I
Va
n
4
*n
et
een
het
client het, mr. Reef?” vroeg
(Wordt vervolgd).
on
5
s
n
m
meer.
„Zouden
korte
naar
te
Fll
ie
!t
n
le
r
ït
ik
te
le
i-
je
ie
a-
n.
t-
SM
jn
r-
ld
i-
;n
e-
e-
van middelbaren
pleegzuster deed
kleine zitkamer binnen.
EEN EVEN SNELLE ALS ONGEWENSCHTE GAST. Schitterende foto van een tornado, den
schrik der Amerikaansche vlakten, die dood en verderf zaaiend, zijn heilloozen tocht door de
welbehagen aan overgaf, toen hij de lift verliet hoo?den;
en Slane op de gang volgde.
De inspecteur tikte aan het eind van de gang
l aan een deur en een vrouw
leeftijd in de uniform van een
hen open. Ze traden een
De deur werd geopend en er kwam
man met een ineengedrongen gestalte
buiten. Op hetzelfde ©ogenblik, dat zij elkaar
zich van bewust, dat de
met een
Op hetzelfde oo|
aankeken, was Shaw er
ander iets zeldzaam doordringends in zijn blik
ken had. Reefs oogen waren grijs en hard, en
,iu, de vooruitstekende wenkbrauwen verhoogden
lit- nog den onaangenamen indruk, dien zij maakten,
onzinnig Hij had een grooten, spitsen neus, waarmee hij
maar deze onophoudelijk iets verdachts scheen te ruiken,
1 11de
f ver-
icia uergenjKS ie veiunuemcuai, maai -r -
gedachten strookten geheel met zijn stemming, terwijl dunne, stijf opeengeklemde lippen
zoodat hij er zich als het ware met een zeker gluiperige uitdrukking van zijn gezicht nog
„Hoe maakt uw
Slane fluisterend.
„Voor zoover ik kan nagaan, is er geen hoop
we hem even kunnen spreken?”
lucht en over de aarde in razende vaart voortzet.
Reef haalde zijn schouders op. „Dat denk ik
wel. De dokter heeft niets gezegd wat eventu-
eele bezoekers aangaat. Ik betwijfel echter, of
hij in staat zal zijn iets te zeggen. Waarom wilt
u hem spreken?"
Slane stelde den romanschrijver voor, en weer
voelde de laatste op onaangename wijze de ste
kende blikken van den notaris op zich rusten.
„Mijn vriend Shaw, die een nogal levendige
fantasie heeft, is van meening, dat de man, dien
Elliott heeft vermoord, wel eens iemand anders
kon zijn dan John Bratsch,” zei de inspecteur.
Er verscheen een ironische trek om den mond
van den notaris.
„Mijn indruk was, dat de bekentenis van mijn
cliënt nogal positief was,” zei hij droog. „Ik weet
niet, waarop u uw vermoeden grondt, mr. Shaw,
maar.
Hij zweeg, haalde zijn schouders op en ver
dween in de andere kamer, waarin de twee ande
ren hem volgden. Slane had niets gezegd over
zijn bedoeling, waarom hij den stervenden man
nog eens wilde bezoeken. Hij wilde probeeren
te weten te komen of zijn vermoeden, waarvan
hij tegen Shaw had gesproken, namelijk dat de
moord niet het eenige was, wat den stervenden
Elliott bezwaarde, inderdaad op waarheid be
rustte.
leden gedragen, maar hij kon zich op het oogen-
blik onmogelijk herinneren, hoe hij het was
kwijt geraakt.
„Dit is bewijs genoeg,” verklaarde Slane, toen
hij het horloge weer in het papier pakte en in
zijn zak stak. „Neen, Shaw, je zult wat anders
moeten zien te verzinnen.”
