J IE U C ID I G IE GlEWlIlEiÊW
I
VIJFTIEN JAAR, EN GELEERDER
dan VIJFTIG WIJZEN BIJ ELKAAR I
ld
:h
d,
REKENKUNSTENAAR OP ZEER
JEUGDIGEN LEEFTIJD.
in te nemen!”
p-
lis
at
1st
II-
n.
ch
en
N
ie
i?
at
n.
ir-
rel
11e
hij
ijn
an
de
cte
•en
,ch
,oe
vel
en
te
er
hij
eer
len
ooi
ren
hij
erd
)od
er vandaag
„Een waarzegster heeft me verteld, dat ik
de gevangenis in zou gaan vóór het verduisteren
van geld, dat men mij zou toevertrouwen!”
„Niets van aantrekken, hoor! Wie zou jou
nou geld toevertrouwen?”
Dokter: „Hoeveel patiënten zijn
gestorven?”
Zuster: „Drie, dokter!”
„Maar ik heb toch voor vier patiënten medi
cijnen voorgeschreven?”
„Jawel, maar één weigerde ze
te maken, maar de kleine George gaf op alle
vragen het antwoord binnen drie minuten!
Zerah Colburn, die in 1804 werd geboren in
Cabot, Vermont, U.S.A., was een andere be
roemde rekenkunstenaar. Binnen een minuut
vertelde hij u wat de vierkantswortel was van
41,744,521 en de derdemachtswortel van
413,993.348,577. Zonder er papier of een lei
bij te gebruiken! En het kostte hem zóó weinig
moeite, dat hij er onder de hand nog bal bij
speelde!
Een ander „verstandig” kind was Thomas
Young, een Engelsch geleerde, die van 1773
1829 leefde. Hij maakte zich o.a. beroemd door
de ontcijfering der hieroglyphen op den Steen
van Rosette. Eer hij vier jaar oud was, had hij
reeds twee keer den ganschen bijbel doorge
lezen. Op veertienjarigen leeftijd kende hij He-
breeuwsch, Chaldeeuwsch, Samaritaansch, Sy-
risch en Grieksch en had hij in het Latijn zijn
eigen biographie geschreven!
Zijn er thans niet meer zulke geleerde kin
deren? Misschien wél, maar wellicht beschouwt
de moderne paedagogie ze dan als een uitzonde
ring, die den regel van hun theorie bevestigt.
VEDI NAPOLI E POI MUORI! Napels zien, en dan sterven, luidt het spreekwoord! Napels
is een mooie stad, maar wie zou daarom na ze gezien te hebben, het verlangen in zich voelen
opkomen, te sterven? Sommigen meenen dan ook, dat het spreekwoord vertaald moet luiden:
Napels zien en dan Muori, dat een dorpje in de buurt van Napels was. Wij weten niet,
wat de Italiaan precies bedoeld heeft met zijn spreekwoord en houden ons daarom maar aan
het eerste gedeelte er van: Napels zien! Onze lezers zien deze veel-geciteerde stad hierboven.
Haar ligging aan de Golf is inderdaad prachtig, nietwaar? Links op den achtergrond de Vesuvius.
Er zijn paedagogen, die meenen, dat de uit
breiding van het onderwijs de diepte er van niet
ten goede is gekomen. Er zijn wel méér jongelui
dan vroeger, die iets weten, maar minder, die
veel en goed weten. Volgens hen is het met de
ontwikkeling van het opkomend geslacht gesteld
als met een vat met water: hoe grooter men
de oppervlakte van den bodem maakt, hoe lager
het water komt te staan.
Deze overtuiging van sommige opvoeders,
die ik onlangs nog eens weer verdedigd zag
in een onzer groote dagbladen, deed mij denken
aan de verhalen van wetenschappelijke wonder
kinderen uit vroeger tijden. Want toén waren
er blijkbaar wel de veel-en-goëd-weters, waar
van men tegenwoordig niet meer verneemt!
Hebt u al eens gehoord, om er maar eens
een uit het verleden op te diepen, van James
Crichton uit Perth in Schotland? Die kleine
James dan was even geleerd als ondernemend.
