[1il i n p J, KIJKJE IN DEN BERENKUIL TE BERN (ZWITSERLAND). - 2 - 4 vro< geg‘ voo: 4 4 niet 4 ben eens den O de i D< mij „F Ze 4& ons 4> van keer vrou ,4 even 41 voel» zul I JACHIop met te over 4 HULK heel knap is u Nieuwe lezers beginnen hier: 7) spoedig direct met stof buu op wor g-eki Ik wac Ei liet teru kam wac! naar nooi spot was Ik te v zelfs om Ze niet, en edeb is. U mag ook weten, en dat ik haar eenige naaste „Mijn familie bezat een uitstekende reputatie, ik verkeer in de beste kringen van Londen en ben financieel volkomen onafhankelijk,” zei ik. „Heeft u er bezwaar tegen, mij over dit laat ste punt nadere inlichtingen te verschaffen?" „Absoluut niet.” Ik schreef dadelijk een briefje aan mijn bank en aan mijn notaris, met het verzoek den heer Ceneri alle inlichtingen te ver- moet genoegen met haar nemen zooals zij is. Hij moet geen vragen stellen, moet niets willen weten omtrent haar afkomst of familie, noch omtrent haar verleden. Hij moet tevreden zijn met de verzekering, dat zij een lady is, dat zij slechts herhalen, dat voor mij woord hooren voor haar i goed een schaffen, die hij mocht wenschen, en overhan digde mijn bezoeker de beide epistels. Hij be dankte met een kort knikje en borg ze in zijn portefeuille. Een jongeman, die zijn heele leven aaneen ernstige oogziekte heeft geleden, wordt ten slotte geheel blind. Opeen nacht, wan neer hij niet slapen kan, gaat hij naar buiten om wat tol rust Ie komen. Na een poosje in de straat gewandeld te hebben, gaat hij weer naar huis, doch treedt dan het verkeerde binnen. Hier is hij getuige van een moord; zijn blindheid vergetend, snelt hij de kamer binnen, waar hij hel schot en het reutelen gehoord heeft, doch hij wordl vastgegrepen en hoort het geluid van een revolver, die gereed gemaakt werd om af te schieten. Om zijn leven Ie redden, zegt hij vlug, dal hij blind is. De menschen in de kamer gelooven hem, maar geven hem een verdoovingsmiddel Ze brengen hem naar het andete ge deelte van de stad, waar hij door de politic in een portiek gevonden wordl. Priscilla, zijn huishoudster, gaat hem halen en legt hem Ie bed, waar hij den volgenden morgen laat ontwaakt. Hij kan echter door zijn blindheid geen stappen doen om de moordenaars op Ie sporen. Daarna ondergaat hij een oogoperatie, waardoor hij zijn gezichtsvermogen terugkrijgf. Twee jaren gaan voorbij Dan bevindt hij zich met een vriend in Italië, in Turijn. Keynon, zijn vriend, wil voor het laatst nog eens de San Giovanni- kerk gaan bezichtigen. In de kerk zien ze een buitengewoon mooi meisje, dal Gilbert na zijn reis in Londen weer tegen komt. Hij ontdekt dan, dal hij verliefd op haar is. Hij volgt haar en gaat in het huis, waar zij woont vragen of er nog kamers beschikbaar zijn. Er waren kamers en hij huurt er twee. Het is echter moeilijk om kennis met Pauline March hel meisje uil de llaliaansche kerk te maken, daar zij buitengewoon verlegen en terugge trokken is. Ten slotte lukt hef, maar zij zegt haast niets, en Teresa, haar oude llaliaansche kamenier, bespiedt haar voortdurend. Ten slotle zegt Gilbert legen Teresa.dat hij met Pauline trouwen wil, maar alles wat zij hierop zegt, is „Zij is niet om mee Ie trouwen”. Gilbert biedt haar honderd pond aan en dan belooft zij Pauline’s oom te zullen schrijven. Den volgenden dag moet Gilbert de stad uil en als hij thuiskomt zijn de beide vrouwen vertrokken zonder een adres achter te laten. Maar na eenige weken komt er een brief van een zekeren dokter Ceneri, die hem een bezoek zal komen brengen. Deze blijkt dan de oom te zijn over wien Teresa sprak en hij is de voogd van Pauline. Hij wil liever niet, dal Pauline (rouwt, doch daar Gilbert Vaugham rijk en van goede afkomst is, zal hij de kwestie nader beschouwen. „U moet mij niet kwalijk nemen, dat ik in dit opzicht precies ben,” zei hij, „want mijn nichtje heeft geen geld, begrijpt u.” „Ik verwacht niets en wensch niets." „Ze heeft geld gehad een groot fortuin, maar dat is lang geleden verloren gegaan. Wilt u zich verbinden nooit te vragen hoe en wan neer?" „Natuurlijk. .Ik