1
I
RECEPT.
Technische termen uit het kookboek
en hun beteekenis.
Het omwasschen van kristal.
NUTTIGE WENKEN.
In
gebakken
halvemaanvorm
I
lbl
ZOO
st
zi
VC
in
w<
pl
w<
va
all
sa
mi
wc
va
en vruchten
dik maken.
da
tei
da
zo
ph
vo
ka
ein
op
eer
rui
in
me
bei
en
dei
zor
ver
I
gar
zeg
rot
nar
phe
me
toe
afki
stei
aar
ja
gro
sch
van
sale
zicl
Mai
rem
the!
boe
sch<
den
app
korr
voo
zoo
gele
ster
gem
gaal
and<
zooc
neer
wan
kom
staa
aard
omg
onae
gewi
ons
kunr
den;
kom
van
Vt
ling
geva
digb
snell
door
zoo,
val of
neemt
wat droge stijfsel, bevochtigt die met
en legt dit papje op de gestooten
van
men zoo
Indien men den vloer van een kelder ge
schrobd heeft, moet men zoo droog mogelijk
nadweilen, daar een kelder niet zoo gemak
kelijk droogt en vocht oorzaak kan wezen, dat
alles wat in den kelder bewaard wordt, bederft.
Ten einde blauwe plekken, die na een
stoot meestal optreden, te voorkomen,
men
koud water
plek.
(Vervolg).
Chateaubriand. Een op dubbele dikte ge
sneden filetbiefstuk.
Chaudfroid. Koud gerecht.
Citronaat. Succade.
Consommé. Krachtige witte jus van kalfs-
rundvleesch of gevogelte.
Coulis. Doorgezeefde krachtige, dikke grond-
saus.
Croquetten. Kleine, korstige, gebakken worst
jes van vleesch, visch, aardappelen, enzoo-
voort.
Croustaden. Vormpjes van gebakken deeg,
die dienen om met ragout, pastei, crèmes en
andere delicatessen te worden gevuld.
Croutons. Korsten; in vet of boter gebakken
sneetjes wittebrood.
Curry-poeder. Een kruidenmengsel, dat be
staat uit 8 gram gember, 8 gram kummel,
15 gram coriander, 8 gram witte peper, 6
gram kardamon, 15 gram curcuma, 2 gram
Spaansche peper, alles fijngestooten.
Dresseeren. Een gerecht (gevogelte, cotelet-
ten of meelspijs), bij de voorbereiding een
goeden vorm geven.
Farce. Vulsel uit fijngehakt vleesch, visch,
groenten en dergelijke, dat met ei, boter en
broodkruim vermengd en van een pikanten
smaak voorzien is.
Flambeeren. Over de vlam houden. Roosteren
bedruipen.
Fleurons.
koekjes.
Fonds. Grondsaus.
Fondue. Voorgerecht van gesmolten boter,
kaas, eieren, zout en peper, dat in een water
bad of in mosselschelpen gebakken wordt.
Frituur. Bakvet.
Glace. Sterk ingekookte vleeschjus, waarmee
men vleeschspijzen overgiet.
Glaceeren. Glans geven. Meelspijzen glaceert
men als men ze met fijne suiker bestrooit en
een gloeienden spatel er zoo lang boven
houdt, tot de suiker geheel gesmolten is.
Gratineeren. Spijzen met geraspte kaas of
beschuitkruim bestrooien en bakken.
Grilleeren. Roosten.
Gulyas. Een Oostenrijksch gerecht van ge
kruid rundvleesch.
Hachee. Fijngehakt, gekookt of gebraden
vleesch met dikke saus vermengd.
Inkoken. Dunne, vloeibare sausen
sappen door voortgezet koken
Langouste. Groote zeekreeft.
Spitsboefjes.
Hiervoor heeft men noodig: 280 gram
bloem; 200 gram boter; 100 gram suiker; 2
eierdooiers; theelepel zout; abrikozenmarme
lade; wat poedersuiker met vanieljemerg.
De bereiding geschiedt als volgt: Bloem en
boter door elkaar mengen, suiker, zout en
eierdooiers toevoegen, een samenhangendé
massa er van vormen en deze uitrollen. Van
het uitgerolde deeg vierkante koekjes snijden,
welke in den oven lichtgeel gebakken worden.
Vervolgens de helft van de vierkantjes' met
abrikozenmarmelade bestrijken, de overige
koekjes er op leggen en ze met poedersuiker,
gemengd met vanieljemerg, bestrooien.
TT" ristal wassche men het liefst af in koud
water, daar het dan het langst helder
JL V blijft. Is het daartoe echter te vuil, dan
gebruike men warm water en alleen in het
uiterste geval warm zeepsop, maar dan moet
men 't met wat warm, schoon water naspoelen.
Kristallen vazen of karaffen, waarin men niet
goed van binnen komen kan om ze te reinigen,
make men schoon met behulp van eierschalen,
koffiedik, theebladeren, Brusselsche aarde en
dergelijke. Slechts in het uiterste geval make
men gebruik van een weinig verdund zout
zuur, waarna men met heel veel water moet
naspoelen.
Aanzetsel van wijn, port, enzoovoort kan men
het gemakkelijkste verwijderen door wat alco
hol in de karaffen te gieten en ze daarmee
eenigen tijd te laten staan.
Men zette de karaffen nooit nat weg, daar
ze hierdoor leelijk worden. Het beste is, er zoo
mogelijk een linnen doek in te wringen, of zoo
dit niet kan, het vocht door middel van filtreer-
papier te laten opzuigen.
Kristal moet men met fijne linnen doeken af
drogen. Men droogt het direct na het wasschen,
omdat uitdruipen leelijke strepen zou veroor
zaken. Heeft men glazen met voetjes, dan moet
men er op letten den doek gelijk om het boven
stuk en het voetje te laten meedraaien, daar
er anders kans bestaat, dat het voetje er af ge
draaid wordt.
Indien ge uw hand of voet verstuikt, houdt
ze dan 15 a 20 minuten in water, dat
heet moet zijn als ge kunt uithouden. In ge
wone gevallen zal de pijn bijna geheel op
houden.
1477
1478
- 10 -
1477. Avondtoilet van
crêpe romain, waar
van de rug doorloopt
tot op het voorpand
en daar eindigt in een
ceintuur, met eenige
bloemen als garnee-
ring.
Ben.: 4.60 m. van
1 m. br.
1478. Satijnen avond
mantel, waarvan de
wijde mouwen reeds
in de taille beginnen.
De hals is afgewerkt
met een wrong van
satijn en donkerder
fluweel. De mantel
wordt met de hand
dichtgehouden.
Ben.: 3 m. van
1 m. br.