I 1 lAF I ÏDii tó WW twintig- gulden eens mee voor een - 16 - een mijn oude uithang- Als er voor een „Van wie is dat portret rechts?" „Dat is mijn vrouw; verleden jaar heeft dit schilderij van haar op de tentoonstelling gehangen." „En dat links?" „Ook mijn vrouw een vergrooting van een pasfoto.” een roekelooze rijdster): „Zoudt U mij een in Chicago bloempjes of vlaggetjes liefdadig doel worden verkocht. Het meisje: „Gauw Dick, zet het lied van den Toreador op misschien wordt hij dan bangl" Dokter (die meerijdt met pleizier willen doen?" Lieve automobiliste: „Zeker." Dokter: „Neemt U de oude mevrouw Beef dan ccr.c .cc veer ritje. Zij heeft mij in geen weken over haar zenuwe» geraadpleegd.' De landelijke verkeersagent, die gedurende een rustige periode ondervindt wat de macht der gewoonte beteekent. Amateur-hengelaar (met vacantie): „Eh-wat ik zeggen wou, wat voor aas gebruiken jullie?" Eigenaar van ouderwetsche herberg: „Ja, verleden jaar betaalde Amerikaan mij honderd vijf en twintig gulden voor i..".. bord en nou hoop ik dit seizoen meer zulke zaken te maken." ■e» 'Jkjt i'- V '1 l 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 16