i
te
p\e heuvelachtige hoogvlakte van Normandië wordt aan den zeekant
L' begrensd door steile, kalkachtige rotsen, de bekende Jalaises”. Het
land is vruchtbaar; landbouw en veeteelt bloeien er, men oogst er tarwe,
rogge, haver, vlas, suikerbieten en vruchten, die naar de Engelsche jam-
fabrieken gaan. Een levendige handel in boter, kaas en melk tiert er.
De kustbewoners vinden een bestaan in het vreemdelingenverkeer
men vindt er de bekende badplaatsen Dieppe, Trouville, Deauville, Fécamp,
e.a. en de vischvangst. Fécamp is de tweede visschershaven van Frankrijk
en van daar uit vaart men op kabeljauw naar Ijsland en New-Foundland
en op haring in den Atlantischen Oceaan en de Noordzee.
Op deze bladzijden geven we eenige foto’s van deze schilderachtige
landstreek.
JHa