U 13 H r f V ij, r J jf'.J S M f g 4 r i - - is f Wordt vervolgd). witte kapjes. U ontmoet I .te 5g IS ir J, n, le >r- in d, h- P- er m er n. n. in er ie ot al n, n sr ;n al n. el ns Qi Iler- DE NLIL. In ons vorige nummer stond onder een foto van den Nijl, dat deie rivier een der drukst bevaren water wegen van Europa is. Men zal hebben begrepen, dat dit een gevolg was van een „slip of the pen" en dat bedoeld werd van de wereld. Augustus hier met mijn auto te komen en ik kreeg panne, is er dan altijd gelegenheid om naaf de stad gesleept te worden „O ja, mylord Dat kan altijd. Het hotel heeft drie auto’s, dus is er altijd wel één vrij om even naar de stad te rijden. Het is trou wens niet zoo ver.” „Lord Arvin” leunde nog wat meer voor over als een gevolg van zijn zoo plotseling opgekomen spraakzaamheid. „Zoo," zei hij toen, „nou, dat is alles wat ik weten wilde, Donlin 1” Opeens had zijn stem alle vriende lijkheid verloren en klonk nu hard, bijna dreigend. De chauffeur werd zoo bleek als een doode. „Eh.... wat bedoelt u, mylord?" vroeg hij, naar adem hijgend. „Dat „lord” kun je tusschen óns wel achterwege laten, Donlin," zei zijn passagier. „En je houdt je handen aan je stuur en je oogen recht vóór je op den weg, begrepen? Want er is een zware, geladen revolver tegen je achterhoofd gedrukt en ze gaat af, als je maar één verdachte beweging maakt. Voel je het? Ik heb je nu herkend, Donlin en. 3 - „Ik.... ik...." De handen van den chauf feur hielden zich stijf om het wiel geklemd. „Je kent me nu wel, nietwaar, Donlin vroeg de man achter hem. „Ja, mijnheer Brod. Ik meende u direct al te herkennen, toen ik u daarnet kwam halen, en. „En nu ben je er zeker van, niet?" lachte de detective. „In orde! En je herinnert je, wat er .gebeurd is, toen wij elkaar den laatsten keer hebben ontmoet?" Zij wonen in een land van ijs en moerassen, deze twee Lappen, die mutsen dragen, welke er uitzien alsof ze van oude zakken zijn gemaakt. Lapland, het land dat zij bewonen en dat binnen het Poolgebied ligt, bestaat bijna geheel uit bergen, bosschen en moerassen. maar één seconde, maar toch had hij, toen de auto was gekeerd en weer langzaam voort reed, een grijns op Brods gezicht te voorschijn geroepen, een soort weerspiegeling van een heimelijke vreugde, die geruimen tijd duurde. De auto was „The Scottish Inn” tot op ongeveer drie kilometer genaderd, toen „Lord Arvin” zich opnieuw wat naar voren boog. „We zullen hier een oogenblikje stoppen." Direct verminderde de auto zijn vaart. „Er is aan het hotel zeker wel gelegenheid om auto’s te herstellen, niet vroeg Brod. „Neen, mylord.” Terwijl de chauffeur dit antwoord gaf, ontsnapte hem duidelijk hoorbaar een zucht van verlichting. „Neen vroeg de lord verbaasd. „Maar waar laten jullie je auto’s of die van de gasten dan herstellen „Ze moeten naar de stad gebracht worden, mylord,” antwoordde een stem, waarvan de eigenaar met ieder woord meer op zijn gemak scheen te komen. „Daar is een uitstekende reparatiegelegenheid. „Werkelijk En als ik zou besluiten om in eens af te wachten en met zichzelf te rade te gaanIk zal maar eens wat rond gaan wandelen," zei hij en slenterde op zijn gemak naar de deur. „Mag ik u een van onze auto’s aanbieden om de omgeving te zien, mylord vroeg de directeur. „Dank u Ik zal liever een eindje loopen," antwoordde Brod. „Ik zit in het gewone doen, bijna den heelen dag in een auto.” Hij wandelde naar het meer, dat op eenige honderden meters afstand van het hotel lag. Hier zette hij zich neer om te kijken naar de ondergaande zon, toen hij achter zich opeens het geluid van een auto hoorde. Hij wendde zich om. De auto was op eenige meters afstand van hem blijven staan en de chauffeur kwam aarzelend naar hem toe. „De directeur heeft mij bevolen, u te vragen waar u heen wilde rijden, mylord,” zei hij, zijn pet in zijn hand nemend. Brod kwam overeind en had moeite een vloek in te houden. Maar de uitdrukking van misnoegdheid verdween direct, toen hij de Fleurig nietwaar, deze Zweedsche schoonen, met hun gestreepte schortjes, nauwsluitende keurs lijfjes en witte kapjes. U ontmoet ze zóó gekleed echter niet in dé steden, doch alleen in de dorpen van Zweden. De Bedoeïn uit de Syrische woestijn hult zich in een mantel, waarvan het boveneinde gelijk tot hoofdbedekking dient. oogen van den chauffeur, die achter groote brüleglazen zaten, zag, en iets van een glim lach zweefde een ondeelbaar oogenblik om zijn lippen. „Indien u echter geen gebruik van den auto wenscht te maken, mylord „Integendeel, man,” zei ,-,Lord Arvin”, „ik heb mij bedacht en zal toch graag een ritje in de omgeving maken.” Zonder zich meer te bedenken, stapte hij in den auto en installeerde zich behaaglijk in de weeke kussens. De chauffeur zette zich achter het stuur en een oogenblik later gleed de prachtige wagen langs den stoffigen weg. Een kilometer of vijf werd zwijgend voort gereden en toen, terwijl het langzamerhand donkerder was geworden, leunde de detective wat voorover „We zullen nu hier teruggaan en denzelfden weg nemen. Rijd echter wat langzamer, vooral wanneer we op ongeveer twee kilo meter van het hotel gekomen zijn.” De detective werd voor deze woorden beloond met een plotselingen achterwaart- schen blik van den chauffeur. De blik duurde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 3