b WENKEN VOOR DE HUIDVERZORGING VAN DEN HOND *!f S'l I? X ÜE GEW1 Torbole BUUR VROUW WASCHT DR LIEVELING1 AAN OUD-E Den Helder, stoken en water of men bestuift U UIT ITALIË. Links: gezicht op de haven van aan het Gardameer; rechts: straatje in Perugia. poeder. De oogen wassche men uit met lauw water of oogwater. Zijn de oogen ontstoken, dan raadplege men direct den veearts, want wachten is dan meestal nadeelig. Bij ruig- en stekelharige honden is het gelijk strijken der haren met de vingers tot op de huid zeer aan te bevelen. Zeer kortharige wind honden, zooals Greyhounds, Slouqui’s en naakte honden, behoeven niet gekamd te worden, doch wel eens in de veertien dagen geborsteld Afghanen vereischen bijzondere zorg bij het borstelen, kammen en wrijven. van de hondenhuid bestaat uit i het „wasschen Hieronder het „poetsen": acht weken oud hebben De verzorging het „poetsen" en een en ander over Reeds hondjes van huidverzorging noodig. Men borstele deze dier tjes met een zacht borsteltje met de vleug der haren mee, dus nooit tegen de vleug in. Alle onreinheden worden dan verwijderd en de haren gaan vlak liggen en glimmen. Hebben de hondjes last van ongedierte, dan gebruike men een voor den hond onschadelijk insectenpoeder, dat bij dierenartsen, apothekers en drogisten verkrijgbaar is. Dit poeder moet tusschen de haren gewreven worden terwijl de hond op een witten doek geplaatst wordt, zoodat de half be dwelmde parasieten direct afgemaakt kunnen worden. Na eenigen tijd moet men dan het haar goed uitborstelen. Deze handeling moet twee- a driemaal per week herhaald worden. Tevens strooie men insectenpoeder in mand of hok na deze vooraf zorgvuldig te hebben gereinigd. Wanneer de honden zes a zeven maanden oud zijn, vangt bovendien het kammen aan. Daar voor bezige men niet een willekeurigen kam. doch men zoeke een meer of minder harden kam uit naar gelang de hond stug of fijn haar heeft. Stalen kammen worden alleen gebruikt voor honden met een harde huid en stug haar. Langharige honden moeten nooit met fijne kammen bewerkt worden, daar anders onder het kammen de haren uitgetrokken worden. Het spreekt haast vanzelf, dat steeds met de haren mee gekamd moet worden. Honden van zes a zeven maanden en ouder worden tweemaal per week geborsteld en nu niet met een zacht bor steltje, doch met een harderen borstel naar ge- JE VERE Ha; lang der beharing. De borstel moet dan telkens even worden schopn gemaakt, bijv, op een ros kam. Heeft men hem gekamd, dan wrijft men hem over het geheele lichaam met een wollen doek of zeemlap. Het resultaat is verrassend. Ook de oogen en ooren hebben geregelde verzorging noodig. De ooren worden gereinigd met een oorlepeltje, omwoeld met watten met een weinig zuivere slaolie, daar anders de huid te veel geïrriteerd wordt. Is het oor wat ont- rood, dan gebruike men lauw arnica- het oor met jodoform- i.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 26