I
a
J
KJ
N
aaeTden rand
0
A
S
D
E
a
DER SAHARA
i
1
I
N
toen
dat
er n
zou
.J
schil
H
lippt
aan.
Z
w
H
digit
had
teek
echt
het
M
Johr
ze h
J
grijp
Eng.
■J
IA
toen
duid
terw
■J
Si
2
D
zakd
zij b
uitle
uit.
dat
gehc
Z
schr
■J
scho
ond;
H
zelf!
begc
ZOOc
niet
geld
„1
niet
lijke
heef
een
zorg
bede
gen!
In
ze d
„I
antv
nog
verk
succ
Het
schil
Ze
schij
haar
ze hi
ze a
haar
van het
rancis Riddell liet zich met een tevreden
zucht in een stoel bij het raam
en inhaleerde met welbehagen den rook
van zijn sigaar. Alles was hem meegeloopen;
weliswaar had het hem heel wat hoofdbreken
en moeite gekost, maar tenslotte was het hem
toch gelukt een uitnoodiging te krijgen om bij
Lady Southwold te komen logeeren. En zelfs
afgescheiden van het zuiver zakelijk gedeelte
van zijn bezoek, vond hij zijn verblijf op de
mooie villa zeer aangenaam. Zijn gastvrouw
wist haar gasten op buitengewoon innemende
en prettige wijze te ontvangen en hij had zich
vrij populair bij de andere leden van het ge
zelschap weten te maken. Onder hen bevond
zich ook Fuchsia Dale, het kleine Amerikaan-
sche meisje, dat Lady Southwold in Parijs ont
moet had en in een plotselinge opwelling mee
naar Southwold Hall had gebracht. Er kwam
een teedere trek om Riddells mond, toen hij
aan de bekoorlijke Fuchsia dacht.
De m^ehuldnge Fuchsia
„Maar kom, het wordt tijd, dat ik met mijn
neervallen werk begin,’’ zei hij tegen zichzelf. Hij wierp
zijn sigaar in het aschbakje en er verscheen een
harde uitdrukking om zijn mond.
Zijn bedoeling was namelijk om van zijn
logeerpartij, buiten de herinnering aan een aar
dige flirtation, ook een aandenken van meer
practische en materieele waarde mee te nemen.
Hij had zijn zinnen gezet op den diamanten
collier, die dien avond nog om Lady South-
wolds hals geschitterd had. Riddell had zorg
vuldig alle mogelijke inlichtingen ingewonnen
en wist precies hoe en waar deze opgeborgen
werd, wanneer de eigenares hem niet droeg. Hij
had dan ook al een uitvoerig plan uitgewerkt en
wachtte slechts op een gunstige gelegenheid,
om het ten uitvoer te kunnen brengen.
Terwijl hij opstond om aan het werk te gaan,
was het lot hem te hulp gekomen. Door de stilte
van het groote huis weerklonk eensklaps het
geroep van: „Brand!”
In een minimum van tijd was alles in rep en
roer. Gasten kwamen half ontkleed of in nacht
gewaad hun kamers uitrennen en liepen op
gewonden heen en weer, terwijl allerlei vragen
en antwoorden dooreengeroepen werden:
„Waar is hetWaar?” „Ergens in
den westelijken vleugel, geloof ik!” „Lord
Southwold heeft de brandweer al opgebeld.
Riddell verliet zijn kamer niet. Scherp luiste
rend, bleef hij achter de deur staan, die op een
kier stond en hij hoorde hoe een knecht, die
langs de gang vloog, een oude dame, die hem
staande hield, trachtte gerust te stellen.
.Nadat deze verdwenen was, stapte Riddell
behoedzaam naar buiten en langs de half ver
lichte, geheel verlaten corridors sluipend, be
trad hij Lady Southwolds boudoir. Na een paar
minuten gewerkt te hebben met de handigheid
en ervaring van een volleerd vakman, had hij
den buit in handen. Hij kon de verzoeking niet
weerstaan om een oogenblik naar de fonkelende
steenen te kijken. Eindelijk had hij zijn doel
bereikt!
Een geluid achter hem zond als het ware een
electrischen schok door zijn lichaam. Hij keerde
zich met een ruk om.
Bij den ingang van de kamer stond een meisje,
gekleed in een luchtige, rose peignoir. De bleek
heid van haar mooi gezichtje kwam nog sterker
uit door de angstige uitdrukking, die er in haar
wijd opengesperde oogen lag. Het was alsof zij
van schrik en verbazing geen woord kon uit
brengen. Aangezien Riddell haar echter zwij
gend bleef opnemen, kwam zij langzaam op
hem toe.
„Ik zocht Lady Southwold,” fluisterde ze.
„Maarmijnheer Riddell? (J? U een
„Dief,” vulde hij op harden toon aan en bij
het hooren van dit woord scheen zij ineen te I
krimpen alsof hij haar geslagen had.
„Ik kan het niet geloovenik kan het
niet,” mompelde ze.
„U kunt zich ervan overtuigen met uw eigen
oogen en bovendien heeft U mijn verklaring,
antwoordde Riddell bedaard, doch met een
innerlijk gevoel van vernedering; want als hij
tóch ontdekt moest worden, had hij alles ter
wereld willen geven om te voorkomen, dat
Fuchsia Dale degene was, die hem betrapte.
„O, zeg dat niet,” smeekte ze. „U heeft toe
gegeven aan een plotselinge, onverwachte op- I
welling, vermoed ik. Leg dat ding weer weg en
ga heen! Niemand zal t ooit weten.”
„Nee,” zeide Riddell gedreven door een over- i
moedige opwelling om te bekennen, die hij
niet begreep en evenmin onderdrukken kon
„Het was mijn bedoeling den collier te stelen,
De opschudding hier in huis schonk mij de ge
legenheid hem weg te nemen! Enhet spijt
me, juffrouw Dale, maar ik ben van plan hem
te behouden, als ik kan.”
Hij liet het sieraad in zijn zak glijden en
maakte vlug een beweging in de richting van
het venster. De klimop langs den muur bood
een prachtige gelegenheid om te ontsnappen en