NIEUW-ZEELAND - T LAND DER NATUURWONDEREN EEN VALLEI, WAAR DE AARDKORST SLECHTS EENIGE CENTIMETERS DIK IS. expeditie Reuzen man, - 15 - heen ligt, heeft en pen, gegeven. De was die dit wonderland heeft ontdekt, de Hollandsche zeevaarder Abel Tasman. Hij zeilde er in 1642 langs, doch durfde niet aan land gaan, omdat hij de woeste, krachtige inboorlingen, die hij op de kusten ontdekte, niet vertrouwde. Tot in het jaar 1769 schijnt nie mand zich meer om deze eilandengroep te heb ben bekommerd. In 1769 landde de beroemde Engelsche ont dekkingsreiziger James Cook er echter met een en exploreerde bij die gelegenheid een gedeelte van de kuststrook, hetgeen hij in de jaren 1773, 1774 en 1777 herhaalde. Geduren de de volgende zestig jaar werden de eilanden slechts bezocht door walvischvaarders, tot er in 1815 de eerste kolonie werd gesticht. De in- heemschen, de Moari, waren, hoewel zeer in telligent, echter kannibalen, zoodat de kleine nederzetting herhaaldelijk door hen werd aan gevallen, waarbij talrijke kolonisten het leven lieten. Eerst in 1870 slaagde men er in, aan dit bloedig bedrijf der Maori een einde te maken. Er werd krachtig tegen hen opgetreden, ten einde de orde te kunnen handhaven. Thans zijn de bewoners van Nieuw-Zeeland een vrede-l lievend volk, dat zelfs verscheidene zijner zo-*-; nen tot hooge bestuursfuncties heeft zien op klimmen. derd meter) i$ de indrukwekkendste wereld. Het prachtige landschap, rt men om r'j majestueuze, met sneeuw bedekte bergtop- den naam „Sprookjesland der Reuzen” ?en heeft wel eens beweerd, dat men een reis om de wereld zou moeten maken, J wilde men alle vormen van natuurschoon leeren kennen, die men op Nieuw-Zeeland, de Britsche eilandengroep in het Zuiden van den Grooten Oceaan, aantreft. Inderdaad schijnt dit niet overdreven. In Nieuw-Zeeland toch vindt men van alles bijeen: bergketens, die bijna zoo hoog zijn als de beroemde Rocky-Mountains in Noord-Ame- rika, met pieken en kammen van buitengewone, woeste schoonheid; meren zoo klaar als kristal en met prachtige begroeide oevers; rivieren en stroomen, die enorme watervallen vormen of zachtjes ruischend voortglijden door ’n sprook jesachtig schoon landschap; fjorden en baaien, welke die van Noorwegen evenaren; zeeëngten van den Grooten Oceaan, die mijlen diep het bergachtige land binnendringen; weelderig met gras begroeide valleien en vlakten, die zich on afzienbaar ver uitstrekken en een wonder van vruchtbaarheid zijn Het imposantst van alles is echter de wijze, waarop Nieuw-Zeeland getuigenis aflegt van de verschrikkelijke krachten, die in het inwendige der aarde woeden. Op het Noord-Eiland be vindt zich een vulkanisch gebied, bezaaid met meren, minerale bronnen, geisers en miniatuur vulkanen met steeds opborrelende modder. Het is daar een sprookjesoord met verrassende pa norama’s en met maagdelijke wouden van steeds groene struiken en planten, waartusschen stoom wolken opstijgen, die ontsnappen aan een ge heimzinnige onderwereld. De „onuitsprekelijke” Whakarewarewa is een vallei met geisers, die bijna even bizar is als haar naam. Bezoekers worden steeds aan geraden onder geen voorwaarde van de duide lijk aangegeven paden af te wijken, want de grond is zoo zacht en heet, dat onvoorzichtige toeristen soms regelrecht door de korst der aarde zijn heengestapt en daarbij verschrikke lijke brandwonden opliepen. Zelfs een wandel stok, dien men in den grond steekt, doet een straal stoom opspuiten. In deze streek treft men twee geisers aan, die onafgebroken kokend-heet water tientallen meters hoog spuiten! Er zijn ook geisers, die slechts met de regel maat van een uurwerk spuiten, en als het ware heete rivalen zijn van de beroemde fonteinen te Versailles. Voorts wordt men af en toe verrast door kleine bronnen, die prachtig gekleurde modder de hoogte inwerpen, terwijl er een meer is, in welks basin per dag millioenen liters wa ter naar een onbekende diepte verdwijnen. De laatste ernstige uitbarsting in dit gebied had plaats in het jaar 1886, toen de beroemde Pink-Terrassen, die om een prachtig klein meer gelegen waren, vernield werden. Van de fjorden op het Zuid-Eiland is de be roemde Milford-Fjord, die soms niet breeder is dan vijfhonderd meter, verreweg het schilder achtigst. Zijn begroeide oevers rijzen loodrecht tot een hoogte van bijna tweeduizend meter op uit het water, terwijl machtige watervallen zich steil naar beneden storten. De hoogste van-deze watervallen, de Sutherlands Falls (ruim zeshon- van heel de dat er om zijn talrijke gletschers 1. De Pohutu-geiser. 2. De Iwins-geiser. 3. De Wanganni-rivier. 4. De Cookberg. 5. Het dal aan het Wa- katipu-meer. 6. In het hoogland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1932 | | pagina 17