ANECDOTEN VAJNJ 1BEIWE1M1DE 1MUSICI 4DHIZ1E 2<D^J1D1EJU1LI]¥€1E GEWOONTEN a M I iK 11 Ki>‘ STADSGEZICHT TE SEVILLA. Een kudde Kalkoensche hanen met haar „herder”. 5 In vijf- niet en jes ist- en, aar aal •P veiligheid” nog steeds beseffen, den vij- te ler id- 'ee ók nu in- »rs Ier visitekaartje: den achterkant j von Beet- zond he* terug. en ch en, erg OP ren „Zingt alleen wanneer en. el- de ot- Dit jns ik- en, net oei ze rel ‘r- e- e- en in oe en lei n- et; de en n- eft ter ijn ize iai „maar oud-worden is tot kende middel om kwam diens en verzocht treurmarsch, opkomt naar Waarom, meer gewoonten, Eugen d’Albert, de bekende componist, trouwde eens hij is heel dikwijls getrouwd en bevond zich weer eens op de huwelijksreis. Op Sicilië werd hem ongenietbare spaghetti voorgezet. Hij roerde er een tijdje met zijn vork in en wierp zijn bord toen, met spaghetti en al, woedend over het hek van de veranda. „Dat is geen eten!” riep hij uit. „En dat kan ik je wel zeggen, lieve,” zoo wendde hij zich tot zijn vrouw, „mijn volgende huwelijksreis maak ik niet meer naar Italië!” nu toe het eenig be lang te leven.” De bekende zangeres Gabrielli verlangde van Catharina II voor twee maanden, dat zij in Pe tersburg zou zingen, een honorarium van duizend dukaten in goud. „Maar zooveel betaal ik mijn generaals eens! riep de Keizerin verbaasd uit. „0, antwoordde de zangeres, „maar kunt u beter een van uw Evenals alle andere groote musici had Chopin er een hekel aan, indien hij ergens te eten werd gevraagd, met de bedoeling hem tevens voor de gasten te laten spelen. Toen men hem weer eens verzocht, voor den vleugel plaats te nemen, bracht hij zijn kortste compositie, een praelu- dium van slechts zestien maten, ten gehoore. „Maar beste meester," riep de gastvrouw uit, „zoon klein stukje maar!” „Mevrouw,” antwoordde Chopin, vreeselijk ergerde, „ik heb ook maar klein beetje gegeten.” een gesprek met Auber beklaagde iemand zich over het oud-worden. Ja, beste vriend,” antwoordde de componist, ..irnnr t„„ 1<T Caruso, de bekende zanger, werd tijdens een tournée in Amerika door een millionnair uitge- noodigd in diens villa tegen een fabelachtig ho norarium te komen zingen. De zanger nam het voorstel aan en verscheen precies op tijd. Tot zijn verbazing was er echter behalve den million nair en diens kleine hondje niemand aanwezig. Hiertoe uitgenoodigd begon hij een aria voor te dragen. Nauwelijks had hij eenige noten ge zongen, of het hondje begon vreeselijk te huilen. Geërgerd zweeg Caruso, maar de millionnair trad lachend met een chèque op hem toe en zei: 15 - deze zonderlinge gewoonte heeft men tot nu toe geen enkele steekhoudende verklaring kunnen vinden. Dat men slechts met een aanwensel te doen zou hebben, is niet aan te nemen. Waarschijn lijk heeft men ook hier te maken met een oer- instinct, dat bij sommigen van ons is afgesleten en bij anderen is blijven bestaan. Een andere zonderlinge gewoonte van som mige menschen is om bepaalde kleuren te ver binden met volgens hen correspondeerende cijfers en omgekeerd, terwijl er ook lieden zijn, die bij een bepaalde kleur aan een bepaalde letter moeten denken. Het zijn deze en dergelijke gewoonten, die voor den beoefenaar der psychologie steeds nieuwe gebieden van onderzoek ontsluiten en die tevens de overtuiging vestigen, dat de men- schelijke natuur veel gecompliceerder is, dan men over het algemeen aanneemt! Nóg zonderlinger is de gewoonte van een groot aantal personen om in trein, bus of tram bij voorkeur een plaats te zoeken aan den lin ker kant van het rijtuig. Iedere poging, om daar een geschikte verklaring voor te vinden, heeft tot nu toe gefaald! Waarom gebruiken de meeste menschen voor de bezigheden, die zij dagelijks te doen hebben, gewoonlijk hun rechter hand? Een zekere dok ter Zinchinelli uit Padua heeft in 1827 gepro beerd, dit verschijnsel te verklaren. Hij beweerde, dat de linker arm niet in hevige en voortdurende beweging kon zijn zonder pijn in de linker zijde te verwekken, omdat zich