een lange lijst afge- roepen, zoodat we nu wat meer ruimte hebben. Kom maar mee.” Fred volgde den man, die erg lang en mager was en wiens zwarte oogen koortsachtig gloei den in het bleeke gezicht. In de kamer, waar heen de ander hem voorging, zaten ongeveer twintig menschen, vrouwen en mannen, door elkaar. Ze zaten op den grond of op bundeltjes kleeren, die met touwen waren bijeengebonden. „Mijn naam is Volkov," zei de man. die naar hem toe was gekomen om hem aan te spreken. Fred noemde eveneens zijn naam, waarop Vol kov zei: „Ik zal u later wel voorstellen aan de anderen hier. LI ziet er vermoeid en hongerig

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 21