joogte 1 i) h fl J 14 li /5T_ 8 |0| 8 LATEN WE EEN DORP BOUWEN. geen deze i ze spring- GOEIE VRIENDEN. K L doosjes noodig. Begin zijn over elkaar t over geplakte papier uit elkaar, om ze tegen elkaar te leggen ter ver krijging van een schuin loopend dak (zie de af beelding). We moeten hierbij echter zorgdragen, dat de wanden van i L '*‘J-11 VI"- Het dak beplakken wij met rood papier; muren van h< JJ,r EEN KONINGIN IN EEN COSTUUM VAN ZWART EN GEEL, koningin, We plakken het papier er gewoon omheen. Boven op het dak plaatsen we nog een schoor- een uit zijdepapier geknipt pijpje, waaruit wat watten steken bij wijze Ramen en en geplakt j "j-? van deuren teekenen wij op de maken. Mocht dat niet het geval zijn, vraag dan maar of vader of je groote broer je wil helpen. Die vinden het ook nog wel eens leuk te kun nen knutselen en het resultaat zal hun best mee vallen! steen, rook. muren. Bij ’n echt dorp behoort ook een molen. Twee doosjes, die met de korte zijden over elkaar ge legd zijn, worden tegen elkaar gezet. Van de korte zijden maken we het dak. Dan lijmen we de doosjes, binnenkant op binnenkant, en het dak vast en nadat we ze met papier hebben beplakt, worden uit dun karton de wieken ge sneden en onder het dak met een speld aan het huis bevestigd. De molen moet, wil Tij wind vangen, hoog staan, daarom lijmen we er een garenklosje onder. Een uit twee centimeter breed, stevig papier gevouwen trap, leidt van den beganen grond naar de op den achtermuur geteekende huisdeur. Onze fantasie laat ons nu nog menig gebouw vinden, dat wij op dezelfde wijze kunnen maken. We hebben nu echter nog boomen noodig. Een plukje watten, houtwol of een balletje in el kaar gedraaid papier overtrekken wij met groen gekleurd zijdepapier en binden het dan met een draadje garen op een dun stokje, dat wij met den onderkant in een kurk 'steken, opdat de boom niet omvalt. Met behulp van het hierbij gevoegde teeke- ningetje zul je alles wel gemakkelijk kunnen Ze was een koningin, maar ze was in geen enkel opzicht bemind. Koningin Steekster heette ze, en ze was vorstin van een uitgebreiden stam Gele Steeksters, die allemaal even gehaat, neen gevreesd waren. De koningin hing aan haar kaken en het leek, alsof ze dood was. Ze hing in een scheur van den muur, bij het raamkozijn, en zelfs al had ge heel goed en van dichtbij gekeken, dan nog was het de vraag geweest, of ge hadt gemerkt, dat het een.... wesp was. De gele strepen op haar lichaam waren verborgen onder stof, en haar zwarte banden waren ook bijna heelemaal verborgen. Maandenlang had koningin Steekster op deze wijze aan haar kaken gehangen, haar vleugels saamgevouwen onder haar lichaam. Ze leek wel een klein verschrompeld, dood blaadje. Ze be woog zich niet, maar in waarheid was ze spring levend. De winterdagen waren voorbij, en er kwam een morgen, dat de stralen van de warme lente zon nieuw leven schonken aan alle dieren. De lucht was veel minder koud dan in maanden het geval was geweest. Koningin Steekster ontwaak te in antwoord op de roepstem van de lente, die een bijzonderen invloed uitoefent, zoowel op insecten als op menschen. Langzaam, heel langzaam begon ze haar zes pooten te bewegen. Ze bracht ze allemaal weer in den vereischten stand en probeerde het raamkozijn te grijpen, maar haar pooten waren nog stijf, omdat ze zoo lang stil gelegen had den Eindelijk slaagde ze er echter in. Lang zaam en voorzichtig maakte ze haar kaken los en begon haar voelhorens te bewegen. Ze was ontwaakt en strekte haar ledematen uit. Haar vleugels begonnen met mooie kleuren te glanzen toen de zonnestralen ze beroerden. Nu moest ze zich wasschen en met de twee voorste pooten begon ze haar kopje te bewer ken, ongeveer op de wijze als een kat dit doet. Net zoo lang deed ze het, tot ze schoon was. Al de gele deelen van haar lichaam waren nu bevrijd van stof en leken te glanzen, waardoor de zwarte ringen des te beter uitkwamen. Tenslotte was ze geheel klaar en ze stak haar kopje uit de scheur in den muur. Ze deed nog eenige oefeningen met haar voelhorens, haar pooten en vleugels en toen vloog ze een eindje de hoogte in en zette zich op het kozijn: een prachtige wesp, die glansde in het zonnelicht. Koningin Steekster was gereed om in actie te komen! Een vogeltje vloog op, hongerig en scherp om zich heen speurend. Fladderend naderde het haar om zich dan vlak naast haar neer te zetten. Gedurende eenige seconden keek het haar aan, om dan tot de conclusie te komen, dat er iets aan haar was, dat hem niet aanstond, en het was zoo verstandig weg te vliegen. Waarschijn lijk had het anders met haar angel kennis ge maakt! Koninginnen moeten een huis hebben en deze koningin Wesp vloog heen om een geschikte woning voor zichzelf te zoeken, waar ze haar familie kon grootbrengen. Over eenigen tijd zou die woning een kleine, dichtbevolkte stad zijn wat wij een wespennest noemen en alle kinderen, kleinkinderen en achter-kleinkin- deren van koningin Steekster, de wesp, zullen er dan in wonen. En koningin Steekster, de vorstin van dat verschrikkelijke volkje,bekend onder den naam van Gele Steeksters, zal er opper machtig regeeren! We hebben hiervoor verscheidene leege luci fersdoosjes en allerlei soorten gekleurd papier noodig, terwijl we als gereedschappen beschik ken moeten over een schaar, een plakmiddel en een paar pijpjes kleurkrijt of velletjes papier in verschillende kleuren. De lucifersdoosjes schuiven we uit, zoodat we de doosjes en het omhulsel afzonderlijk hebben. Voor de huisjes hebben wij de huisjes van de Begin en einde van de hulzen gelegd. We verwijderen het er en halen de beide deelen tegen elkaar te leggen ter schuin loopend dak het huis loodrecht blijven. ii met rood papier; de iet huisje krijgen een andere kleur.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 16