WIE IDEW IMODEID EEOIW M 11 Hl I III 3 J 3 ZU 1 .s [-«O EEN COMPLEET VERHAAL DE BUITENHAVEN VAN SCHEVENINGEN BIJ RUW WEER. zij I IN HET FRAAIE KÖNIGSFOREST BIJ KEULEN. - 6 - 4 de was di< wi dij Pl lx ze te cc <‘11 jo di Pl EE1 juis ve Ch ch do ne mt in rei dw Sa je de de Ga bei g-1’ be ze do ba va m R h( in hi. ve I, I j bezoek aan een pas ver- „Den eersten April zal ik den moor,d begaan!” Zóó luidde een advertentie, die op een avond een der grootste Pa- was. ongeveer midden Maart in rijsche dagbladen te lezen De Parijzenaars, die aan sensatie gewoon zijn, lachten en sloegen een andere pagina van courant op. De annonce, zoo dacht men, natuurlijk een grap, een reclame. Misschien wel de aankondiging van een of ander variété-num- mer of iets dergelijks! Eenige dagen later las men: „De moord zal den eersten April des middags cm drie uur plaats hebben!” Het publiek haalde de schouders op. Was het een misplaatste grap om iemand bang te maken? De belachelijk-sensationeele aankondiging mis schien van een of anderen uitverkoop? Wie weet „De aangekondigde moord zal op de Gare de Lyon plaats vinden!” las Marco en schrok heftig. „Wat., wat., denk je?” stotterde hij. Ria blèef lachen. „Ik denk,” antwoordde toen, „dat wij ondanks alles den eersten April des middags om drie uur van de Gare de Lyon naar Rome zullen vertrekken." Haar nieuwste zachtlila japon leek een betoo- verend lentegedicht; haar glimlach was nog nooit zóó stralend geweest, haar parfum had nog nim mer zóó bedwelmend-zoet gegeurd. Maar Marco bemerkte van dit alles niets; hij legde niet eens zijn hoed uit zijn hand en vertrok na eenige mi nuten reeds weer. Van Ria begaf hij zich regelrecht naar de po litie en op zijn verzoek bleek een hoofdinspecteur bereid direct naar het bureau der courant te gaan, waarin de .drie berichten waren verschenen. De directie der courant voelde zich eenigszins verlegen! De advertenties waren ingezonden Marco Sarrassato, de knapste van alle in dien tijd te Parijs vertoevende Italianen hij speelde niet voor niets in de filmstudios de rol van den aartsverleider zat schrijlings op een stoel op het balcon van zijn hotelkamer,' en verveelde zich. Geeuwend greep hij met een traag gebaar naar een courant, die naast hem op een tafeltje lag. Zonder dat het hem interesseerde, las hij het hoofdartikel, liet zijn blikken daarna over de pagina dwalen om dan opeens, als werd hij door een insect gestoken, overeind te schieten. Zijn oogen vergrootten zich en twee keer Tas hij, ter wijl al het bloed uit zijn wangen leek weg te vloeien: „De moord zal den eersten April des middags om drie uur plaats hebben!” Toen rilde hij, alsof hij het koud had en kneep de courant tot c n bal ineen. Spoedig herstelde hij zich evenwel. „Bah!” zei hij geringschattend, en stak een sigaret op. Het bericht was natuurlijk louter toeval. Aan dergelijke toevallen was hij in Parijs langzamerhand gewoon geraakt. Ze hadden hem bijna uitsluitend geluk gebracht. Was het ook niet een bloot toeval geweest, dat hij drie maan den geleden onder het licht der Jupiter-lampen kennis had gemaakt met Ria? Ria, die het knap ste meisje was, dat hij ooit had ontmoet Hij stond op, rekte zich uit en terwijl er een tevreden-gelukkig glimlachje om zijn lippen speelde, dacht hij aan de verdere „toevallen”, die het gevolg zouden zijn van hun drie maan den oude vriendschap Toen hij den volgenden dag een Ria bracht, hield zij hem lachend schenen courant voor. door een onbekende en bij elke annonce was steeds een bankbiljet geweest, waarmee de kos ten der opname ruimschoots werden gedekt. „Maar een verstandig mensch zal een moord toch niet vooraf in de courant aankondigen?" meende de directeur glimlachend. De hoofdinspecteur glimlachte eveneens en knikte. Natuurlijk, dat was juist. Dat hij zoover niet had gedacht! Doch Marco Sarrassato bleef onrustig als een leeuw vlak vóór het uur der voedering. Twee dagen later bevatte de courant de vol gende aankondiging: „De bekende bekoorlijke filmdiva Ria Xavenia is voornemens den eersten April des middags om drie uur van de Gare de Lyon voor een reis naar het Zuiden te vertrekken.” Als een razende ijlde Marco naar Ria. „Maar ben je dan waanzinnig geworden? riep hij uit, toen ze hem glimlachend tegemoet trad. Ria bleef spottend glimlachen. O, dat spotten de glimlachje van haar! „Wat kan ik er aan doen?” zei ze. „Je weet toch, dat dergelijke berichten als reclame door de maatschappij worden gelanceerd?” „IJdel gansje!" lag het op zijn lippen om te zeggen. Hij dwong zich echter om te zwijgen, want hij hield van Ria, alsof hij voor den eer sten keer verliefd was en hij zou immers den eersten April met haar naar het Zuiden ver trekken! In de avondeditie stond: „Naar wij vernemen, zal de Italiaansche film- speler Marco Sarrassato, wiens contract is af- geloopen, den eersten April des middags om drie uur Parijs verlaten en naar zijn vaderland terugkeeren.” Marco raasde als een waanzinnige. In klassiek Italiaansch uitte hij zijn woede en sloeg uit puren nijd, omdat de telefonische verbinding met Ria langer dan twee minuten duurde, de fraaie porceleinen lamp van zijn schrijfbureau, zoodat ze aan scherven op den grond viel. Eindelijk hoorde hij het geluid van haar stem. „Ik had je juist willen opbellen,” zei ze, „om je te vragen, of jij dat reclamebericht hebt laten plaatsen?” Marco knarste met zijn groote witte tanden en belde de redactie van de courant op. Deze antwoordde hem echter beleefd maar koel, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 6