I
I
F"?
f
-
KJ?
7 -
HET GOTHISCHE HUIS IN DE RUE DE
RENNES TE PARIJS.
I
X
ondernemings-
op, jongeman?
ik
ant-
weg,
een
was
Mijn
u be
sloot hij lachend, terwijl
„vind je niet,
huwelijk te
paar weken, misschien zelfs wel
eer ik weer i.. J
■nson," zei een
flauwe grap
„De Gouden Hoorn” binnengeloopen om
de leestafel de couranten te lezen. De
i en daar
door kwam het, dat hij Benson, die met eenige
zeggen:
~enlijk niets op mijn gemak,
lat hij wel direct zou hebben
begrepen, dat die brief
oom
den brief,
en die eigen-
geweest tot zijn veran-
al dien tijd geduldig had ge
haar het groote nieuws. Ze
en op zijn aandringen stelde
waarop ze zouden gaar,
En daarna vertelde hij haar van
dien Benson hem geschreven had
lijk de aanleiding was
derde levenshouding.
„Wat denk je," besloot hij lai
hij haar weer in zijn armen sloot,
dat hij verdient getuige bij ons
zijn?"
„Neen? Nou, je weet wat je in zoo’n geval
te doen staat. Shepherd."
„Ik weet het. Ik heb er over nagedacht. Goed,
mijnheer, ik neem mijn ontslag."
De kleine kraaloogjes van den ouden Mait-
jonnen dreigend te schitteren.
„Vandaag over een week kun je vertrekken,"
zei hij.
t van mijn af-
krasse veranderin-
aan u.
als u
een week ga
Toen Harry weer terug was bij Kathleen, die
ewacht, vertelde hij
s was overgelukkig
ze den dag vast,
■aan trouwen,
j hij haar
schaffen. Dan zoudt u de klanten eens zoo vlug
kunnen bedienen! En dan moet u een telefoon
nemen....” Enthousiast redeneerde Harry ver
der en vertelde Maitland hoe hij de zaken zou
drijven.
Maitland wist eerst niet wat hij zeggen moest.
„Je bent gek,” zei hij toen opeens.
„Denk er eens over, mijnheer," antwoordde
Harry. „U heeft geld genoeg! Gebruik het.
Maak er méér geld van. Indien u het niet doet,
zullen anderen het doen. Temperley is al be
gonnen
„Praat me niet van Temperley....”
„Zelfs Campbell legt meer
geest aan den dag dan wij.”
„Wij....?” herhaalde Maitland.
„Ja, wij," hield Harry vol. „Ik ben hier nu
elf jaar. Ik was nog bijna een kind toen ik kwam,
wij.... ja! Ik zou graag zien, dat de firma
Maitland iedere concurrentie wist te onder
drukken. Ik vind het beroerd te zien, dat de
zaken achteruit gaan....”
„Waarom blaas je zelf zoo
Wat is er met je gebeurd?"
„Niets! Maar ik ben ontevreden. Ik kan hier
niet toonen wat ik ben. Ik kan me hier niet ont
plooien."
land b<
ai>
zei hij.
„Vandaag over
woordde Harry.
Den avond van dien dag besteedde Harry
zijn spaarduitjes aan een engagementsring voor
Kathleen. Onderweg naar huis voelde hij de
verleiding in zich opkomen, haar te vertellen
van de achtduizend pond, die hij had geërfd,
en die zoo n heel ander mensch van hem had
den gemaakt! maar er was iets, wat hem er
van weerhield, zonder dat hij wist wat het was.
„Tenslotte heeft zij beloofd met me te zullen
trouwen toen ze dacht, dat ik arm was,” rede
neerde hij, „daarom is het misschien beter mijn
geheim iets langer te bewaren.”
Twee dagen later riep de oude Maitland
Harry bij zich. Hij lag op bed en
ziek. „Ik ben niets in orde,” zei hij. „Het zal
heelen tijd duren, eer ik weer op de
komen. De dokter wil, dat ik een t;;J
„Ik zal blijven tot u terugkomt, als
graag hebt,” zei Harry.
„Een beetje overijld geweest?"
„O neen,” i-JJ 11y -l
denk op het oogenblik alleen
betreft, wil ik direct weggaan
hebt."
„Neen. Ik heb graag, dat je blijft. Het kan
wel een paar weken, misschien zelfs wel een
paar maanden duren eer ik weer in de zaak
kan komen. Maar....”
Hij zweeg even, en zei toen: „I
bij het oude, Shepherd! Maak
wezigheid geen gebruik om L
gen in te voeren...."
„Maak u daar geen zorgen over,” zei Harry.
„Alles zal precies zoo blijven als het is.”
Alvorens naar Kathleen te gaan was
„maar
van je!”
„Het is anders geloopen dan mijn bedoeling
was,” protesteerde Benson. „Ik had gedacht,
dat hij er over spreken zou en dan zou ik het
hem direct hebben verteld.”
Harry haalde den brief uit zijn zak. Ja, hij
zag het nu duidelijk, dat het stempel was bij-
,Maar laat alles gewerkt met zwart krijt. Dom, dat hij het niet
eerder had gezien. Hij bleef onbeweeglijk zitten.
