n I i 5 u II ze wa- GEZICHT OP BERN EN DE ALPEN. - 2 tei ie In h( hf ui V€ en be st( di< Stf flit dit sk da de we ste de eet tui En ho da mi he wi de ze m na; zie toe wa uit bo' blil ha; dat kei dei wa na< va; de I lid sta de bin we; I Pa» tre' drt bec del stri ze kar I aar sch in. stel bla pas fer: lijk nu I wa; op na het tafel; Ten slofte zegt Gilbert tegen Teresa.dat hij met Pauline trouwen wil, maar alles wat zij hierop zegt, is „Zij is niet om mee te trouwen”. Gilbert biedt haar honderd pond aan en dan belooft zij Paulines oom te zuilen schrijven. Den volgenden dag moei Gilbert de stad uit en als hij thuiskomt zijn de beide vrouwen vertrokken zonder een adres achter te laten. Maar na eenige weken komt er een brief van een zekeren dokter Ceneri, die hem een bezoek zal komen brengen. Deze blijkt dan de oom te zijn over wien Teresa sprak en hij is de voogd van Pauline Hij wil liever niet, dat Pauline trouwt, doch daar Gilbert Vaugham rijk en van goede afkomst is, stemt hij in een huwelijk toe en na twee dagen trouweü ze; Gilbert heeft echter moeten beloven niet naar Paulines verleden te vragen. Ceneri en Teresa vertrekken weer naar Italië, terwijl Pauline en Gilbert een huwelijksreis naar de Schotsche meren gaan maken. Gilbert ontdekt na een paar dagen, dat zijn vrouw een geeste lijke afwijkiug heeft. Binnen een bepaalden, zeer nauwen kring kan zij denken, maar verder gaaf haar begrip niet en ook haar ge heugen heeft zij verloren. Gilbert vat dan hel plan op dokter Ceneri de waarheid omtrent zijn nicht al te dwingen Hij wordt door een vriend van Ceneri, Macari, naar dezen loege- bracht. Ceneri deelt hem mee, dat de oorzaak van Paulines kwaal een ernstige zenuwschok is geweest, en hij denkt wel, dat zij, hoewel langzaam, herstellen zal. Eenige maanden na zijn bezoek aan Ceneri krijgt Gilbert be zoek van Macari, die zich bekend maakt als Paulines broer. Pauline lijkt aan Macari herinneringen met Italië te verbinden en na zijn vertrek blijft zij erg onrustig. slissend stadium in haar toestand op handen was. Ik geloofde vast en zeker, dat zij ontwaken zou in het volle bezit van haar geestvermogens. Ik deed alles wat ik kon om haar bij te bren gen: liet haar reukzout inademen, legde mijn wang tegen de hare, riep haar naamen al dien tijd was ik overtuigd, dat het volgende oogenblik de beslissing ten goede zou brengen. Ruim een uur bleef zij bewusteloos. Toen, juist toen ik van plan was den dokter te tele- foneeren, begon haar pols sneller te slaan en het bloed in haar gezicht terug te keeren. Ik zag, dat haar gezicht en oogen begonnen te bewegen en in ademlooze spanning wachtte ik En toen keerde Pauline, mijn vrouw, tot het leven terug.... Ze kwam overeind in haar bed en keerde haar gezicht naar me toe en toen zag ik in haar oogen iets, wat ik er nooit meer in hoop te zien! HOOFDSTUK VIII. Pauline ontwaakte en toen ik haar oogen zag, ging er een huivering door mij heen. Het was geen waanzin, dien ik er in zag, maar ook niet het teruggekeerde verstand. Haar oogen, die wijd waren opengesperd, waren geheel leven loos, schenen niets te zien.... Het was duide lijk, dat zij in een nog veel beklagenswaardiger staat verkeerde dan eerst Ik sprak haar aan, noemde haar naam, maar ze sloeg geen acht op mijn woorden. Ze scheen mijn aanwezigheid niet eens op te merken. Haar oogen staarden doelloos rond en ren als de oogen van een doode Plotseling stond ze op en voordat ik het kon verhinderen, verliet ze de kamer. Ik volgde haar. Ze ging de trap af en begaf zich naar de voordeur. Ze legde haar hand op het slot en wilde de deur openenWeer sprak ik haar aan, smeekte haar te blijven, beval het haar ten slotte, maar het geluid van mijn woorden scheen haar niet eens te bereiken. Daar het mij onmogelijk was, haar met geweld tegen te houden, besloot ik haar te volgen. Het gelukte mij haar vlug een mantel om te slaan; ze weer de mij niet af, maar scheen het nauwelijks te merken. Ze opende de deur en ging naar buiten en in gespannen afwachting van hetgeen er ge beuren zou, liep ik naast haar voort, zonder een woord te durven zeggen. Ze liep met snelle, gelijkmatige passen, als iemand, die naar een bepaald doel op weg is. Ze wendde haar oogen naar rechts, noch naar links, maar staarde steeds vóór zich uit; ofschoon ik vlak naast haar liep was ik over tuigd, dat zij mij niet eens opmerkte. Het was duidelijk, dat zij een bepaalde ge dachte volgde, dat zij zoo snel mogelijk