h p- p L DE MICROSCOOP El I I v s J F fc den Een werp. D 1 I 1 1 1 r drie- die ge- ver- bron bac- men I mi- ge- een in- stukje papier onder den microscoop ge zien. De fijne vezels lijken nu wel stukjes stroo. F roepen”, zooals men vóór de uitvinding van microscoop dacht, maar dat zij uit eitjes voort komen, "terwijl de Italiaansche geleerde Malpi ghi, die van 1628 tot 1694 leefde, beschouwd wordt als de grondlegger van de microscopische anatomie, op welk gebied hij dan ook verschil lende zeer belangrijke ontdekkingen deed. De eenvoudige microscoop, die door den Nederlandschen natuuronderzoeker Anthonie van Leeuwenhoek werd ge bruikt en waarmee hij verscheidene belangrijke ontdek kingen deed. - 11 r r Een microscoop, die voor Lodewijk XV werd gemaakt en zich nu in het museum te Nancy bevindt. oplossen, van de onvolmaaktheid van van den aard van het licht mogen. Niet-lichtgevende wij slechts zien door het licht, dat en dat door hen weerkaatst wordt. Licht bestaat uit golven, kan een voorwerp, dat kleiner is dan zoo’n golf, .het licht niet weer kaatsen, zoo min als een steen bijvoorbeeld de golf van een oceaan kan bteken. Het is de golf lengte van het licht, die de grens stelt aan de voorwerpen, die men door middel van den mi croscoop kan waarnemen. Echter heeft^ men een middel gevonden om onder bepaalde omstandigheden, zooal niet den vorm en de afmetingen van ultra-kleine voor werpen te bepalen, dan toch hun aanwezigheid, getal en bewegingen aan te toonen. Een voor werp, dat te klein is om licht te weerkaatsen, bréékt dit licht, verspreidt het en kan tegen een donkeren achtergrond worden gezien als 'n hel dere vlek, of beter gezegd als een oneindig klein schijfje klein, ja, maar tóch oneindig veel grooter dan zijn werkelijke grootte. De ultra-microscoop zoo heet het instru ment waarmee men de aanwezigheid van die ontzettend kleine voorwerpen kan aantoonen is dan ook een microscoop, waaraan een in strument is verbonden, dat ultra-microscopisch- kleine voorwerpen laat zien in een straal van intens sterk licht tegen een zeer donkeren achtergrond, dus zooals wij kleine stofdeeltjes zien dansen in een zonnestraal, die in de kamer valt. Een moderne microscoop, waarmee een duizendvoudige vergrooting mogelijk is, en van 3 objectieven is voorzien. Microscopische vergrooting van een gedeelte van den vleugel van een vlieg. de sterkte van het objectief, het oculair en den afstand tusschen deze beide lenzenstelsels. Hoe grooter de afstand, hoe sterker de microscoop vergroot. Wellicht vraagt men zich af, of aan de capa citeit van dit wonderlijk instrument grenzen zijn gesteld, of dat we dóór kunnen gaan met hoe langer hoe sterker vergrootingen te maken, zoo- dat we op het laatst alle geheimen van den mi crocosmos (zoo noemt men de wereld van het onnoembaar kleine) zouden kunnen door gronden. Helaas moet deze vraag althans voor het oogenblik nog ontkennend worden beant woord. Er zijn verschillende practische moeilijk heden, die men tot nu toe nog niet heeft kunnen oplossen, en wel omdat zij niet een gevolg zijn het instrument, doch en ons gezichtsver- voorwerpen kunnen t er op valt Daar dit DE ONTDEKKER DER ONGEZIENE WERELD VAN HET KLEINE |Ne toovenaar, die ons de fantastische won- J derwereld van den waterdroppel onthult, L7 die wat zoo klein is, dat het onzichtbaar is voor het menschelijk oog, zichtbaar maakt dat is de microscoop. Maar hij is nog veel meer dan dat. De telescoop heeft als sterrenkijker veel tot de vermeerdering der menschelijke kennis bij gedragen, maar het is niet overdreven te zeggen, dat de kennis, die vergaard werd door middel van den microscoop, het leven van den mensch in veel gevallen heeft verlengd. De moderne neeskunde gebruikt den microscoop om schillende ziekten na te sporen tot hun van oorsprong: de talrijkevormen van teriën, en de succesvolle wijze, waarop verschillende dezer ziekten op het oogenblik weet te bestrijden, zijn voor het overgroote deel aan den microscoop te danken. Chirurgen stel len door middel van een microscopisch onder zoek van een klein deeltje weefsel vast, of een ernstige operatie al dan niet noodzakelijk is; botanisten, biologen en bacteriologen zijn bij hun studies bijna geheel afhankelijk van den microscoop, die de grenzen van het menschelijk weten op wonderbaarlijke wijze heeft uitgebreid en de geleerden in staat heeft gesteld de natuur in veel opzichten te beheerschen. Gewone vergrootglazen of eenvoudige croscopen, d.w.z. op een bepaalde manier slepen lenzen om een vergroot beeld van of ander voorwerp te verkrijgen, zijn waarschiji lijk reeds zeer vroeg bekend geweest, maar de samengestelde microscoop, het wonderlijke in strument, dat tegenwoordig door de wetenschap wordt benut, werd waarschijnlijk in zijn eersten en eenvoudigsten vorm tusschen 1590 en 1610 uitgevonden. Zoowel met behulp van den een- voudigen als den samengestelden microscoop zijn reeds in de zeventiende en achttiende eeuw zeer belangrijke ontdekkingen gedaan. Zoo toonde bijvoorbeeld Anthonie van Leeuwenhoek, de be kende Nederlandsche natuurkundige, dien men wel eens de vader van den microscoop noemt, aan, dat korenwcrmen, vlooien en andere kleine diertjes niet „spontaan in het leven worden ge- Bij den enkelvoudigen microscoop wordt de lens of het samenstel van lenzen gebruikt om een directe vergrooting te maken van het voor werp, dat men wil waarnemen. Bij den samen gestelden microscoop wordt van het voorwerp door een lens (objectief) éérst een vergroot beeld gemaakt, waarna door middel van een andere lens (het oculair) van deze vergrooting opnieuw een vergrooting wordt gemaakt. Hier door is een veel sterker vergrooting mogelijk dan bij een directe waarneming van het voor- Zoowel het objectief als het oculair be staan tegenwoordig uit meer dan één lens, het geen noodzakelijk is om vervorming van het beeld te voorkomen. Het voorwerp, dat vergroot moet worden, ligt op een glazen plaatje en wordt door een dun dekglaasje toegedekt. Het moet zeer sterk ver licht worden, omdat door de vergrooting die vaak eenige tienduizenden malen de oppervlakte van het oorspronkelijke voorwerp bedraagt! het licht over een groot oppervlak wordt ver spreid en daardoor minder sterk wordt, het geen van nadeeligen invloed is op de waar neming. Daarom wordt op het te vergrooten voorwerp het licht van de zon of van een electrische lichtbron geconcentreerd, hetgeen geschiedt door dit licht op te vangen in een hol spiegeltje en dit op het voorwerp te richten. De sterkte van den microscoop hangt af van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 11