In 1575 toen hij nauwelijks vijftien jaar was
ging hij naar Parijs en liep daar letterlijk de
deur van ieder wetenschappelijk college plat
om te bewijzen, dat hij meer wist dan wie ook,
tevens aanbiedend over elk wetenschappelijk
onderwerp, dat men wilde kiezen, te debatteeren
in vijftien verschillende talen. Eindelijk gelukte
het'hem een dag bepaald te krijgen, waarop hij
zijn kennis voor het college van Navarré zou
mogen luchten. Hij verscheen op den bepaalden
dag en werd toen door vijftig geleerden onder
vraagd in alle mogelijke takken van wetenschap
en in alle vijftien talen, die hij machtig was.
En hij won het zóó gemakkeiijk van zijn exami
natoren, dat de rector van het college onom
wonden verklaarde, dat James de geleerdste
man van zijn tijd was! Met deze verklaring op
zak begaf het wetenschappelijk phenomeen zich
naar Italië, waar hij grooten schrik onder de
geleerde wereld verspreidde. Verscheidene in
de wetenschap vergrijsde mannen dachten niets
minder, dan met den duivel in eigen persoon te
doen te hebben. Op drie en twintigjarigen leef
tijd werd James doodgestoken door zijn leerling
prins Vincent van Gonzalvo.
Een ander wonderkind, dat de beste leer
lingen van onze dagen verre achter zich zou
hebben gelaten, was Giovanni Pico, graaf van
Mirandola en Concordia, die in 1463 werd ge
boren. Toen hij tien jaar was, beschouwde men
hem als den besten dichter en redenaar van zijn
eeuw. Toen hij veertien was. studeerde hij
rechten te Bologna en bezocht daarna de voor
naamste universiteiten van Italië en Frankrijk,
overal verbazing verwekkend door zijn groote
geleerdheid. Toen hij achttien jaar was, sprak
hij niet minder dan twee en twintig talen!
Een ander wonderkind, wiens gaven hoofd
zakelijk op wiskundig gebied tot uiting kwamen,
was George Bidder, die in 1806 te Morton
Hampstead, in Devonshire (Engeland) werd
geboren. Toen hij negen jaar was, had hij van
zijn bijzondere rekenkundige gaven reeds proe
ven afgelegd voor de professoren van Cam
bridge. Londen enzoovoort. Welke vragen men
hem bij dergelijke „examens” voorlegde, blijkt
uit het volgende vraagstuk, dat hij ten over
staan van de koningin en de prinses van Enge
land kreeg op te lossen: Indien een courant be
staat uit vier pagina's, iedere pagina bestaat
uit zes kolom van 196 regels elk, en iedere regel
uit 45 letters, in hoeveel tijd kan dan een werk
man (zetter) de geheele courant zetten indien
hij drie en dertig letters zet in één en een kwart
minuut? George rekende het vraagstuk uit
het hoofd uit en gaf het juiste antwoord binnen
een paar minuten! Hoeveel kinderen van negen
jaar van onzen tijd zouden uit hun hoofd een
van die andere sommen kunnen oplossen, die
hij zoo gémakkelijk en prettig vond? Hoor maar
eens: Indien twee slakken tegelijk beginnen te
kruipen van Dudley naar Birmingham, de een
gaande óver West Bromwich en den afstand
van tien mijl afleggend met een snelheid van
acht voet per dag, de ander gaand over Old
bury, welke afstand acht en een halve mijl be
draagt, terwijl hij per dag zes voet en zes duim
aflegt, hoe lang zal de een dan voor de ander
in Birmingham aankomen? In het metrieke
stelsel was hij thuis als een visch in het water
en worteltrekken was hem een tweede natuur!
Drie minuten had hij noodig voor het volgende
„sommetje”: „Indien je 10,000,000, hebt, waar
van je het grootste gedeelte wilt verdeelen tus-
schen 51 personen in deze verhouding:
1,946,579, 18's. 5 d. tusschen 15 per
sonen; 2, 597, 428, 17 s. 8% d. tusschen 17
personen; en 5,455,991, 3 s. 5% d. tusschen
19 personen, in gelijke deelen, hoe groot
zal dan het aandeel van ieder der 15 personen
zijn, en van dat der 17 personen en van dat der
19 personen, en hoeveel zullen de 51 personen
gezamenlijk deelen en hoeveel zal er over
blijven?”
Probeert u het eens uit het hoofd uit te
rekenen zonder hoofdpijn te krijgen! Ik zie er
geen kans toe; zelfs niet mét hoofdpijn! Men
heeft mij gezegd, dat het antwoord op de laatste
vraag 4% d. is. Het lijkt me de moeite niet
waard om er zooveel hersenkronkelingen voor