ergens wilde zijn. Mijn hart klopte tegen mijn keel; een voorgevoel van heel ernstige dingen hield mijn zenuwen tot het uiterste gespannen.... Ze verliet de Walpole street en zonder ook maar één oogenblik te aarzelen, sloeg zij rechts af, een breede straat in met aan weerskanten een trottoir. Zij liep ongeveer vijfhonderd meter rechtdoor, ging weer rechts af en bleef toen staan voor een huis, ongeveer in het midden van de straat. Het was een gewoon huis met verscheidene verdiepingen een typisch Londensch huis, dat zich in niets van duizenden anderen onder scheidde, behalve dat het, zooals ik bij 't licht van de straatlantaarn kon zien, slecht onder houden was. De ramen waren vuil en stoffig en voor één er van stond een biljet met de aankondiging, dat het gemeubeld te huur was. Ik vroeg mij af welke zonderlinge gedachten associaties Pauline er toe hadden gebracht, Nieuwe lezers beginnen hier: 'f r. Een jongeman, die zijn heele leven aan een ernstige oogziekte heeft geleden, wordt ten slotte geheel blind. Op een nacht, wan neer hij niet slapen kan. gaat hij naar buiten om wat lot rust te komen. Na een poosje in de straat gewandeld te hebben, gaat hij weer naar huis, doch treedt dan het verkeerde binnen. Hier is hij getuige van een moord; zijn blindheid vergetend, snelt hij de- kamer binnen, waar hij het schot en hel reutelen gehoord heeft, doch hij wordt vastgegrepen en hoort het geluid van een revolver, die gereed gemaakt werd om af Ie schieten en het kreunen van een vrouw. Om zijn leven te redden, zegt hij vlug, dat hij blind is. De menschen in de kamer gelooven hem, maar geven, hem een verdoovingsmiddel- Ze brengen hem naar het andeie ge deelte van de stad, waar hij door de politic in een portiek gevonden wordt. Priscilla, zijn huishoudster, gaal hem halen en legt hem te bed, waar hij den volgenden morgen laai ontwaakt. Hij kan echter door zijn blindheid geen stappen doen om de moordenaars op Ie sporen. Daarna ondergaat hij een oogoperatie, waardoor hij zijn gezichtsvermogen terugkrijgt. Twee jaren gaan voorbij Dan bevindt hij zich met een vriend in Italië, waar ze een buitengewoon mooi meisje ontmoeten, dat Gilbert na zijn reis in Londen weer tegenkomt Hij ontdekt dan, dat hij verliefd op haar is. Het is echter moeilijk om kennis met Pauline March te maken, daar zij buitengewoon verlegen en teruggetrokken is. Ten slótte lukt het, maar zij zegt haast niets, en Teresa, haar oude Italiaansche kamenier, bespiedt haar voortdurend. 12) Reeds den volgenden dag kwam Macari te rug, en nog dikwijls daarna. Het was duidelijk, dat hij mij zoo veel mogelijk behulpzaam wilde zijn. Hij deed alles om zich zoo aangenaam mogelijk te maken. Pauline echter zuchtte steeds als hij binnenkwam en het deed mij leed te zien, dat zijn gezelschap haar pijnlijk was. Maar juist de waarschijnlijkheid, dat Macari 'n crisis in haar leven te voorschijn zou roepen, deed mij besluiten vol te houden. Op zekeren avond zaten Macari en ik diner nog bij een glas wijn tezamen aan Pauline had plaats genomen op een rustbank en we luisterden naar zijn verhalen, die ge woonlijk het aanhooren wel waard waren. Hij vertelde van zijn militairen dienst; hoe hij in den oorlog had meegevochten, hoe een slag met de kolf van een geweer zijn rechterarm had gebroken en hoe hij toen met zijn linker hand zijn bajonet in het hart van zijn tegen stander had gestoken.... Al pratende had hij zich naar Italiaanschen aard hevig opgewonden en met een mes, dat hij van de tafel had ge nomen, maakte hij een zwaaiende beweging door de lucht om zijn verhaal te illustreeren Op dat oogenblik hoorde ik achter mij een diepen zucht en toen ik mij omkeerde zag ik Pauline met gesloten oogen, bewusteloos, op den divan liggen. Ik snelde naar haar toe, nam haar op en droeg haar naar haar kamer, waar ik haar te bed legde. Daar Priscilla juist uit was, haastte ik mij terug naar de eetkamer om afscheid van Macari te nemen en terug te keeren naar mijn vrouw. „Ik hoop, dat het niets ernstigs is,” zei hij. „Neen, een flauwte," antwoordde ik. „Ik denk, dat ze schrok van uw gebaar met dat mes....” Teruggekeerd bij Pauline, trachtte ik haar met de gewone middelen weer tot bewustzijn terug te brengen. Ze ademde slechts zachtjes en lag als levenloos. Ik verkeerde in een toe stand van de uiterste spanning, want een niet te omschrijven gevoel zei me, dat er een be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1932 | | pagina 2