J
y
J
I
rj
d
V U IL IK W IE UI
5;.
DE GEWELDIGE M I CCEAII I VI V V/V Idlll ZkZkDDE.
4
J
-
15 -
71
Xt
fc
J
in
7
pelijke oorzaak dan
Bij de erupties van
schokken over een
geving gevoeld. Bij
Deze teekening toont de historie van een typischen vulkaan en hoe deze werkt. A is de kegel
van asch en lava. S zijn de rotslagen, die vroeger horizontaal waren, doch nu door de onder-
grondsche krachten zijn verbogen. M zijn de rotslagen, die gevormd werden door de afkoeling
der aardkorst. L is de lava, die uitgeworpen is door de tweede krateropening V. C is de hoofd
krater, terwijl E een uitgedoofde krater is. W is het water, dat uit zee naar binnendringt en in
aanraking komt met het vuur in den vulkaan I, waardoor het veranderd wordt in gassen (G)
vulkanen ook wel op groote afstanden er van-#
daan voorkomen. Over het algemeen vindt men*
meer vulkanen bij de kusten van den Stillen
Oceaan dan bij die van den Atlantischen.
Verscheidene eilanden zijn in werkelijkheid
niets anders dan de kraters van vulkanen,
die zich boven het wateroppervlak verheffen.
Ongetwijfeld zijn er ook nog verscheidene vul-
kaan-kraters, die nog niet de oppervlakte van
de zeeën hebben bereikt. Van dergelijke vul
kanen weet men nog maar zeer weinig.
Werkende vulkanen zijn veel talrijker
streken waar de aardformaties nog betrekkelijk
jong zijn dan waar deze reeds „op leeftijd" zijn.
Naar men aanneemt, ontstaan vulkanen dan ook
bij voorkeur in streken, waar de aardkorst nog
in beweging is, dat wil zeggen, waar deze rijst
of daalt.
Geen vulkaan schijnt, volgens de opvattingen,
die geologen van den tijd hebben, lang wer
kend te zijn geweest. Toch zijn er veel vul
kanen bekend, die reeds van het begin der his
torische periode af actief zijn.
Talrijk zijn de plannen, welke zijn gemaakt
om de krachten, die zich in vulkanen ontwik
kelen, in „vaste banen” te leiden en te be
nutten voor industrieele doeleinden. Men heeft
zelfs een practische proef genomen in Toscane,
op de Westkust van Italië. Daar heeft men een
soort tunnels gegraven in den vulkanischen kant
van den berg nabij Larderello en den stoom,
<ne uit deze kunstmatige geisers ontsnapte, heeft
men benut om er machines mee aan te drijven,
die electriciteit opwekken. Deze electriciteit
wordt naar Florence en andere steden gevoerd,
waar ze voor krachtdoeleinden wordt aan
gewend.
De werkzaamheid van een vulkaan onenbaart
zich gewoonlijk door een kalm uitstroomen van
dampen, waaruit zich verschillende mineralen
afscheiden, zooals salpeter, keukenzout, salmiak,
enzoovoort, terwijl verder uit spleten koolzuur,
zwaveldampen enzoovoort stroomen.
Tot de verschijnselen, welke mede tot de vul
kanische behooren, moeten hier nog genoemd
worden de spuitende bronnen of geisers zoo
genoemd naar den grooten Geysir op Ijsland
en de heete bronnen. Behalve op Ijsland,
vinden wij deze in het Yellowstone-park en op
Nieuw-Zeeland. De geysirs op Nieuw-Zeeland
zijn echter ten gevolge van een vulkanische uit
barsting rustend geworden. Het water treedt bij
geysirs uit een samengesteld stelsel van spleten
en kanalen te voorschijn.
