MEEUWEN IN DE VLUCHT. h je 7 - FOTOSTUDIE VAN EEN BOHEEMSCHEN BEDELAAR. op. me en maar je, Leila,’’ :1 hooren.” de wielerbaan te tijdens de races zijn altijd vrienden geweest jij waarom boog haar hoofd snel kuste hem op zijn lippen. „Zeg alleen maar: Ik houd van je fluisterde ze. „Dat is alles, wat ik wil er je mee haastig op. we zoo- Leila, wat kan ik daarop zeggen hij. ze en die je verwelkomden. Werkelijk niet, Bobby! Ik wensch je heusch van harte geluk! En ik zou mijn toejuichingen stellig bij die der anderen hebben gevoegd, als ik vrij was geweest. Maar ik ben niet langer, zooals vroeger, mijn eigen baas." een akelige gedachte bij hem naar de hand, die zij om heur er zat geen ring over hem egoïstisch!" en keek diep in haar nu zoo dicht bij de zijne hem alsof een duizeling hem Eenige weken later verschafte Robert J. Endell den couranten nieuwe stof. In alle dag bladen, over het heele land, stond met vette let ters te lezen: „Catastrophe op Brooklands. „Waaghals Bob” van zijn motor geslingerd!" En in het smalle, ijzeren ledikant in 't zieken huis lag Bobby, zijn rechter been in een kolos saal verband, zijn gezicht nog witter dan de kussens waarop zijn hoofd rustte Zijn rechter hand gleed langzaam over het laken en öp die hand legde zich een andere zacht en koel, de hand van een vrouw. Zijn oogen wendden zich verbaasd naar den houten stoel naast zijn bed. Verrast keek hij op.... Leila zat naast hem. „Bobby,” zei ze vriendelijk, „wil je het mij vergeven, dat ik den laatsten keer, toen je thuis was gekomen, zoo ruw, zoo wreed tegen je ben geweest?” Hij keek haar treurig glimlachend aan. „Als je wreed bent geweest, Leila," zei hij, „dan was het alleen omdat de waarheid dikwijls wreed is. Want het was volkomen waar, wat je zei. Ieder woord was volkomen waar. Ik heb er later veel over gedacht en wanneer ik probeer de, mezelf te verdedigen, dan voelde ik, dat ik geen enkel steekhoudend argument kon vinden. Ik ben een groote egoïst geweest, al die jaren. Maar ik heb er, geloof ik, voldoende voor ge boet!” Hij knikte met zijn hoofd in de richting van zijn verbonden been. „Racen is voor mij gedaan, Leila! Ik vrees, dat mijn rechter been, als ik het zal kunnen houden, in het vervolg niet meer dan een lastig aanhangsel zal zijn. Ik zal in het gunstigste geval mijn leven lang kreupel blijven, Leila." Haar hand sloot zich om de zijne. „Bobby,” zei ze toen spontaan, „een paar weken geleden zei je, dat je mijn vriendschap niet verlangde. Meen jemeen je dat nu nog?" Glimlachend keek hij haar aan. Er was een onzegbaar treurige blik in zijn oogen. „Ik ben krankzinnig geweest, Leila, toen ik dacht, dat ik er buiten zou kunnen. Ik zal er nu meer dan ooit behoefte aan hebben, Leila." „Ja, maar dat is het niet, wat ik bedoel, Bob by. Je zei, dat je mijn liefde wilde. Is dat nog zoo?" Een blos kleurde zijn witte gezicht. „Leila, je denkt toch niet, dat ik laf genoeg ben, om nu te vragen?" „Jij vraagt me niet, Bobby," antwoordde ze vriendelijk. „Ik ben het, die jou vraagt. Luister, Bobby. Jij was niet de eenige, die egoïstisch was. Ik was het ook. En ik ben het nog. Ik ge loof, dat bijna alle menschen tot die gevolg trekking komen, indien ze zichzelf ontleden en hun gevoelens diep genoeg peilen. Ik wilde je geheel alleen voor mezelf hebben. Ik was ja- loersch op je hartstocht voor racen, misschien zelfs wel op je succes. Ik wilde overtuigd zijn, de eerste en de eenige in je leven te zijn. Daar had ik altijd op gehoopt.... En nu, zie je.... nu voel ik me zekerder van je liefde, omdat je mij nu nóódig hebt. En daarom,” haar blauwe oogen keken hem glimlachend aan, „en daar om.... als ik zeg: „Ja, Bobby, graag, ik wil graag met je trouwen," dan ben ik niet edel breng ik ook geen offer of zooiets.... dan ben ik alleen maar Hij vatte haar hand blauwe oogen, die waren. En het was beving. begon 1 Maar heen Even kwam er op. Hij keek vlug knie had geslagen. Neen aan haar vinger. „Ik