vr
WANDELWEG TE NERVI AAN DE ADRIATISCHE ZEE.
d
L
n
ROLANDSECK MET ROLANDSBOGEN AAN DEN RIJN (D.).
7 -
I
V
M
y
1"
het
pen was.
J
r
i
j
t
r
1
n
t
d
n
e
n
n
id
!D
lij
e-
e-
i"
,e
o
e
i"
jr
n
rt
j-
jr
m
ie
jï
Saul Simpson
heel sterke ze-
paar vragen
en luid. Hij keek
een cheque
kistje, mijnheer Simpson! Doch laten we
nu nog eens over die radiolamp hebben.”
„Maak die ringen los,” beval Simpson. „Maak
ze los, anders roep ik om hulp en laat ik je
arresteeren.”
„Je zult niet roepen," zei Wilson kalm. „In de
eerste plaats is er niemand meer op je kantoor
en kun je niet hard genoeg schreeuwen omje
buiten te laten hooren. En bovendien: als je één
kik geeft, schakel ik den stroom weer in en
nou ja, dat zou je niet navertellen. Wat mij be
treft, ik zou het natuurlijk erg jammer vinden,
dat begrijp je, maar ik zou er niets aan kunnen
doen! Een ongelukje, hè? Nieuwe machines doen
wel eens anders dan je denkt, nietwaar?’
„Wat wil je eigenlijk?” vroeg Simpson, die
„Neen.” De wijzer schoof naar rechts. Mijn
heer Clark deed de ringen van zijn polsen en zei
terwijl: „Ik rook juist heel graag, ziet u.— Nu,
mijnheer, wat denkt u van mijn uitvinding? Stelt
u er belang in?"
Saul Simpson antwoordde niet direct. Hij
voelde in werkelijkheid heel veel voor de ma
chine, maar het behoorde nu eenmaal tot zijn
methode van zaken-doen, dat hij zijn belangstel
ling nooit liet blijken, omdat hij bang was, dat
de uitvinders, die hem hun inventies kwamen
aanbieden, anders in de verleiding zouden ko
men meer te vragen dan hij van plan, was »e
geven.
„Het is een aardig speelgoed,” zei hij glim
lachend, „maar ik geloof niet, dat het vee! han
delswaarde heeft. En danik weet niet, of ze
bij alle temperamenten zal werken. Zooals ik al
zei, is het alleen maar een kwestie van zenuwen.”
„Probeert u het zelf dan eens," zei mijnheer
Clark, de ringen grijpend en ze
aanbiedend „Zoo te zien, hebt u
nuwen. Laat ik u dan eens een
stellen!"
Een oogenblik kreeg Saul Simpson iets als een
onaangenaam voorgevoel, maar de bezoeker had
hem juist een complimentje over zijn zenuwen
gemaakt. Hij keek naar het kistje, de glanzende
ringen, en den ouden man. Een onaanzienlijk
houten kistje, een bedeesd mannetjeen hij
zelf was nog geen vijftig en hij had een revolver
in de la van zijn bureau
Hij stak zijn handen uit.
„Geen onbescheiden vragen,
veelbeteekenend.
„Neen,” zei mijnheer Clark, de ringen over
Simpsons polsen schuivend. „Maar een paar
kleinigheden. In de eerste plaats, mijnheer
Simpson, is u een eerlijk man?”
„Dat ben ik inderdaad,” zei Saul Simpson,
terwijl hij naar den wijzer keek.
„Leugenaar!” riep de uitvinder uit. „Je liegt!”
„Maar de wijzer bewoog zich niet[” zei Saul
Simpson verbaasd.
„Natuurlijk niet! Maar hij^al het wel doen,
als je je vingers op den rand van het kistje laat
rusten, zooals ik daarnet gedaan heb. Het is
maar een eenvoudige machine, maar ze luistert
heel nauwkeurig! Tweede vraag: heeft u al eens
iemand bestolen? Neen, beweeg u niet! Be
weeg u niet!”
„Wat voor den duivel wil je eigenlijk, kerel?”
riep Saul Simpson opeens woedend uit. „Ik sla
je heele uitvinding aan splinters als....”
