1 I Li [,,3 II h hè 'I 4 i 0 I I' A o? I. DE VROUWEN HEBBEN HET GOED! 848462. 0. 848562. 848702. 648442- onder eenvoudige blouses de n nog voor zijn het wijste, gekookt ze van de Baci Zuic op er »L» en bij die Aardappelen zullen veel blanker zijn, als gekookt zijn, als men wat uitgeperst sap een citroen voegt bij het koude water, waar aardappelen in staan, als ze geschild zijn. Een zeker soort aardappelen wordt zwart, als ze gekookt zijn. In dat geval doet men om ook aan het water, waarin ze worden, wat citroensap toe te voegen. No. 848562. Eenvoudige overhemdsblouse om van wasch- zijde te maken of van dunne wollen stof. Verkrijgbaar in bustemaat 91,96 of 102 cM. Benoodigd van 90 cM. oreade stof 2 M. Van deze afbeeldingen, die met toestemming der firma Weldon Ltd te Londen zijn gereproduceerd, zijn franco p.p. geknipte patronen verkrijgbaar tegen toezending van f 0.75 en vermelding van het no., aan mevr. Milly Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag. I Wanneer men vet op de keukentafel of den vloer heeft gemorst, doet men het beste meteen wat gewoon keukenzout over te strooien. Dit zal het vet in zich opnemen en zoodoende voorkomen, dat het in het hout dringt. Daarna afdoen met heet zeepsop en alle sporen van het vet zullen verdwenen zijn. Wanneer het vet eenmaal in het hout gedrongen is, is het heel moeilijk het er weer uit te krijgen. Wanneer men alles heeft geprobeerd om hardnekkige korsten uit de verschillende pannen te krijgen en alle pogingen hebben gefaald, moet men de korst eens behandelen met een vochtigen, ruwen doek of een vochtige krant waarop wat asch uit den haard. Zelfs de meest halsstarrige korst zal dan verdwijnen. - 10 No. 848462. Gemakkelijk te maken blouse met raglan mouwen. De voorpanden worden aan den hals samen gestrikt. Verkrijgbaar in bustematen 86, 91, 96 of 102 cM, Benoodigd van 90 cM breede stof 2.25 M. No. 848762. Mooie klokrok om bij gekleede blouses te dragen. Verkrijgbaar in heupmaat 96, 102, 107 of 112 cM. Benoodigd van 90 cM. breede stof 2.50 M. NUTTIGE WENKEN. Voor soep en gestoofd vleesch. De geur en smaak van soep en gestoofd vleesch zullen nog eens zoo lekker zijn, als men er wat kleine stukjes selderij bijvoegt. De groene uiteinden van de selderij zijn uitstekend geschikt voor dit doel; wanneer men geen versche sel derij kan krijgen, kan men ook volstaan met een beetje selderij-zout. No. 848742. Keurige rok om te dragen en van donkere wollen stof te maken. Ver krijgbaar in heupmaat 96, 102, 107 of 112 cM. Benoodigd van 135 cM. breede stof 1.50 M. het gevraagde nummer verbonden is, is het in gesprek en als het nummer weer vrij is, dan is de betreffende persoon gaan lunchen. Lunchen wat zal hij voor zijn lunch krijgen? Zijn vrouw heeft tijd genoeg gehad om wat be hoorlijks klaar te maken. Dan slentert hij de voordeur binnen, snuift eens even, kijkt met een vernietigenden blik naar de klok, die in ieder geval nog drie minuten vóór half een, het gewone lunchuur staat, roept ongetwijfeld iets van „tijd verlummelen" naar de keuken, en ergert zich over Kareltje, die een slecht cijfer voor zijn smerig schrijven van school heeft meegebracht, slentert naar de keu ken, vraagt ironisch, of hij zich wellicht „ook nog” met de kinderen zal moeten bemoeien om hun dat smerige schrijven af te leeren en wan neer hij nu eindelijk „in dit huis” eens wat te eten krijgt. Dan slentert hij weer naar zijn kantoor om zich aan het harde noodlot van onvermoeide ar beiders over te geven en er tusschendoor nog eens aan zijn vrouw te denken, die toch verder niets te doen heeft. dan: eten koken, vaten was- schen, zesmaal de achterdeur en achtmaal de voordeur opendoen, koffie zetten, de vlek ken uit zijn costuum verwijderen en zijn panta lon oppersen, kousen stoppen en linnengoed verstellen, de