1 t IHEI GNIZ^CEDJIK ^VGNTUUR I-'J 31 r L* v de VRIJ NAAR HET ENGELSCH DOOR FIOR DA LISA a* I Hii S haar te lex „V wat denken, oceaan I Zoo zo’nderling als zijn verhaal was, zoo zonderling is minstens ook het feit, dat weten- het schappelijke mannen van groote faam er niets ongeloofwaardigs in vinden. Zij vertelden mij gunstige namelijk, dat zij geen enkele reden konden be- van deze denken, waarom er op den bodem van den ledig omhulsel, door regionen wederom heel duidelijk kon zien. Tot oceaan geen intelligente gewervelde dieren schieten, terug konden leven, die gewend waren aan lage tem peraturen en een buitengewoon hoogen druk, en die zich toch, ondanks dezen druk, rechtop konden houden. Eén bioloog ging zelfs zóó ver, dat hij verklaarde aan te nemen, dat deze zon derlinge schepsels de nakomelingen waren van een soort afgedoold menschenras uit het tijd perk van de Nieuwe Roode Zandsteen. Hoewel deze eigenaardige dieren aan ons ge heel onbekend zijn, wisten zij toch reeds lang van ons bestaan af. Af en toe komen immers deed zijn reptielen-mond doode schepelingen uit den nachtdonkeren dicht, alsof hij zachtjes waterhemel boven hen als meteoren naar be neden glijden. En niet alleen wijzelf, maar ook onze schepen, onze metalen, onze gebruiks voorwerpen komen uit den nacht op hen neer- en toe vallen zinkende voorwerpen zelfs op hen en verpletteren hen alsof het het oordeel was van een of andere ongeziene kracht boven hen, en soms ook dalen er voorwerpen er een of ander ge- (Slot) Nieuwe lezers beginnen hier Elstead heeft het plan in een stalen bol op den bodem van UdCiiL, yciiuici waö 111 '-C11 den Oceaan af te dalen. In den bol zijn twee ruiten aangebracht. parClHlOCraCntiC[ glanzende SCnCipcn die hem in staat zullen stellen de omgeving waar te nemen. Door middel van een kraan zal de bol over boord worden gezet van een kruiser, die ter hoogte van den evenaar in den Atlan- tischen Oceaan ligt, Door looden zinkstukken, die er met touw aan zijn bevestigd, zal de bol lot zinken worden gebracht, aldus verklaart Elstead aan Weybridge en Steevens, twee officieren van den kruiser, die evenals de gansche bemanning vol gespannen verwachting zijn omtrent den afloop van het ^vontuur. Want hetgeen Elstead gaat ondernemen is een ontzaglijk avontuur, daar er een kolossale druk op den bol zal worden uitgeoefend. Bovendien moet een aan de buitenzijde van den bol aange bracht mechanisme, ais'hij een half uur op den bodem van den oceaan is, een mes in beweging brengen, waarmee het touw moet worden doorgesneden, waaraan de looden zinkstukken zijn bevestigd, die den bol naar beneden hebben getrokken. Als dit mechanisme op een of andere wijze onklaar wordt, zal hij niet meer kunnen opstijgen en zijn graf vinden in den bol, op den bodem van de zee. Om elf uur 's morgens hadden ze hem over boord gezel. Onmiddellijk is hij gezonken. Iedereen is vol spanning. Een half uur vergaat, een uur. twee uur, het wordt nachtmaar de bol komt niet boven. Dan, midden in den nacht, ziet Weybridge op eens den bol hoog uit zee opschieten. Hij wordt aan boord ge haald en Elstead is gewond en bewusteloos. Dagen lang moet hij rust houden. Dan vertelt hij zijn avontuur. In het eerst was alles goed gegaan. Alleen het gevoel van te vallen en het besef niet meer terug te kunnen, al zou hij nog zoo graag willen, bezorgden hem spijt, het avontuur te zijn be gonnen. Toen begon zijn bol warm te worden door de wrijving van het water. Daar had hij niet op gerekend. Toch kwam hij zonder ongevallen beneden. De schok, toen hij niet meer daalde, was geweldig. Hij keek door het raampje naar builen, en was geboeid door het schouwspel, dat hij ont waarde. Een zwerm kleine visschen trok als een phosphori- seerende sneeuwbui over hem heen. Toen zag hij een zich traag voortbewegende figuur, die wankelend als een dronken man op zijn bol afkwam. Hij had een kop als een cameleon en liep op twee poolen. Toen hij den bol gewaar werd, riep hij iets, waarna Elstead een antwoord hoorde als een ververwijderde echo. Toen zag hij meer van deze dieren, die tegen zijn bol begonnen te duwen en tenslotte aan het touw (rokken Zoo sleepten zij hem voort als een luchtballon, naar een soort stad met huizen zonder daken, in het midden waarvan een soort plein was. Daar trok ken ze hem omlaag, zoodat hij midden in de stad terecht kwam. Plotseling hoorde Elstead zachtjes roepen en het geluid van trompetten, waardoor een zon derlinge melodie gevormd werd. De bol zonk dieper, voorbij de hooge, puntige ramen, waar- die niets wisten van het bestaan achter hij vaag een groot aantal van deze licht, behalve dan van zonderlinge, bijna spookachtige wezens zag, die schijnsel dat hun mededieren verspreidden, naar hem keken, en tenslotte kwam zijn bol tot rust, naar het scheen op een verhooging, een soort plateau dat in het midden van plein stond. En nu bevond hij zich in zulk een positie, dat hij de vreemde bewoners hoorde hij neer, die hen inspireeren bruik van te maken. Elstead vertelde