I—- en vulkaan het woord is afkomstig van
I Vulcanus, den Romeinschen god van het
1vuur is een opening in de aardopper
vlakte, waardoor gloeiend heet gesteente, uit
het inwendige der aarde afkomstig, naar buiten
wordt gedreven. In veel gevallen is dit gesteente
door de groote hitte vloeibaar geworden; men
noemt het dan lava. Deze lava kan rustig naar
buiten stroomen, maar ze kan ook met enorme
kracht omhoog gestuwd worden. In het laatste
geval heeft het geheel of bijna geheel vasten
vorm aangenomen. Kleine deeltjes vaste lava
noemt men slakken, maar wanneer ze zóó klein
zijn, dat ze wel zand lijken, dan noemt men ze
asch of vulkaanstof. De totale massa, die bij
een vulkaanuitbarsting naar buiten komt, noemt
men magma. Dit magma is doordrengd van
gassen en het zijn juist deze ontwijkende en
onder zeer hoogen druk staande gassen in het
inwendige der aarde, die het kanaal naar de
oppervlakte hebben gevormd, en aan het einde
daarvan den krater doen ontstaan.
Iedere groote eruptie zoo noemt men de
uitbarsting van een vulkaan begint met het
vormen van zulk een trechter en in de diepte
daarvan vormt zich door de asch en de slakken
weer een krater en in het midden daarvan een
verdiepte kegelvormige opening, die men den
eiuptiekegel noemt. Wanneer een krater zeer
hoog -wordt, kunnen de erupties uit tal van zij-
openingen in den krater te voorschijn komen.
Indien een vulkaan niet meer „werkt”, dan
noemt men hem uitgedoofd. Eigenlijk is het
dan geen vulkaan meer. Wanneer de werking
slechts tijdelijk heeft opgehouden, dan spreekt
men van een „slapende.! vulkaan". Het is vaak
zeer moeilijk om te weten of een vulkaan uit
gedoofd is of slaapt. Algemeen nam men aan,
dat de Vesuvius uitgedoofd was, tot hij in het
jaar‘79 na Chr. opeens begon te werken en wel
zóó hevig, dat twee steden door de gloeiende
lava werden bedolven. Soms gebeurt het, dat de
kraters van vulkanen, die niet meer werken, met
water worden gevuld, hetgeen bijvoorbeeld in
den Eiffel het geval is. Een bijzonder groot
kratermeer bevindt zich in den krater van de
Mount Mazama, in Oregon (V. St.).
Vaak worden vulkanen in verband met aard
bevingen gebracht en soms zijn de geweldadige
uitbarstingen ook wel eens de oorzaak van
aardbevingen. In de meeste gevallen zijn beide
verschijnselen echter eer aan een gemeenschap-
aan elkander toe te schrijven,
den Vesuvius werden de
grooten afstand in de om-
Do__3 zeer hevige erupties worden
de oude kraters soms gedeeltelijk of geheel weg
geslingerd. Zelfs kan, wanneer zoo'n vulkaan op
een eiland is gelegen, een deel van het eiland
verdwijnen. Zoo werd bijvoorbeeld een groot
deel van het eiland Krakatau, tusschen Sumatra
en Java, tijdens de eruptie van 1883 geheel
weggeslagen. De schok werd toen aan den an
deren kant van den aardbol gevoeld!
De groote verwoestingen, die het gevolg zijn
van vulkanische uitbarstingen, zijn vaker toe te
schrijven aan de stukken steen enzoovoort, die
naar buiten worden geslingerd, dan aan de lava,
die naar buiten vloeit. Lava vloeit gewoonlijk
langzaam en in de meeste gevallen legt ze niet
eens een grooten afstand af voordat ze stolt.
Maar de vaste stoffen kunnen bijzonder ver
worden weggeslingerd.
Regenbuien, ontstaan door de condensatie van
de ontsnappende waterdampen, dalen vaak
samen met de asch neer, die er door in een
gloeiende modder wordt veranderd, welke een
ontzettende vernieling kan aanrichten. Bij de
hierboven reeds aangehaalde uitbarsting van
den Krakatau heeft men kunnen constateeren,
dat deze aschdeeltjes twintig kilometer hoog de
lucht ingeslingerd werden, en daarna door den
wind rond de aarde werden gedreven. Groote
blokken gestoken lava kunnen soms mijlen ver
van den krater terecht komen.
Het aantal werkende vulkanen wordt geschat
op drie- a vierhonderd. Ongeveer één derde
daarvan bevindt zich op het vasteland, terwijl
de anderen op eilanden zijn gelegen. De meeste
vulkanen van het vasteland liggen betrekkelijk
dicht bij de zeekusten, ofschoon uitgedoofde