ONVERWACHTE GAS J 2 morgen gelegenheid STADSGEZICHT TE BANGKOK, de hoofdplaats van Siam en een bekende rijsthaven. Op deze foto ziet men een der druk bevaren kanalen, die de stad doorsnijden. De overdekte brug op den achtergrond leidt van het centrum der stad naar de Chineezen-wijk Sampang. schoten, een ander heeft hem willen vermoor den Het was alsof de dokter van deze laatste woorden schrok. Hij maakte de armen van zijn kind los van zijn hals en schoof haar een eindje van zich af. Met groote oogen keek hij haar aan. Toen zei hij peinzend: „Het is zonderling, dat ik daar nog niet eens aan heb gedacht! Maar je hebt natuurlijk gelijk, kind. Een ander moet het hebben gedaan en „Het is Catlin, vader,” zei Daisy vol over tuiging. „Catlin! Eerst vermoedde ik het slechts, dat geef ik toe, maar nu weet ik het." „Wéét je het?” De dokter keek haar vei rast aan. „Weet jij het?" vroeg hij toen weer. „Maar dat is toch onzin. Hoe...." „Neen, vader, het is géén onzin! Ik weet het zeker. Sinds vanmiddag! Toen ik hem vanmid dag waarschuwde voorzichtig te zijn, zag ik duidelijk, dat hij een oogenblik bang was! O, het was misschien niet langer dan een seconde, doch het is me niet ontgaan, omdat ik er spe ciaal op lette. Ik dreigde hem opzettelijk, om de uitwerking er van te kunnen zien. Hij was bang, zeg ik u!” De dokter zweeg en streek met zijn hand langs zijn voorhoofd. Ook hij had inderdaad gemeend, dat Catlin bij de waarschuwing van zijn dochter als het ware even ineengekrompen was, alsof hij een slag had gekregen. Hij had er echter geen aandacht aan geschonken, om dat hij deze reactie aan een andere oorzaak had toegeschreven. Zijn dochter had hem echter voor de tweede maal dien dag de oogen ge opend „Het is mogelijk, dat je gelijk hebt, kind,” zei hij na eenige oogenblikken, „maar daarom hoeft het toch niet te beteekenen, dat hij bang was om de reden, die jij veronderstelt?” Daisy keek haar vader verbaasd aan. „Maar waarom dan, vader?” vroeg ze. „O, er kunnen duizend andere redenen zijn, kind," antwoordde de dokter schouderophalend. Het meisje gaf niet direct antwoord. Aan deze mogelijkheid had ze niet gedacht. Naden kend keek ze eenige oogenblikken voor zich uit; geruimen tijd bleef het stil in de kamer. Toen zei ze opeens: „En tóch geloof ik, dat hij de dader is, vader, dat hij den vreemdeling heeft willen vermoorden. Ik voél het! In ieder geval moet hij er meer van weten. Waarom zou hij anders den vreemdelingniet willen ont moeten? Dat is niet alleen, omdat hij meent, dat deze zelfmoord zou hebben willen plegen Daar moet een andere reden voor zijn „Misschien jaloersch?” opperde de dokter voorzichtig. Een fel rood kleurde Daisy’s wangen toen ze verlegen haar oogen neersloeg. „Daar kan hij nog geen reden toe hebben, vader,” antwoord de ze bijna fluisterend en de dokter begreep op dit oogenblik maar al te goed, wat er in zijn dochter omging. Hij besefte duidelijker dan wanneer zij het met even zooveej woorden zou hebben gezegd, dat zijn kind op weg was ver liefd te worden op den vreemdeling, misschien het al was. En deze gedachte smartte hem, hoezeer zijn oordeel over den jongeman in de laatste paar uren ook was gewijzigd. Hij wilde het meisje er juist op wijzen, dat de vreemde ling hem als schoonzoon al even min welkom zou zijn als Catlin misschien zelfs nog on- welkomer toen zijn doch’ter zijn gedachten gang opeens onderbrak en met een radheid, die hem lichtelijk verbaasde, vroeg: „Zou het niet kunnen zijn, vader, dat Catlin bang is den vreemdeling te ontmoeten, omdat hij. vreest, dat deze dan wel eens zijn geheugen terug zou kunnen krijgen, wanneer hij in hem zijn aan valler herkende? In dp meeste gevallen is een of andere schok de oorzaak, dat de menschcn (7) Nieuwe lezers beginnen hier: Voerman Bergson rijdt met zijn wagen over een heuvelachtige hei. Hij ziet een man loopen, nu eens heel langzaam en dan weer haastig, die hem vraagt een eindje te mogen meerijden. Ze praten wat tot de vreemdeling weer uitstijgt. Als hij verder is gereden, hoort de voerman plotseling een vreemd geluid. Hij keert terug en vindt den man met een schotwond bij het oor tusschen de struiken; naast hem ligt een revolver. De man leeft nog en Bergson besluit, hem op zijn wagen naar den dokter te brengen. De dokter verpleegt hem bij zich thuis. Hoewel men vermoedt, met een poging tot zelfmoord te maken te hebben, wordt de politie niet gewaarschuwd. In het volgende hoofdstuk maken wij kennis met het huiselijke leven van den dokter en zijn dochter Daisy- De dokter is zeer gedrukt, want binnen enkele dagen zal zijn assistent Catlin, wien hij een groot bedrag schuldig is, van zijn vacantie terugkeeren. De eenige voorwaarde, waaronder