Jl
JhF
UIT W^IWIEILIEW
IDILjMDIEW 1EW TAIKIKIE]^
lil
I
i
f
3
irv
6
7
L.
'1
•<r i*
I
„Wandelende Tak
De Wandelende Tak
het jacht op maakt kleine insec- (Cyphorania gigas L.).
1
ft 1
i
- 11
Indische doorn-
sprinkhaan.
van
de
kan
7
T
I
A
Een Afrikaansche
tr^ksprinkhaan.
Bacillus rossii, die ook in
Zuid-Europa voorkomt.
duen een uiterlijk te geven, dat hen zoo
doet gelijken op andere dieren of totaal
gevaarlijke planten of steenen, dat zoowel hun
vijanden als hun prooi hen absoluut niet her-
kennen. De Wandelende Takken, die om hun
bizarre vormen door de Duitschers zoo karak-
teristiek „Gespenstschrecken” (Spookschrik-
beelden) worden genoemd n naam, die ove
rigens dezelfde beteekenis heeft als die, welke
deze dieren in hun vaderland, de tropen, dra
gen de Wandelende Takken dan lijken, wan
neer zij zich niet bewegen, zoo sterk op de
dorre takken der struiken, waarop zij gewoon
zijn te zitten, dat men ook wanneer men hun
aanwezigheid weet, vaak minuten lang moet
zoeken eer men ze, vlak voor zich, ontdekt!
Vooral de Bacillus rossii, die ook in Zuid-Euro
pa voorkomt, lijkt bedrieglijk veel op een ver
dord takje van ongeveer twintig centimeter
lengte. Dit merkwaardige dier leeft uitsluitend
van het loof der boomen en legt een ongeloofe
lijke traagheid aan den dag. Urenlang blijft het
‘"de houding zitten om dan door een
j van slechts een
afwisseling in zijn bestaan te brengen,
r" v:-
zijn scherpe kauwwerktuigen zijn afgevreten,
j Opmerkelijk is de wijze, waarop deze dieren
I zich voortplanten. Wanneer men een wijfje al
leen in gevangenschap houdt, kan dit zich ook
zonder mannetje voortplanten, waarbij haar na
komelingschap dan echter uitsluitend vrouwe
lijk is. Voorbeelden, dat op deze wijze onge
veer twintig generaties zijn ontstaan, vormen
geen uitzondering.
In Indië en Centraal-Afrika komen verschil
lende soorten Wandelende Takken en Wande
lende Bladen voor. Op een onzer foto’s kan men
al een zeer prachtig voorbeeld zien van een
Wandelend Blad. Reeds bij den eersten blik ziet
men, dat de mimicry hier bijna geheel volmaakt
is. Het dier lijkt, tot in alle onderdeelen, precies
op de bladeren en takken der planten, waarop
ï~~''se door den leek zoo graag- gebezigde uit-
J drukking „grillen der natuur" kan in de
L—oogen van den geleerde geen genade
vinden. Voor de wetenschap toch zijn zelfs
de meest wonderlijke en groteske verschijningen
in de dierenwereld het resultaat van een doel
bewuste intentie, of, wanneer deze niet vast te
stellen of werkelijk afwezig is, noodzakelijke
schakels in een keten van oorzaken en gevolgen.
Er bestaat zeker geen andere diersoort, die
den leek door zijn grillige, bijna spookachtige
gedaante, meer in verbazing brengt dan de
Wandelende Tak en het Wandelende Blad. De
op onze foto s afgebeelde vertegenwoordigers
van deze exotische dierfamilies vormen een
klassiek voorbeeld van de mimicry, de won
derbaarlijke kunst, der natuur, bepaalde indivi-
zeer
on-
Een „Wandelend Blad"
(Phyllium siccifoliumj^k
het leeft. Niet alleen zijn vijanden, maar ook de
dieren, waar 1 - -
ten worden door zijn onschuldig uiterlijk mis
leid en zettert zich zonder eenig vermoeden van
het gevaar, dat hen bedreigt, vóór de ontzettende
grijptangen neer, waardoor zij dan direct ge-
grepen worden.
De Wandelende Takken en Wandelende Bla
den behooren tot één groote diergroep, die men
met den verzamelnaam Rechtvleugeligen aan
duidt, en waarvan ook de Sprinkhanen een on-
derafdeeling, of, zooals het wetenschappelijk
heet, een familie vormen. Ook de Sprinkhanen
zijn zeer moeilijk te onderscheiden van de om
geving, waarin zij leven, hetgeen bijvoorbeeld
het geval is met den zoogenaamden „doorn-
sprinkhaan", die in Indië op doornachtige strui
ken leeft. De pooten, kop en rug van dit dier
zijn geheel met dorens bezet, en deze vormen
een verschrikkelijk wapen, hetgeen reeds menig
een heeft moeten ervaren, die meende, het dier
zonder gevaar met zijn onbeschermde handen
te kunnen opnemen. Bovendien bederven deze
dorens menigen vogel den trek in het zeer lek
kere hapje, dat deze sprinkhaan overigens vormt.
In de fantasie der Indiërs spelen deze dieren
een zeer eigenaardige rol, daar zij stellig over
tuigd zijn, dat dit „Wandelende Blad” een écht
boomblad is, dat door een goedheid van hun
góden pooten en vleugels heeft gekregen.
Iedereen heeft natuurlijk al eens gehoord
de ongeloofelijk groote schade, die door
Afrikaansche treksprinkhanen aangericht
worden. Zeer vaak dalen zij met millioenen te
gelijk op de velden neer en eten deze in een
paar uur geheel kaal. In het jaar 1886 werd Al-
gerië door een bijzonder sterke sprinkhanen
invasie geteisterd, waarvan het gevolg een hon
gersnood was, die aan meer dan twintigduizend
menschen het leven kostte. Bijna ironisch klinkt
het, indien men hoort, dat het wegblijven der
sprinkhanen-zwermen daartegenover eveneens
voor duizenden menschen den hongerdood kan
beteekenen. Bepaalde Negerstammen in de bin
nenlanden van Afrika leven namelijk uitsluitend
van de sprinkhanen, die zij één of twee maal per
jaar bij honderdduizenden tegelijk met doeken
en stokken doodslaan om ze te drogen en in hun
voorraadschuren Op te zamelen. Wanneer nu
dit „groene manna” eens een keer niet van den
hemel neerdaalt, verhongeren de Negers bij
honderden tegelijk en sterven heele dorpen uit.
De Europeesche treksprinkhaan komt ge-
woonlijk niet in zoo n groot aantal tegelijk voor, 1
ofschoon ook deze toch reeds voldoende schade Aft
heeft aangericht. Benige jaren geleden heeft zich
en dergelijk geval in Zuid-Frankrijk voorgedaan, F
waar deze onverzadigbare dieren een schade van B
verscheidene millioenen francs veroorzaakt
hebben!
in dezelfi
beweging
paar centimeter wat
wanneer
alle bladeren, welke binnen zijn bereik zijn, door