„Eén oogenblikje! Antwoord eerst op mijn
vraag. En als je je handen beweegt, zul je waar
schijnlijk sterven! Heb je ooit een armen, van
den honger stervenden uitvinder bestolen, den
man, die een nieuwe radiolamp uitvond, die den
eigenaar let wel, den eigenaar, niet den uit
vinder over de tachtigduizend gulden heeft
opgebracht. Het is al een heele tijd geleden
„Wilson!" hijgde Saul Simpson, terwijl het
angstzweet hem uitbrak. „Wilson.... na al die
jarenHij hield zijn handen op om de rin
gen van zijn polsen te schuiven, maar toen de
draden hierdoor strak kwamen te staan, stiet
hij een kreet uit en bleef onbeweeglijk zitten.
De spieren van zijn armen leken op te zwellen,
het bloed prikkelde in zijn aderen en het klamme
zweet parelde op zijn voorhoofd.
Wilson keek hem triomfeerend aan, grijnsde
en drukte toen een knopje in, dat opzij van het zichzelf verwenschte omdat hij in de val geloo-
kistje zat en dat bijna onzichtbaar was. Onmid
dellijk voelde Saul Simpson zich weer normaal.
„Tweehonderd vijftig volt,” zei Wilson, „je
bent te dik en niét gezond. Ik geloof dat nog èèn
zoo’n schok je dood zou zijn. Dat is óók een
bijzonderheid van mijn machine, dat ze den
stroom tot tweehonderd vijftig volt opvoert, als
iemand aan de draden trekt, voordat dit knopje
hier is ingeduwd. En ongelukkig voor jou kun
je niet bij dat knopje komen, zonder aan de dra
den te trekkenHet ziet er zoo echt als speel
goed uit, hè, maar je ziet: de dood zit in dat
„Honderdduizend gulden, zei Wilson. „Daar
heb ik recht op, want jij hebt mijn radiolamp
aan den man gebrachtDaar heb je tachtig
duizend gulden voor gekregen; mèt het rente
verlies mee is het dus nu zoowat honderddui
zend gulden, die je mij schuldig bent.”
„Maak me los, dan zal ik je
geven.”
Mijnheer Wilson lachte lang
op zijn horloge.
„Nog twintig minuten," zei hij toen, „dan zijn
je bedienden weer terug. Ik moet dus vóór dien
tijd weg zijn, en met een cheque neem ik geen
genoegen! Ik moet contanten hebben. Blijf stil
zitten, dan zal ik kijken of ik in een van je zak
ken den sleutel van je safe kan vinden. Ik weet,
dat je altijd veel geld in bankpapier in je brand
kast bewaart. Eigenlijk wel wat dom van je,
maar voor mij erg gemakkelijk.
Hij zocht in Saul Simpson’s zakken, vond den
sleutel, maakte de brandkast open en haalde
er ,de geldkist uit. Lachend zette hij ze op het
bureau en voor de oogen van den eigenaar haal
de hij er de bankbiljetten uit en telde ze, tot hij
honderdduizend gulden had. De rest legde hij
weer in de geldkist, terwijl hij de andere in zijn
portefeuille stak. Toen zette hij de geldkist weet
op haar plaats, sloot de deur van de brandkast
en stak den sleutel in Simpson’s zak.
„Dat kistje," zei hij toen, zijn hoed nemend,
„is aardig kinderspeelgoed, maar veel handels
waarde heeft het niet! Ik laat het dus maar hier!
Goeden dag, mijnheer Simpson! Beweeg je
niet, voordat iemand dat knopje hier naar bene
den heeft gedrukt en maak je niet boos! Al is
de leugen nóg zoo snel, de waarheid achterhaalt
ze welook zónder mijn machine! Goedendag!"
Mijnheer Wilson wuifde vroolijk met zijn hoed
en sloeg de deur achter zich dicht. En Saul
Simpson kon hem niet eens den inktpot na
gooien!
hoor?” zei hij
■■■*>- Sta