Catlin hem zijn schuld wil kwijtschelden, is dat Daisy met hem trouwt, hetgeen deze niet wil, daar zij Catlin haat. Den volgenden morgen draagt de dokter Daisy op, den patiënt gedurende zijn afwezigheid op te passen. Daisy is een beetje huiverig voor den man. Plotseling bedenkt zij echter, dat wel eens een ander op hem heeft kunnen schieten en de naam komt in haar op. Waarom weet ze zelf niet. Zij verpleegt den vreemdeling nog enkele dagen tot hij her steld is. Het schijnt echter, dat zijn geheugen zeer heeft geleden door den schok, want hij spreekt nergens over en schijnt zich ook niets te herinneren. Op een dag wandelt hij naar het meer en Daisy gaat hem na, daar zij vreest, dat hij wéer zal trachten, zich var. 't leven te berooven. Als zij bij hem is, schijnt hij niet meer te weten, waarom hij naar het meer gegaan is en keert mei haar naar huis terug. Gedurende een week blijft de toestand hetzelfde, zonder dat men van den vreemdeling iets méér te weten komt. Dan komt plotse ling Catlin terug, juist op tijd, zooals hij zelf constateert, want Daisy en de vreemdeling zijn altijd samen en hard op weg, om ver liefd op elkaar te worden. Onderweg heeft Catlin Bergson uit gehoord, zoodaf hij dus alles weet wal er in het huis van den dokter gebeurd is. Daisy heeft onderfusschen zonder dat zij weet, dat Catlin terug is, aan den vreemdeling verteld, in welke positie haar vader tegenover den assistent staat. Als zij thuiskomt vertelt haar vader haar, dat Catlin terug gekomen is en dat deze weet van de aanwezigheid van den vreemdeling. Daisy vertrouwt haar vader toe, dat zij niet ge looft, dat deze zelfmoord heeft willen plegen en dat zij Catlin er van verdenkt, er iets mee Ie maken te hebben. Zij overreedt haar vader, mei den vreemdeling te spreken. Daarentegen zal zij den laatste uitleggen, dal het beier is wan neer hij de maaltijden op zijn kamer gebruikt en Callin niet ontmoet. Bij de lunch vraagt Catlin Daisy’s antwoord op het aanzoek, dat hij haar vóór zijn vacantie deed en het meisje wijst hem nogmaals af. Hierop dreigt Catlin den dokter met de politie enz.; de dokter krijgt hem er toe, nog een paar dagen geduld te oefenen, in welken tijd hij zal trachten zijn dochter tot andere gedachten te brengen. In werkelijkheid wil hij echter tijd winnen om te onderzoeken of de vreemdeling inderdaad zelfmoord heeft willen plegen. Aan dit laatste begint ook hij te twijfelen, daar hij zich herinnert, dal de huid rondom den schot wond aan het hoofd van den vreemdeling niet geschroeid was, toen men zijn lichaam vond. „Het is net, alsof het waas, dat er om mij hangt en dat mij belet mijn verleden te zien, hier en daar doorzichtiger wordt, wanneer u met me praat, dokter," had de jongeman tenslotte gezegd. „Als u het goedvindt, zou ik nu echter liever willen gaan rusten. Het denken doet me nog zoo’n pijn. Laat u me nu eenigen tijd aan mezelf over. Ik wil probeeren rustig en kalm na te denken. Misschien dat het nu wat beter zal gaan. Ik kan nog niet zeggen, wat er in mij omgaatmijn gedachten zijn zoo ijl en teer, dat het is, alsof ze zullen vervluchtigen, wan neer ik zou trachten ze onder woorden te brengen.... Dit wil ik u echter wél zeggen: het wordt hoe langer hoe helderder in mij en af en toe is het, alsof ik reeds vaag een gedeelte van mijn verleden kan ontwarenMaar laat u mij nu alstublieft alleen....” De dokter had natuurlijk onmiddellijk gevolg gegeven aan het verzoek van den jongeman, die hem gedurende het gesprek hoe langer hoe sympathieker was geworden. „Zou het nog lang duren, vader, voordat hij zijn geheugen weer geheel terug heeft?” had Daisy met een hoopvollpn klank in haar stem gevraagd, toen de dokter haar het verslag van zijn onderhoud met den jongeman had gedaan. „Ik bedoel, zou het mogelijk zijn, dat hij het terug heeft, vóórdat het uitstel om is, dat Catlin u gegeven heeft?” Het antwoord op deze vraag was eerst na eenige aarzeling gekomen: „Mogelijk is het, kind, maai' niet waarschijnlijk! We kunnen voor het oogenblik niets anders doen dan af wachten „Wilt u dan niet meer met hem spreken, vader?” vroeg Daisy angstig. „Hij zei toch zelf, dat het hem zoo hielp „Natuurlijk kind! Als er is, zal ik het weer probeeren.” Daisy stond op en trad op haar vader toe. Ze sloeg haar armen om zijn hals en zei, terwijl er tranen in haar oogen kwamen: „Ik dank u wel, vadertje, omdat u met hem hebt gesproken! U kunt niet gelooven, hoe blij ik ben voor hem en voor ons, dat ook u nu niet meer gelooft, dat hij het zelf heeft gedaan. Want al hebben wij het nog niet gezegd, vader, we weten het nu toch allebei: een ander heeft dus op hem ge- beetje Catlin

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 4