i raft 11 0 N i h 3 Lc Vrouwelijke politie-agent „Waarom sluip je „Ik heb eksteroogen op mijn hielen Het „malle moedertje" hebt gedaan met mijn jongei Sufferd!!! Kijk eens, watje :n z’n banaan! „In ieder geval werden onze spullen weg gehaald door inbrekers en niet door ver- loopen afbetalingstermijnen I” van ’n schandaaltje!” - 16 - zoo op je teenen de trap op Mevrouw Acrobaat (in twijfel)„Ik vrees, dat onze zoon een mislukking wordt." De beer Acrobaat: „Ja, het ziet er tenminste niet naai uit, dat hij ooit op zijn eigen hoofd zal kunnen staan! Vrouwelijke politie-agent„Het is mijn plicht, U te waar schuwen, dat die jongeman niet is, wat U dacht Jong mevrouwtje: „Dat weet ik heel goed - hij is mijn man.” Mevrouw„Mijn man schrijft zijn afspraken altijd op zijn manchetten. Dat vindt U toch zeker niet erg?” Nieuwe waschvrouw„Gunst, nee, mevrouw. Ik hou wel Meisje: „Waarom zingt vader zoo vanavond?" Kinderju ffrouw„Hij probeert baby in slaap te zingen.’ Meisje„Nou, maar als ik baby was, deed ik toch gau» alsof ik sliep I" •/J®!’??

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 12