bedoel, dat ik het tegenwoordig nogal druk heb. De gezondheid van mijn moeder is er den laatsten tijd niet op verbeterd, weet je. Ieder uur, dat ik vrij heb, moet ik aan haar geven om haar te Verzorgen. Maar het is even eens noodzakelijk, dat ik geld verdien om in ons onderhoud te voorzien. En nu help ik dok ter Croxley 's middags in zijn apotheek.” „Leila! Je hebt me nooit verteldIk wist niet, dat je het financieel eh.... minder goed maakte." „Er was geen enkele reden om lastig te vallen, Bobby,” merkte ze „Gedurende de laatste twee jaar hebben veel moeten uitgeven door moeders ziekte, dat we wel tot andere maatregelen genoodzaakt waren. En dokter Croxley was vriendelijk ge noeg, mij een betrekking te bezorgen. Maar ja, nu heb ik natuurlijk niet veel meer vrij." „Leila, lief klein meisje...." Hij merkte nu, dat ze niet meer dezelfde kleine Leila was van vijf jaar geleden. Het was niet omdat ze er ouder uitzag, maar er was iets positiefs, iets echt vrouwelijks aan haar, dat hij toen nimmer had gezien. En ze was er in zijn oogen des te aantrekkelijker door. Hij boog zich naar haar over en legde zijn handen op de hare. „Leila, je hebt een moeilijken tijd gehad, lieve. Ik wou, dat je het mij hadt laten weten. Maar dat komt er nu eigenlijk niet opaan. Ikik zal nu voor je mogen zorgen, nietwaar, Leila? Mijn oom is een half jaar geleden gestorven en heeft mij het grootste deel van zijn geld na gelaten. Ikik zit er tamelijk goed voor, be grijp je. Ik zal je een onbezorgd, aangenaam leven kunnen geven als je het mij wilt toestaan. Langzaam had ze zijn handen van de hare afgeschoven. Ze was opgestaan en keek hem aan, met een zonderlingen, trotschen blik in haar oogen. „Daar is het nu te laat voor, Bobby," zei ze koud, toonloos. „Vijf jaar geleden wist je, dat ik van je hield. Je wist, dat wanneer je één woord hadt gezegd, ik op je zou hebben ge wacht graag, met mijn vollen wil en over tuiging, zonder te vragen hoè lang ik zou moe ten wachten. Maar je wilde vrij zijn, vrij om je eigen weg te gaan en je eigen ambities te vol gen. Je haakte naar verandering, naar sensaties, naar snelheid en je was zonder meer bereid mij ter zijde te schuiven en het risico te loopen mij te verliezen. O, ik merkte het toen heel goed, maar ik hoopte altijd, dat je na niet al te langen tijd tot bezinning zoudt komen en mij zoudt missen. Maar je schreef me hoe langer hoe minder, tot je eindelijk zoo goed als heelemaal niet meer schreef en wanneer je schreef, had je het alleen maar over jezelf. Het was steeds ik., ik.en nog eens ik! En nu je al het andere hebt, waarnaar je haakte succes en geld nü kom je terug en verwacht dat ik nog steeds klaar zal staan om mij in je armen te werpen.” Woorden van protest welden in hem „Leilaik zweer jeje beoordeelt verkeerd. Ik Plotseling zweeg hij. Wat gaf het eigenlijk? Als ze zóó over hem dacht, was alles hopeloos. Langzaam stond hij op. „Ik zal niet probeeren, mij te rechtvaardigen, zei hij. „Nu ik weet, hoe je over mij denkt, zal ik geen woord meer ver spillen." Een oogenblik keek ze hem zwijgend aan. Er was een niet te verklaren blik in haar oogen. „Denk niet. Bobby, dat ik boos op je ben. We zijn altijd vrienden geweest jij en ik. Er is geen enkele reden, waarom we geen vrienden zouden blijven.” Plotseling scheen hij zijn zelfbeheersching te verliezen. Hij deed een paar stappen naar voren en greep haar ruw bij de schouders. Zijn oogen leken vuur te schieten! „Er is wèl een reden,” zei hij woest. „Dezelfde reden, waarom ik je vriend schap niet verlang! Er kan een tijd zijn geweest, dat ik met je vriendschap genoegen kon nemen. Dat kan nu niet meer. Ik wil nu je liefde. Ik wil jou! En omdat je mij duidelijk hebt laten merken, dat je mij je liefde niet kunt geven, is het uit! Voorgoed en met alles!” Zijn handen gleden van heur schouders. Zon der meer een woord wendde hij zich om en ver liet de kamer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 9