tafel opruimen, den familieleden schrijven (ja, als de man zich daar ook nog mee bezig moest houdende kinderen hun lessen overhooren en naar bed brengen, t avondbrood voor hem en voor zichzelf klaar zetten, de kamer opruimen En dan geeuwt hij, want hij is afgewerkt en doodmoe en met een wantrouwenden blik op de klok staat hij op om naar bed te gaan zichzelf te denken: „Ja de vrouwen hebben het toch maar goed!” I ij, de heerscher van allen, slaapt tot half I acht, verwondert zich, dat hij uit zichzelf I wakker geworden is, slentert naar de badkamer, vindt er zonder er zich over te ver bazen warm water om zich te scheren, bromt, dat het te warm is, constateert, dat het scheer mesje maar tamelijk scherp is, of moppert dat het tè scherp is, slentert naar de slaapkamer terug, vindt er als vanzelfsprekend een hagelwit overhemd en schoone, gestopte sokken, mop pert, dat de sokken gestopt en niet splinter nieuw zijn, slentert naar de eetkamer, kijkt naar de klok, die anderhalve minuut over achten staat, hoewel hij uitdrukkelijk gezegd had, in ieder geval om acht uur te willen ontbijten en moppert alweer, omdat de thee nog niet op tafel staat. „Zij”, die toch immers niets te doen heeft, is al om zeven uur opgestaan, heeft zich over tuigd of de wekker precies half acht wekken zou en geen seconde later, heeft de kinderen geroepen en gewasschen, in een paar tellen er tusschendoor scheerwater opgezet, is op haar teenen nogmaals de slaapkamer ingeslopen, om de schoone wasch klaar te leggen, is in de buurt melk en brood gaan halen, heeft het ochtendblad uit de bus gehaald, heeft den kin deren hun ontbijt gf^jjeven en hen naar school ge stuurd, heeft gauw naar de thee gekeken of die misschien niet net een beetje warmer kon zijn en is er toen vlug nog even mee naar de keuken verdwenen Zijn voorhoofd fronsend, trommelt hij met zijn vingers ongeduldig op de ontbijttafel, terwijl hij vijf minuten over achten zijn ochtendblad lezende, zijn derde broodje verorbert. Als zij „eindelijk" met de warme thee komt, zegt hij „voor de duizendste maal”, dat het haar blijk baar niets kan schelen als hij vandaag of mor gen nog eens zijn ingewanden verbrandt, en dat hij voor dat „altijd te laat komen" zeker door zijn chef onderhanden zal genomen worden. Dan leest hij nog op zijn gemak vijftien mi nuten de krant en komt daarna werkelijk vijf minuten te laat op zijn kantoor, wat natuurlijk tenslotte haar schuld is, want zij heeft toch eigenlijk verder niet veel te doen en kon hem „verdikkeme” toch wei waarschuwen als zijn tien minuten, die hij over heeft om te lezen, om zijn. Maar natuurlijk die vrouwen.... Wat heeft zoo'n vrouw toch te doen? Zoo n vrouw strijdt intusschen in de winkels voor haar huishouden, door zoo voordeelig moge lijk inkoopen te doen, sjouwt de steeds zwaarder wordende .boodschappentasch van den eenen winkel naar den anderen, stelt met het grootste overleg een smakelijk menu samen, koopt een nieuwe scheerkwast voor hem en „sleept" ten laatste, doodmoe van haar beslommeringen, haar boodschappen,tasch naar huis. Dan zet zij vlug de soep op het gas, schilt de aardap pelen en maakt den pudding klaar. Intusschen wordt er zesmaal aan de voordeur en drie maal aan de achterdeur gebeld. Bedelaar, post, koopman, haar bovenbuur, die komt klagen over de peukjes sigaar, die iedereen maar op de trap legt.. Hoort zij daar al haar man? Uitgesloten! Haar man Haar man zit intusSchen op zijn kantoor. Hij is een zakenman, en heeft handenvol werk; dan slijpt hij een punt aan zijn potlood, dan pro beert hij hoeveel woorden men van het woord „Maandag” van den kalender vormen kan, dan laat hij zich tweemaal verkeerd en éénmaal juist telefonisch verbinden en als hij ten laatste met

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1932 | | pagina 10