De romanschrijver knikte verwezen. Hij kon
zich slechts met moeite er van weerhouden, om
uit te roepen, dat er een vergissing in het spel
was, dat het horloge van hem en dat hij John
Bratsch was. Maar hij begreep intijds, hoe nut
teloos dit zou zijn. Slane zou slechts denken, dat
hij een misplaatste grap verkocht, of niet goed
bij zijn hoofd was. En plotseling drong het tot
hem door, dat hij heel wat hinderpalen op zijn
weg zou vinden, indien hij eens zou willen 'be
wijzen, John Bratsch te zijn. De menschen zou
den alleen maar om hem lachen en hem mede
lijdend aanzien, precies zooals Slane zou hebben
gedaan, indien hij eenige oogenblikken geleden
de woorden had gezegd, die hem op de lippen
lagen. De bekentenis, die Elliott op zijn sterf
bed had afgelegd, scheen iederen schakel te
hebben verbroken, die Shaw met zijn verleden
verbond.
„Natuurlijk,” zei Slane, op een toon, alsof hij
den ander voor den gek hield, „indien je er op
staat, zullen wij Elliott vragen of hij er zeker
van is, dat de man, dien hij doodde, John
Bratsch was. Misschien dat die grap hem nóg
een dag in het leven houdt.”
Na eenigen tijd waren zij bij Hotel Delano
aangekomen. Terwijl zij naar binnen gingen,
doorkruisten allerlei theorieën Shaws hersenen.
Den eenen keer dacht hij, dat de een of andere
frappante gelijkenis de oorzaak van de wonder
lijke situatie was. Hij vroeg zich af, of het mo
gelijk was, dat Elliott iemand had vermoord,
die John Bratsch heette, wiens signalement iden
tiek was met dat van John Bratsch, die in het
oude huis was geweest op den avond van den
moord en die John Bratsch’ horloge had ge
dragen, en die tóch niet dezelfde John Bratsch
was, die nu bekend was als Percy Shaw. Zijn
verstand zei hem echter direct, dat zooiets niet
mogelijk was; een dergelijke samenloop van
omstandigheden had zich nog nimmer voorge
daan in de geschiedenis der criminaliteit en zou
zich ook wel nooit voordoen. Daar was hij van
overtuigd. En toch, als hij niet zijn toevlucht
wilde nemen tot het een of andere bovennatuur
lijke argument, dan was het de eenige theorie,
die met de feiten strookte.
In de lift, waarmee zij naar boven gingen,
bevonden zich nog twee dames en Shaw zette
zijn hoed af toen hij met Slane binnentrad. Op.
hetzelfde oogenblik zag hij schielijk om zich
heety of iemand naar hem keek, maar de an
deren zagen een anderen kant uit. Op het on
derste gedeelte van zijn linkerarm zat een ont
sierende moedervlek, die zich tot aan zijn pols
uitstrekte, en hij had er steeds angstvallig voor
gezorgd, door heel lange manchetten te dragen,
dat het litteeken niet zichtbaar was. Indien hij
echter zijn arm plotseling naar boven bewoog,
dan zakte de manchet wel eens af en kwam de
vlek te zien.
Opeens kwam er een grillige gedachte
hem op. Hij vroeg zich namelijk af, of die
dere John Bratsch, vooropgesteld, dat er
iemand van dien naam had bestaan, misschien
óók behept was geweest met een dergelijk merk-
teeken? Daar de gelijkenis op zoovele andere
punten werd bevestigd, waarom dan niet ook
door zijn moedervlek? En was die andere John
Bratsch even angstvallig geweest om
I teeken te verbergen als Shaw? Het was
I om iets dergelijks te veronderstellen,
waarin Shaw aan den eenen kant een deur op
merkte, die waarschijnlijk toegang gaf tot de
slaapkamer. De zuster vertelde, dat de dokter
juist vertrokken was en de boodschap had
achtergelaten, dat hij direct gewaarschuwd
moest worden, indien er een verandering in den
toestand van den patiënt intrad. Ze voegde er
nog aan toe, dat de notaris van den stervende,
mr. Jarvis Reef, bij hem in de andere kamer
was. In het eerst scheen zij te twijfelen, toen
Slane om een onderhoud met den patiënt vroeg,
maar daarop ging zij naar de deur en tikte
bij zachtjes.
an-
ooit