kan u Paulines financieele omstandigheden absoluut geen rol spelen.” „Zeer goed. Ik geloof, dat dit alles is, wat ik behoef te weten. Pauline is door haar ge woonten en haar levenswijze een Engelsche, al heeft zij door haar vader ook Italiaansch bloed. Het is daarom wenschelijk, dunkt mij, dat zij met een Engelschen man trouwt. Heeft u reeds over uw gevoelens met haar gesproken?” „Neen. Ik had er geen gelegenheid toe. Zij werd zeer streng door Teresa bewaakt, en juist toen ik kennis met haar had gemaakt, ver dween zij spoorloos. Manuel Ceneri glimlachte, ,4a, mijn instruc ties waren zeer stellig op dat punt. Ik had Pauline alleen toegestaan in Engeland te wonen, op voorwaarde, dat zij zich strikt aan Teresa's wenschen hield.” Ofschoon deze man over zijn nichtje ge sproken had, alsof hij alles over haar had te zeggen, had ik hem nog geen zeggen, waaruit eenige genegenheid 1 sprak. Wat dat betreft, had hij even vreemde voor haar kunnen zijn. „Maar nu zult u mij toch zeker wel toestaan haar te ontmoeten en* te spreken?” vroeg ik. ,4a. Dat wil zeggen, op bepaalde voorwaar den. De man, die met Pauline March trouwt. en dat hij van haar houdt. Is dat voldoende?” Deze vraag was zoo zonderling, dat ik on danks mijn groote liefde voor Pauline een oogenblik aarzelde. „Ik zal u nog zeggen,” vervolgde Ceneri, „dat haar afkomst niet minder is dan de uwe, dat zijzelf rein en dat zij een wees is bloedverwant ben.” „Ik ben tevreden, het is goed,” riep ik, mijn hand uitstekend. „Geef mij haar, méér verlang ik niet." Waarom zou ik meer willen weten? Ik was vrij en onafhankelijk; wat gingen mij haar fa milie, haar verleden, haar afkomst aan? Ik hield van haar dat was genoeg. Zóóveel hield ik van haar, dat ik, al had Ceneri gezegd, dat zij de onwaardigste aller vrouwen was, geant woord zou hebben: „Laat zij de mijne zijn, om samen met mij een nieuw leven te beginnen!” Mannen doen zulke dingen, wanneer zij van een vrouw houden! „En nu, mr. Vaugham,” zei de Italiaan, zijn hand uit de mijne losmakend, „zal mijn vol gende vraag u waarschijnlijk zeer verbazen. U houdt van*Pauline en ik geloof niet, dat zij on verschillig voor u is....” Hij zweeg even, en mijn hart klopte tegen mijn keel. „Zouden uw omstandigheden een huwelijk veroorloven? Ik bedoel, of u Pauline zoudt kunnen trouwen?" „Ik zou vandaag met haar willen en kunnen trouwen, als zij en u het goedvonden." „Zóó gehaast behoeven wij niet te zijn maar zoudt u schikkingen kunnen treffen, op dat u laten we zeggen overmorgen met haar kunt trouwen?” Ik staarde hem één en al verbazing aan ik kón niet gelooven, dat ik goed had gehoord! Binnen twee dagen getrouwd te zijn met Pau line! Daar moest iets achter zitten! Ceneri moest krankzinnig zijn! Maar mocht ik zelfs uit de handen van een krankzinnige mijn geluk niet aanvaarden? „Ik weet niet, of zij wel van mij houdt...." stamelde ik. „Zou zij het wel goedvinden?" „Pauline is gehoorzaam en doet alles wat ik wil," antwoordde de dokter. „U kunt na uw huwelijk alles in het werk stellen om haar hart te winnen.” „Maar. „Neen, daar sta ik op. Vóór ik vertrek, wil ik de zekerheid hebben, dat alles in orde is. Ik dacht even na en zei: „Als we eens naar Pauline toegingen, en haar vroegen wat zij er van denkt?" „Dat is uitstekend,” antwoordde Ceneri. „We kunnen dadelijk gaan. Misschien vindt u het vreemd, dat ik er zoo’n haast mee maak, maar ik moet weer direct naar Italië terug en ik kan Pauline onder de gegeven omstandigheden niet alleen met Teresa in Engeland achterlaten. Dat zult u met mij eens zijn." Ik knikte en toen ik opstond, viel het licht door het raam precies op mijn gezicht. Ceneri was eveneens opgestaan, en terwijl hij me scherp opnam, zei hij: „Het is verwonderlijk, zoo bekend als uw gezicht mij voorkomt." Ik antwoordde hem, dat hij mij bij de San Giovanni gezien moest hebben. Hij scheen zich dat te herinneren en bleek daarmee tevreden. Even later stonden we op straat en namen een taxi om naar Pauline te gaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1932 | | pagina 2