ui 1L r' s I J J 1 (Wordt vervolgd). EEN GROOTSCH NATUURTAFEREEL IN COLORADODE ROYAL GEORGE CANYON. - Rechts op den voorgrond, in de diepe kloof, de Arkansas River. Daarnaast een met groote snelheid langs de rivier als een slang voortkronkelt. 3 W 1 trein, die zich een groot kan arme jongen, i een goede en ze had hem vier- die menschen stond als een toestand zaten te praten, verscheen er een klant van de firma, die een rekening kwam betalen. Het was een tamelijk groot bedrag, maar de jongeman was door zijn directie, die hem vol komen vertrouwde, gerechtigd betalingen tegen afgifte van een kwitantie in ontvangst te nemen. Hij deed dit ook nu, en terwijl hij het ontvang bewijs uitschreef, vertelde de klant dat hij nog dienzelfden avond naar Zuid-Amerika zou ver trekken. Toen hij was vertrokken, opperde de vriend van den kantoorbediende een plan." De jongeman liet zijn stem wat dalen. „Ik geloof wel, dat u begrijpt, wat hij voorstelde." Niemand zei een woord. „Hij stelde den bediende voor, dit geld weg te nemen en er de schulden van te betalen, die zij hadden. Het te stélen dus. Maar daar wilde de bediende niets van weten. Hij was wel zwak, maar niet slecht. En daarom boekte hij de ont vangst van het bedrag direct in het memoriaal, zoodat hij gedwongen was er zijn patroon ken nis van te geven en niet meer zou kunnen be zwijken. Zijn vriend was woedend en schold hem uit, maar er was nu niets meer aan te ver anderen.... Toen ging de telefoon; het was een klant, die eenige inlichtingen wilde hebben en om die te kunnen geven, moest de bediende het kantoor verlaten en zich naar het magazijn be geven. Het duurde misschien nog niet eens een halve minuut, maar toen hij terugkwam, was zijn vriend verdwenen werd hij door de herinnering overmand. Nick son'zag het en genoot er van met een duivel- reugde. Maar dit duurde niet lang, want i be- i be- i dit t het voor een hij sloeg zijn oogen Daisy, die nog steeds bij het en er deed alsof zij hem niet hoorde, maar moeite om zich niet om te draaien en kant in het gezicht te zeggen, hoe zeer ze hem verachtte! De oudste der beide rechercheurs wachtte even alvorens hij op Catlins verzoek betreffende de boeien antwoordde: „Het spijt me, mijnheer, maar ik ben verplicht u geboeid over te brengen. Zoo luiden mijn instructies. Ik heb er echter geen bezwaar tegen, indien u voor uw eigen re kening een auto wilt laten komen Catlin werd nu kwaad. „Ezels,” schold hij. „Ik had jullie voor verstandiger aangezien en niet gedacht, dat je iemand zoo maar, zonder eenig bewijs, arresteerde „Er zijn bewijzen tegen u, mijnheer,” ant woordde de rechercheur nu. „Ik moet u daarom zeggen, dat u beter doet te zwijgen. Dat is in uw eigen belang. Ik ben namelijk verplicht van alles wat u zoudt zeggen, proces verbaal op te maken en het aan mijn supérieuren te over leggen....” De man sprak met ’n rustige zekerheid, die Catlin nog meer aan 't wankelen bracht. Hij voel de, dat hij lang niet zoo stevig stond als hij wel had gedacht. Zijn daad had hij bedreven, ter wijl er niemand in de buurt was en hij had de revolver naast zijn slachtoffer neergelegd, om den schijn van zelfmoord te wekken Plotseling was het hem echter, alsof zijn hart stilstondDe revolver! Hij had verzuimd het wapen af te vegen en natuurlijk zouden ze het hebben gevonden en er als de politie het wer kelijk had onderzocht vingerafdrukken op hebben aangetroffen! En dan zijn schoenen! Het klamme zweet brak hem uit. Hij was ver loren.... Maar hij wilde zekerheid!) hebben; hij wilde weten, wat men wist, welke bewijzen men tegen hem kon aanvoerenzooveel te beter kon hij zich verdedigen. En hij stamelde in dien zin een vraag tegen den rechercheur. Maar deze haalde zijn schouders op. „Het is me niet toe gestaan, u hierop te antwoorden, mijnheer,” zei hij. „Dat zult u wel te bevoegder plaatse hooren Het was nu, dat de vreemdeling andermaal het woord nam. „Nickson," begon hij, „ik merk, dat je zelf nieuwsgierig bent naar de wijze waarop je bent ontdekt. Daar ik aanneem, dat je hier toch liever op een auto zult wachten dan zoo geboeid tus- schen deze beide heeren in naar de stad té wandelen, kan ik je misschien van dienst zijn door je een en ander te vertellen. Als je luisteren wilt?" „Schei uit met die comedie, man, en zeg op, wat je zeggen wilt,” viel Catlin ruw uit, terwijl hij den ander aankeek alsof hij hem verscheuren wilde. De jongeman haalde slechts zijn schouders op. „Ik spreek hier eigenlijk niet voor jou, Nick son," Ziei hij kalm, „maar voor den dokter en voor juffrouw Daisy. Daarom zal ik me eerst een korte inleiding veroorloven. Zij hebben er namelijk recht op alles te weten. Zij hebben zooveel voor mij gedaan....” Hij zweeg even, als wilde hij zijn gedachten verzamelen, toen vervolgde hij met een rustige stem: „Jaren ge leden was er een jongeman, een knaap nog bijna, die een betrekking had op toor in Liverpool. Hij was een héél arm zelfs, maar hij was van oude familie." Nickson grijnsde, maar zei niets, en de ander ging verder: „Deze jongen leerde een medisch student kennen, die een jaar of vijf, zes ouder was dan hijzelf, en hij liet zich door deze over halen aan de speeltafel zijn geluk te beproeven. Natuurlijk was dit zijn eigen schuld en ik ge loof dan ook, dat hij zwak en gemakkelijk te overhalen was. Hoe het zij hij verloor meer dan hij betalen kon. Zijn moeder was weduwe, zonder eenig bezit, en wanneer zij de schuld, hoe gering die ook was, zou hebben moeten betalen, zou haar dit hebben geruïneerd." De jongeman zweeg opnieuw, klaarblijkelijk sche vi opeens herinnerde hij zich weer zijn eigen narde positie, toen hij een onwillekeurige weging met zijn hand maakte en hem door de boeien werd belet. Misschien dat pas toen tot hem doordrong, dat hij daar i misdadiger, die al leen door zijn onhandigheid geen moordenaar was geworden! Er ging een rilling door hem heen en hij sloeg zijn oogen neer raam stond, wendde zich half om, en er waren tranen in haar oogen toen zij haar medelijdende blikken op den jongeman richtte. De dokter keek strak voor zich uit en de beide rechercheurs wierpen een steelschen blik op den assistent. Even heerschte er een drukkend zwijgen in de kamer, toen scheen de jongeman zich te hebben her steld. „Luister naar wat er verder gebeurde,” zei hij. „Op zekeren dag verscheen de student op het kantoor van den jongeman, toen deze geheel alleen was, hetgeen des middags gewoonlijk het geval was. Ook de student had den vorigen avond aan de speeltafel verlorenDit ver telde hij althans aan zijn vriend, terwijl zij al leen waren en hij vertelde óók, er leelijk door te zijn gedupeerd, omdat hij, wanneer het be kend .werd, dat hij speelde, niet verder zou mogen studeeren. Terwijl zij over hun benarden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 5