aan den linker kant van het menschelijk lichaam het generaals laten zingen! Toen Meijerbeer gestorven was, neef op zekeren dag bij Rossini kern, te willen luisteren naar een die zich een heel aarom geven bijna alle beschaafde men schen er de voorkeur aan om in kamers te slapen, die hooger zijn gelegen dan hun woonkamers? Dit is een van die eigen aardigheden, welke de meeste menschen zonder meer aannemen als iets heel gewoons, als iets waarvoor men geen reden behoeft te zoeken. Maar er is in werkelijkheid niets „natuurlijks” aan. Of misschien is het beter te zeggen, dat er juist wel iets zeer natuurlijks aan is! Sommige geleerden veronderstellen, dat deze gewoonte om onze slaapkamers hooger te heb ben dan onze woonkamers nog overgebleven is uit den ver achter ons liggenden tijd, toen het niet veilig was op den grond te slapen en het beklimmen van een boom om rust te zoeken instinctmatig geschiedde. Hoe het zij, de ge woonte is wat men noemt tfen zeerste „ingebur- gerd" en verklaart den tegenzin, dien de meeste menschen hebben tegen huizen van slechts één verdieping. We hebben nog veel meer gewoonten, die zóó natuurlijk zijn, dat het bijna bij niemand de oorzaak er van te vragen, bijvoorbeeld, zoeken negen van de tien menschen, die een restaurant of café bin nentreden, bij voorkeur een boekplaats of al thans een plaats, die onmiddellijk een muur achter zich heeft? (Men vergete ook de voor keur voor boekplaatsen in treinen niet!) Ligt ook hieraan misschien een „zoeken naar ten grondslag? Doet de band, die ons onbewust met den oertijd bindt, ons dat het beter is, met het gezicht naar and gekeerd te zijn? u maar niet verder, mijnheer! Ik wilde maar weten, of mijn hond ook zou huilen Caruso zong!” De beyremde tenor Kail Burrian kwam eens niet geheel nuchter in het theater, waar hij den Lohengrin had te zingen. Toen hij in het door den zwaan getrokken bootje moest stappen, verloor hij zijn evenwicht, wankelde opzij en de zwaan zwom met het bootje zonder hem weg. Op het tooneel was iedereen aan de grootste verwarring ten prooiNiemand wist wat te doen. Burrian wendde zich echter tot een van zijn collega’s en vroeg: „Zeg eens, weet jij ook wanneer de volgende zwaan vaart?" Brahms was gewoon, wanneer een gezelschap hem niet aanstond, zijn hoed te grijpen en weg te gaan. Op zekeren keer kwam de gastvrouw hem na en vroeg hem: „Wat? Wilt u nu al weggaan?" „Ja,” zei Brahms. „En als ik misschien mocnt hebben vergeten iemand van uw uitgelezen ge zelschap te beleedigen, neem het me dan maar niet kwalijk!" Beethovens broer Johann was erg trotsch op zijn bezittingen. Op zekeren nieuwsjaarsdag stuurde hij zijn broer Ludwig een visitekaartje „Johann von Beethbven grondeigenaar.” Di titellooze Beethoven schreef op den van het kaartje met potlood: „Ludwig hoven hersenbezitter", en dien hij op den dood van zijn oom had gecom poneerd. Nadat Rossini geduldig had geluisterd, zei hij: „Heel mooimaar het was mij toch liever geweest, indien u gestorven was en uw oom den treurmarsch had gecomponeerd." hart bevindt. Het schijnt tot dezen dokter echter nooit te zijn doorgedrongen, dat er een groot aantal linksch-handige menschen bestaan, die niets meer van hun hart hebben te lijden dan zij, die rechtsch zijn! Gewoonten van de minderheid zijn natuurlijk lang niet zoo interessant als die, welke wij alle maal toepassen. In verband met het vraagstuk der linksheid wijzen we hier echter toch op een zonderlinge gewoonte, die sommige menschen er op nahouden om zoogenaamd „spiegel schrift” te schrijven. Onderwijzers Jcennen deze gewoonte heel goed, die hierin bestaat, dat men van achteren naar voren schrijft, dus zooals een gewoon geschreven woord er in den spiegel uit ziet. Vaak is het zeer moeilijk om kinderen deze eigenaardige gewoonte af te leeren. De meesten, die „spiegelschrift" schrijven, kunnen met beide handen tegelijk schrijven; met de rechter hand „gewoon", met de linker spiegelschrift. Voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 15