het relaas van zijn avon turen bij gedeelten aan de officieren van het schip, dat hem en zijn bol buiten boord had gezet. Dat hij van plan was het op te schrijven, is zeker, maar hij heeft dit nooit gedaan, en na enkele minuten zoo moesten wij wel zelf de door hem ver- onderscheiden en zag haalde fragmenten bijeenvoegen tot een ge- wijden halven cirkel regeld verhaal. wederom een Wij zien in gedachten zijn bol op den bodem dat zijn groote verwondering zag hij, dat zij zich diep voor hem bogen, behalve een, die naar Elstead dacht, gehuld was in een gewaad van i en ge kroond met n schitterenden diadeem. Hij stond geheel overeind en voortdurend open en het gezang van de anderen meezoemde. Een zonderlinge impuls deed Elstead be sluiten zijn kleine gloeilamp, welke het intérieur van den bol verlichtte, weer aan te draaien, geregend. Af zoodat hij zichtbaar werd voor deze vreemde schepsels, en zij opeens in de duisternis aan zijn blikken onttrokken werden. Op hetzelfde oogenblik verstomde hun gezang en duidelijk hoe zij verward door elkaar riepen, waarom Elstead, die nieuwsgierig was naar het geen zij deden, zijn lampje weer uitdraaide en hierdoor opnieuw onzichtbaar voor hen werd. Gedurende eenigen tijd was het hem on mogelijk met zijn oogen de diepe duisternis om zich heen te doorboren; na enkele minuten echter kon hii hen weer onderscheiden en zag hij, dat zij opnieuw in een voor zijn raampje stonden en wederom een zangerig geluid voortbrachten, dat begeleid van den oceaan; de groote, spookachtige stad, werd door muziek van trompetten. Drie uur lang zongen zij zoo, zonder ophouden, af en toe zich diep voor hem buigend. Het verslag dat Elstead van bezoek aan deze wonderbaarlijke stad en bevolking gaf, was zeer uitgebreid. Hij kwam bijna niet uitgesproken over schepsels, die steeds in het donker leefden, die nooit de zon, de maan gezien, die geen groene planten kenden, noch levende wezens welke door longen ademden, die niets wisten van het bestaan van vuur of licht, behalve dan van het phosphoriseerende (D.. M zamt modi kapc voeti Novi tijd duist mete gevo te zij Hi oog. huis, waai een hoog van gravi Chit, ,J gezo: H, drie huur, voor nooit meer was bij h bloec lijk der geva Zi rend een voed klom een gehai blikk onde te v( Fr vijf aan van bezet naan wijze gekn arme Dat waar maal Z< I echte langs „B rond* zien, er vi mode He voor in ell bewc comf kiere binm haar het 1 HET OUDSTE HUIS VAN DUITSCHLAND? In het Badensche plaatsje Pfullendorf bevindt zich een huis uit de twaalfde eeuw, waarvan zij, die het weten kunnen, beweren dat het het oudste is, hetwelk men in Duitschland kan vinden. de zonderlinge, zingende en roepende dieren, met hun donkerrooden cameleon-achtigen kop en glimmende huid, en Elstead, die zijn licht zijn geforceerd wederom had aangedraaid, vergeefs trachtend haar hun aan het verstand te brengen, dat het touw, waarmee zij den bol vasthielden, losgelaten deze eigenaardige moest worden. Minuut na minuut ging voorbij, en Elstead, die bijna geen blik van zijn horloge of de sterren hadden kon houden, merkte tot zijn ontzetting, dat hij nog slechts voor een paar uur zuurstof had. Maar het gezang verstomde niet en het klonk in zijn ooren als zijn lijkzang De manier, waarop hij is ontsnapt, begrijpt hij nog niet, maar naar hij veronderstelt is het touw van zijn bol door de wrijving tegen de verhooging, waarop hij rustte, doorgesneden. Opeens rolde hij tenminste naar één kant en schoot toen omhoog, weg uit hun wereld, zoo- als een etherisch wezen, gekleed in een lucht- onze atmospheer zou naar zijn eigen sfeer. Met on geloofelijke snelheid moet hij uit hun gezichts kring zijn verdwenen. De bol schoot met veel grooter vaart naar boven dan hij was gedaald, omdat de looden zinkstukken nu geheel van het touw waren afgesneden. Hij werd ontzettend heet en Elstead kreeg het onder het omhoogstijgen zóó benauwd, dat hij zijn bewustzijn verloor. Wat er verder is gebeurd, wist hij niet. Het eenige wat hij zich nadat hij het bewustzijn had ver loren, herinnerde, was de stem van den dokter en zijn bed in zijn eigen hut. Het was hem, zoo- als hij zelf zei, alsof hij geruimen tijd van de wereld was weg geweest Dit is het relaas, zooals Elstead het onge veer vertelde aan de officieren van den kruiser. Doordat hij al zijn beschikbaren tijd besteedde aan het verbeteren van zijn bol, is hij er nooit toegekomen, het op te schrijven. Want zoodra zijn nieuwe bol gereed was, is hij wederom afgedaald naar de diepte van den ocóaan. Wat er toen met hem gebeurd is, zullen wij echter nooit te weten komen. Hij is namelijk niet teruggekeerd. Dertien dagen heeft men op de plek, waar hij afdaalde, rondgekruist, maar tevergeefs. Geen spoor viel er van hem te ont dekken. En zoo komt het, dat wij tot heden geen nadere bijzonderheden weten van het zon derlinge schepsel, dat in groote steden, mijlen onder water leeft en een bijna menschelijke in telligentie aan den dag legt I

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 2