d 1DWAZ1E MOKIEIBS Ki PI I ALLERLEI WETENSW AARDIGS K P. i I wed- MOOI MET ONZE OUDE KLEEREN? die, wanneer ze iets te rooken later over- Gezicht op de rivier de Semois en de Route de France te Bouillon (Belgische Ardennen). 15 VO er be- in Italië zijn melancholie in rook te doen opgaan en ver slond hiertoe iederen dag 300 sigaretten van - -l was, flarden, zijn baard- waren zijn eerste een sigaar!" Zwijgend zette hij zich te rooken eri pas daarna kon hij zijn redder zijn avonturen verhalen! Behoeven wij alvorens dit artikel te mogen besluiten nog eerst te herinneren aan de voorbeelden van de talrijke gevangenen, die in de laatste oogenblikken vóór hun terechtstelling om een sigaar of sigaret vroegen, als het eenige en laatste verlangen van hun leven, om te doen begrijpen, hoe zeer sommigen aan rooken als het ware verslaafd kunnen zijn? nu als Velen verkeeren in de meening dat de toren van Pisa de eenige scheeve toren is, die staat. Dit is echter niet het geval. Er zijn i verschillende torens, waarvan de as niet lood- recht is. Over het algemeen is dit niet de bedoe ling van den bouwmeester geweest, maar toch zijn er wel die het opzettelijk deden om een bijzonder effect te verkrijgen. Hoewel steeds meer menschen in dezen tijd van gemakkelijke vervoermiddelen, de echt En- gelsche gewoonte volgen om te „picknicken", zul len er toch nog wel sommigen zijn die niet weten, waaraan het woord picknick zijn ontstaan te danken heeft. Dat t woord „picknick" Engelsch is, is natuur lijk bekend. Wanneer men vroeger met z'n allen een dagje naar buiten ging, deed een lijst de ronde, waarop alle dingen stonden die er dien dag noodig zouden zijn. Een ieder koos nu uit wat hij voor zijn rekening nam. Dit uitzoeken noemde men in 't Engelsch „piek". Achter dat gene wat men uitzocht zette men op de lijst een teeken, („nicked"). Het openluchtvermaak kreeg zoo den naam „Piek and nick" hetgeen als „picknick" in vrijwel alle talen werd genomen. Vaak ook is rooken de aanleiding tot een denschap geweest. Zoo slaagde bijvoorbeeld in 1860 een Franschman er in, in elf uur tijds 50 sigaren te rooken. Waarschijnlijk zal dit wel een wereldrecord zijn geweest; lang hield hij het echter niet op zijn naam, want eenigen tijd later werd hij geslagen door een inwoner van Roubaix, die bij een weddenschap in twaalf uur tijds 86 sigaren rookte! Dat was meer dan zeven sigaren per uur! Het is te begrijpen, dat derge lijke dwaasheden niet zonder gevaar zijn. De gevallen, dat iemand zich om een weddenschap ie winnen, heeft doodgerookt, zijn daarom heusch niet zoo sporadisch als men misschien wel denkt! Zelfs zijn er voorbeelden bekend van menschen, die door veel te rooken zelfmoord hebben gepleegd. Zoo was er eens een Deen, die t spleen had. Hij kwam op de onzalige gedachte Toen Stanley zijn beroemde ontdekkingsreis in Afrika deed, bevrijdde hij een landgenoot, die er verscheidene jaren in zware gevangen schap had doorgebracht. Toen hij Stanley zag zijn kleeren aan flarden, zijn baard- en hoofd haar verward waren zijn eerste woorden „Alsjeblieft toen neer om van Romeinsche góden vervangen door van Germaansche góden, waarvan onze voor de dagen der week weer zijn af- Wanneer we het enorme gewicht van kerk klokken nagaan, dan begrijpen we, met welk een ontzettende moeilijkheden het ophangen ervan dikwijls gepaard gaat. Zoo weegt b.v. de Bigben, de klok van de Westminster in Londen, 14 ton en de Great Peter in de Kathedraal te York II ton. Hoe de klok in den kerktoren te Peking is opge hangen, blijft een mysterie. Deze klok is gegoten in 1415, en weegt 53*/2 ton. Ze is 15 voet hoog, 9 duim dik en heeft aan den onderkant een om vang van 34 voet. n Oostersché tabak, die zeer aromatisch was, de z.g. latakieh. Hij hield 't 27 maanden vol. Gedu rende dien tijd had hij 125.000 sigaretten ge rookt. Toen werd hij ziek en overleed aan de ge volgen van zijn onmatigheid. Een Hongaar, uit de hoogste aristocratische kringen van Boedapest, had zware geldzorgen en was niet meer in staat op den ouden voet te leven. Hij kwijnde weg en vermagerde met den dag, zonder dat iemand er de reden van wist, tot hij na ongeveer tien maanden overleed en het geheim van zijn zelfgekozen lijdensweg werd ontsluierd: hij had per dag niet minder dan 56 si garen gerookt! Oorspronkelijk een tijdverdrijf, is het rooken voor velen langzamerhand een gewoonte en van een gewoonte een behoefte geworden, die het slachtoffer van zijn vrijheid en zijn rust