1D1E LEU6IN j' irr EEN I COMPLEET VERHAAL K vrouwen i GEZICHT OP DE BULGAARSCHE BADPLAATS VARNA AAN DE ZWARTE ZEE. 6 rukken hun staart beginnen we de man dige mannen wel, die zetten en nu ik ze gelukkig, ja dat leek uit van verveling; elkaar om dezelfde reden over den hekel te halen en verstan- een „boom" op probeeren elkaar vriendschappelijk omver te praten. Wij moeten op Kuala Koti ergen last van ver veling hebben gehad en we moeten bovendien ook erg verstandig zijn geweest, want als we op de „sociëteit” de veranda bij een van ons! geen zin meer hadden om te kaarten, begon nen we te redeneeren en te krakeelen als ’n krank zinnig geworden debateerclub. Het kon ons geen zier schelen, waar het over ging en evenmin of we geloofden, hetgeen we beweerden; de tijd ging er echter mee om en het debat vormde een uitstekende veiligheidsklep voor onze soms wel wat èrg verhitte gemoederen, die zich an ders waarschijnlijk op een minder onschuldige manier zouden hebben geuit. Zoo kwamen wij op een avond te spreken over de aloude vraag of een leugen ooit te recht vaardigen is. Ik ben vergeten, hoe het dispuut verliep; ook ben ik vergeten, wat ik over deze kwestie beweerde, of wat de kleine Cheswick ër van dacht, en Vance of Blake. We hadden, ge loof ik, allemaal wel eens gelogen en ik ge loof, dat we allemaal probeerden het goed te praten. Alleen één van ons hij was de oudste en heette Padre hield stokstijf vol, dat een leugen een leugen was, en dat geen argument ter wereld er ooit iets anders van kan maken En hij beweerde ook, dat liegen onder alle om standigheden verkeerd was! Misschien was hij de eenige van ons, die het geval zuiver bekeek, en misschien was hij dus ook wel de eenige, die gelijk had. Misschien Het was de kleine Cheswick het is zon derling, nu ik er aan terugdenk, dat juist hij het zijn moest die het gesprek pen andere wending gaf. Op zijn kalme, eenigszins ver legen manier zei hij opeens: „Ja, maar is het altijd wel noodzakelijk de waarheid te vertellen? Als je bijvoorbeeld iets verzwijgt, is dat dan hetzelfde als liegen?" Wel, dat leek een meer belovende vraag en we vlogen er met zijn allen op af; uitgezonderd Cheswick zelf, die stil in zijn hoekje bleef zitten en kalmpjes naar ons luisterde, ons onderwijl gadeslaand met z'n groote, trouwe, bruine oogen. Sinds zijn vrouw voor zes maanden naar haar ouders was gegaan, leek het wel, alsof de ern stige uitdrukking in zijn oogen zich nog had verdieptIk geloof, dat het is door wat er later gebeurde, dat ik mij dezen avond nog zoo goed kan herinneren. Indien ik mijn oogen sluit, zie ik nóg de veranda met de papieren lantaarns, waar omheen de Aziatische insecten fladderden; zie ik nóg den blauwen hémel, met de duizen den sterren als miniatuur-zonnen „Wel," zei Blake opeens, toen we het onder werp wat hadden afgeknabbeld, „ik heb eens een aardig geval gehoord op dit gebied.... Ik het, "dat de’assistent en de vrouw wel hoorde het op de club te Penang.... Vance bewoog zich onrustig op zijn stoel. „Wees voorzichtig,” zei hij, „als er toevallig iemand uit die buurt onder ons is. „O, dat zou nog niets geven,” antwoordde Blake. „Ik zal geen namen noemen.” Vance bromde wat en Blake stak van wal. Hij was een goed verteller, maar moraal moest men nooit zoeken in hetgeen hij beweerde „Het was natuurlijk weer de eeuwige drie hoek," begon hij. „Omdat ik menschen interes sante dieren vind, had het geval mijn belang stelling.” Hij zei dezen laatsten zin op een toon, die het verlangen in mij deed opkomen, hem op zijn gezicht te slaan! „En ik vond het misschien wel des te interessanter, omdat de drie er bij betrokken personen zulke ver duiveld nette lui waren! Ze waren modem in hun opvattingen, zie je, maar strikt eerlijk. De echtgenoot was, geloof ik, wat al te netjes. Je begrijpt wat ik bedoel: hij had geen fut, geen lef. Nooit sprak hij over zichzelf, omdat hij overtuigd was, dat het een ander niet interes- seeren zou; steeds was hij bereid om opzij te gaan, teneinde een ander te laten passeeren..” Blake stak een sigaret aan en het vlammetje van zijn lucifer verlichtte het gezicht van Ches wick en ik zag, hoe deze aandachtig zat te luisteren „Waarom zijn vrouw met hem getrouwd was,” vervolgde Blake, „mag de hemel weten. Maar dat blijft altijd een onoplosbaar raadsel., ik bedoel, waarom de menschen met elkaar trouwen. Misschien bewonderde zij hem om zijn zacht, net karakter, en om zijn onzelfzuchtig heid. Hoe het zij., korten tijd, nadat ze ge trouwd waren begon zij van zijn netheid ge noeg te krijgen. Hetgeen begrijpelijk is. Wij allemaal waardeeren onzelfzuchtigheid in het abstracte, of wanneer