Ber^on en zijn vrienden praatten verder. Hij
hoorde hen lachenHij moest Kathleen ver
tellen, dat hij zich vergist had; dat hij niet ver
langen kon, dat ze zou wachten tot hij een an
dere betrekking had gevonden. Dat was zijn
Harry plicht. Hij wilde weggaan, om alleen met zijn
gedachten te kunnen zijn. Hij zou op die el
lendige huurkamer moeten blijven wonen
Maar hij moest eerst Benson even op zijn
nummer zetten. Hij liep naar de veranda en
zei, in het gat van de deur staan blijvende:
„Zeg, ik hoorde je zoojuist vertellen, dat jij
dien brief geschreven hebt. Je begrijpt toch
zeker wel, dat ik geen oogenblik heb geloofd,
dat het ernst was? Daar was je zoogenaamde
grap veel te flauw en te doorzichtig voor. Ik
heb eerst niets willen zeggen, omdat ik het de
moeite niet waard vond, maar nu je er., zoo
over inzit, heb ik werkelijk met je te doen!” Hij
grijnsde. ,3e bent een held, hoor Benson!
Bonjour!”
De anderen, die het hadden gehoord, keken
Benson verwijtend aan en deze kreeg een kleur
van schaamte, terwijl Harry zich met het air
van een overwinnaar verwijderde.
Later op dien avond, toen zij een lange wan
deling naar buiten maakten, vertelde Harry
Kathleen van zijn ontslag. Ze nam het heel an
ders op, dan hij had verwacht. „Ik ben blij toe,"
zei ze, terwijl ze zijn arm stijf tegen zich aan-
DE DÖVIK-SPOORBRUG OVER DE RENDSFJORD IN NOORWEGEN. Het water van de
fjord is onder deze brug in voortdurende woeste beweging.
drukte. „Het werd tijd, dat je je tanden eens
liet zien! En als Maitland zoo n idioot is, dat
hij niet ziet, dat jij gelijk hebt, dan moet hij
maar hebben wat er op staat."
„Maar het beteekent, dat ik geen betrekking
meer heb, zoodra hij beter is,” zei Harry. „Het
beteekent, dat we een heele poos zullen moeten
wachten, eer we kunnen trouwen."
„Het beteekent vechten," zei ze, instemmend
knikkend, „maar we zullen overwinnen! En dan
zullen we samen ééns zoo gelukkig zijn.”
Dat was ook een standpunt. En een goed
standpunt. Harry nam haar in zijn armen en
kuste haar.
Een uur later keerden zij weer in het stadje
terug. „Mijnheer Shepherd!" hoorde Harry
iemand achter zich roepen. Hij bleef staan en
keerde zich om. „Een oogenblikje, mijnheer
Shepherd,” riep een oud heertje buiten adem
uit. „Ik ben Paul Maitland de broer van
mijnheer Maitland en ik wou u graag even
spreken."
Terwijl zij samen langzaam een eind opwan-
delden, vertelde Paul Maitland wat hij te zeg
gen had. Hij en zijn broer maakten samen de
firma Maitland uit. Hij was een soort stille
vennoot geweest. Maar hij was te „stil” ge
weest. En zijn broer Andrew eveneens. De
firma Maitland was haar tijd twintig jaar ten
achter.
„Ik heb gehoord van de veranderingen, die
u voorstelde, mijnheer Shepherd," zei de ander.
„En ik ben het volkomen met u eens.
broer neemt een heelen tijd vacantie en
heert in dien tijd de zaak
„Ik?" vroeg Harry verbaasd.
,3a. We weten niemand aan wien we het
beter zouden kunnen toevertrouwen! En van af
heden hebt u als mede-vennoot het recht om
alle veranderingen en vernieuwingen in te
voeren, die u goeddunken!"
„Mede.... mede-vennoot?” herhaalde Harry
een en al verwondering.
„Ja, mede-vennoot," zei mijnheer Maitland.
„Uw salaris wordt tot het dubbele verhoogd en
wij storten duizend pond als uw aandeel in
de zaak! Daar krijgt u aandeelen voor
even
er aan
deuren van het zaaltje stonden open
vrienden op de veranda zat, hoorde
„Ik voel me eig<
Ik had gedacht, da
■pen, dat die brief over de erfenis van zijn
Lionel maar onzin was en dat hij er wel
iets van gezegd zou hebben. Maar hij spreekt
nergens over, met geen mensch, en nou weet
ik niet, wat hij er van denkt. Ik heb er zoo’n
idee van, dat hij denkt, dat het werkelijk waar
is, dat hij een erfenis krijgt. En dat is mijn
voelde zich bedoeling niet geweest! Ik heb hem alleen
1 een maar voor den gek willen houden. Ik heb een
i zaak kan postzegel uit het album van mijn broertje ge-
tijd rust houd.nomen en hem op een envelop geplakt. Even
u dat nadat de post was geweest, heb ik den brief
teen bij hem in de bus geworpen."
„Ik kan er niets aan doen, Bens
antwoordde Harry glimlachend. „Ik ander, „maar ik vind het een
-i_iu_ _ii-- tj/at mij - --
dat liever