berooft. Gewoonte-rookers zijn gewoonlijk diep te bekla gen wezens, vooral wanneer zij voor eenigen tijd van hun rookmateriaal verstoken zijn. Ook van dezulken zijn voorbeelden te over bekend. George Sand, de bekende Fransche schrijfster, bijvoorbeeld kon geen letter op het papier zetten als ze niet rookte en wanneer ze tegenwoordig was bij de repetitie van haar tooneelstukken verkeerde zij in een regelrechten staat vgn ver- dooving, omdat het reglement van den schouw burg niet toeliet, dat zij rookte. Tenslotte werd het zóó erg, dat men wel genoodzaakt was haar een sigaret te geven. Ook Napoleon III was dat hij, wanneer hij op Naar aanleiding van ons artikel „Wie zijn er mooi met onze oude kleeren?" in een onzer vori ge nummers, deelt men ons van bevoegde zijde de eischen mede, die bij het opkoopen van ge dragen kleeding voor den export, worden ge steld. Al te oude afgedragen kleeding wordt ab- soluut voor dezen handel afgekéurd en verhuist naar den lompenhandel. Jassen en broeken die nen dan ook in behoorlijken staat te zijn; de eer ste moeten beide mouwen, de laatste beide pij pen hebben. Ook de voering mag niet al te versleten zijn; komen er te groote gapingen in voor, dan wor den ze afgekeurd voor den export. Alvorens deze kleeren naar de plaats van bestemming worden verzonden, worden ze eerst nog aan een reini gingsproces onderworpen om daarna te worden gerepareerd. zoo n gewoonte-rooker wanneer hij op een gegeven oogenblik merkte, geen tabak bij zich te hebben niet meer in staat was een gesprek te volgen! Een dergelijke rooker kan buiten eten en drin ken, maar niet buiten zijn „smokertje", of dit sigaar, sigaret of pijp is. Er zijn gevallen bekend van schipbreukelingen, die dagenlang niet ge geten of gedronken hadden en werden gered, het eerst om vroegen. De verdeeling der week in dagen stamt reeds uit de grijze oudheid. Men geloofde toen dat de planeten grooten invloed uitoefenden op het le venslot van de menschen en dat elk harer op vastgestelde tijden heerschappij voerde. Men kende toen pas vijf planeten, maar rekende zon en maan er ook bij, omdat men dacht dat dezen eveneens aan geen vaste plaats gebonden waren. Zoo kwam men tot het getal zeven. Hun volg orde werd bepaald naar den afstand waarop men meende, dat ze van de aarde verwijderd waren. Deze volgorde werd nu als volgt: Saturnus, Zon, Maan, Mars, Mercurius, Jupiter en Venus. In de derde eeuw van onze jaartelling was deze indeeling in het Westen overal in gebruik. Bij de Germaansche volksstammen zijn deze namen namen namen geleid. IK r zijn rookers enrookers. Er zijn er, I die het Nicotiaansche kruid met mate sa- 1-voureeren de verstandigen; er zijn er, die t onmatig doen de önverstandigen, en dan zijn er, die zoo goed als niets anders doen dan rooken. En dat zijn de dwazen, die kans hebben door hun dwaasheid óf beroemd óf berucht te worden. Tot de dwaze rookers en over hén willen wij het nu eens hebben behoorde o.a. generaal Lasalle, de held van Wagram. Zijn pijp, die min stens even beroemd is geworden als hij zelf, had kolossale afmetingen. Boven op het deksel van de „fornuis” was een zilveren adelaar geplaatst en de steel had een lengte van zeventig centi meter. Lasalle was in letterlijken zin onafschei delijk aan zijn pijp verbonden. Zelfs in de hitte van het gevëcht of in de hachelijkste omstan digheden legde hij ze niet uit zijn mond. Napo leon kon hem dat eeuwige „smoken' niet ver geven, en hij stak dit niet onder stoelen of banken. Op zekeren dag, toen generaal Lasalle zich buitengewoon had onderscheiden, vroeg hij aan Napoleon het bevel over een der cavalerie-regi- menten van zijn garde. „Als generaal Lasalle niet meer vloekt en niet meer rookt!” antwoordde de groote keizer. Voor zoover we weten, is dit de eenige tegen slag, dien generaal Lasalle ooit aan zijn kolos sale pijp te danken heeft gehad. Anders verging het echter een Zouaaf, die eveneens in het bezit van een enorme pijp was en ze ook nimmer uit kijn mond legde. Zelfs in de loopgraven voor Sebastopol pufte hij er dapper op los, daarbij zulke groote rookwolken ontwikkelend, dat ze door den vijand werden gezien! Onmiddellijk werd hij onder vuur genomen. Gewond stortte hij neer, de pijp vloog een eind wegen onze Zouaaf jammerde en ging op de vreeselijkste wijze te keer, niet omdat hij gewond was, maar omdat ze hem naar de ambulance wilden brengen voordat men zijn pijp had opgezocht! WIE ZIJN ER

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 15