we er de voordeelen van plukken, maar wanneer een vrouw gedoemd is in een uithoek van de wereld te leven, omdat haar man zijn ellebogen niet gebruiken wil om vooruit te komen uit vrees iemand te kwetsen wel, dan kan zij die onzelfzuchtigheid niet lang blijven waardeeren. En toen kwam de andere man! Hij kwam als de assistent van haar echt genoot, maar het duurde niet lang of hij deelde op de plantage de lakens uit. Daar was het echt een type naar, beweerde men. De echtgenoot liet hem zijn gang gaan en erkende zelfs, dat de methoden van zijn assistent beter waren dan die van hemzelf. Een minder nette vent zou den ander natuurlijk aan het verstand hebben gebracht, dat hij niets te vertellen had en dat hij slechts te doen had, wat hem werd bevolen. Maar zóó was de echtgenoot niet. Zoo lang het werk voor de maatschappij zoo goed mogelijk werd gedaan, dacht hij niet aan zijn eigen positie. Klaarblijkelijk woonde de assistent in den bun galow van zijn chef en diens vrouw. En zoo acht uur van den dag samen alleen waren. En naar wat ze mij vertelden, was ze een tamelijk knappe vrouw en geestig bovendien. Maar wan neer jullie denken, dat de assistent opzettelijk den ander zijn vrouw wilde veroveren, dan heb ben jullie het mis! Daar dacht hij zoo min aan als om bijvoorbeeld de aarde uit haar loopbaan te slingeren! Het gebeurde alleen maar.... ge beurde, zónder meerOm te beginnen kreeg hij met haar te doen, omdat ze in zoo’n negorij woonde. Niet dat zij klaagde of zoo, ze zou ge loof ik liever haar tong hebben afgebeten. Maar de assistent kon het niet helpen, dat hij het merkte. Ik geloof ook niet, dat zij iets kwaads of verkeerds in den zin had. Wèl zag ze, dat de jongeman het ver zou brengen in de reld. Hij zou zoo zeker de bovenste trede van maatschappelijke ladder bereiken als haar halverwege was blijven steken. Toch dacht zij nimmer aan den jongeman als aan haar bevrijder of iets dergelijks, die haar zou „verlossen" en haar een „beter" leven zou geven. Natuurlijk ze verlangde naar mooie japonnen en naar een beschaafde omgeving welke vrouw doet dit niet? maar ze zou er nooit of te nimmer haar man om hebben verlaten. Neen, zooals ik het zie, bewonderde zij alleen den durf van den assistent en begon zij de lankmoedigheid van haar man te verafschuwen. Toen begon zij minder van haai man te houden en werd verliefd op den assis tent Langen tijd bleef de toestand zoo. Toen gebeurde er ietsOp zekeren dag ging zij met den assistent een rit te paard maken, en toen zij afsteeg, werd ze gebeten door een gifslang. Natuurlijk wist hij precies wat hij doen moest en hij dééd dat ook. Hij bond de wond af en droeg haar naar huis, half bewusteloos. Daar goot hij een flesch warme whisky in haar keel en redde op die manier haar leven. Tegen den tijd, dat haar man thuiskwam, was zij buiten gevaar. Tot dan toe had zij haar geheim bewaard, maar toen hij haar half be wusteloos in zijn armen naar huis droeg, had zij er alles, zonder het te weten, als het ware uitgeflapt. Te oordeelen naar hetgeen men mij vertelde was de assistent toen nog niet verliefd op haar. Maar jullie weten hoe zooiets gaat. Wanneer een man merkt, dat een knappe, geestige vrouw van hem houdt, is hij gevleid en meent, dat hij niet goed onvriendelijk tegen haar kan zijn. Natuurlijk ik weet wel, dat de assistent onmiddellijk had dienen te verhuizen; maar geloof, dat hij dit niet doen wilde, omdat had laten merken, dat ze niet meer zelfs ongelukkig was met haar man en hem heel ernstig. Hij dacht, dat hij haar geluk kig kon maken en meende, dat het zijn plicht was zulks te doen. Hij was bereid de sterren van den hemel te halen en ze om haar hals te hangen teneinde haar te believen! Het was echter duidelijk, dat hij haar niet ge lukkig kon maken zonder haar man groot ver driet te doen en daar deinsde hij voor terug. Weken gingen dan ook voorbij, zonder dat er tusschen de beide menschen ook maar één woord werd gewisseld, dat de echtgenoot niet zou hebben’mogen hooren, maar dat kon na tuurlijk niet* zoo blijven. De assistent wist, dat zij van hem hield; zij zag, hoe hij over haar dacht mannen kunnen zulke dingen niet -zoo goed verbergen als vrouwen. Enfin er moést iets gebeuren, vroeg of laat En het gebeurde ook. Op een avond zaten ze samen op de veranda de echtgenoot was nog op de plantage. De assistent zat te lezen en zij naaide. Op een gegeven oogenblik liet ze haar naald vallen en toen ze zich bukte om ze op te rapen, stootte ze haar hoofd. Hij sprong op en vroeg of ze zich bezeerd had en zij barstte in tranen uit. Niet van pijn, maar van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 8