door Fior do I i.so
2
lorcG
na
antwoord
geen
van
en
GANZEN BUURPRAATJE
mij zoo raadde, omdat
wist, dat hijgoed
hebt
u uw
te Vj e\''V w
angst brak door haar lippen en
een toen hij op haar toetrad.
„Wat is er, kind?” vroeg hij bezorgd, een
vaag voorgevoel nauwelijks kunnende onder
drukken.
Ze kon niet spreken. Toen haar vader naast
haar ging zitten en zijn linkerarm om haar
heensloeg, rilde ze, alsof ze het koud had, en
ze trok haar gezicht haastig weg voor de aan
raking van zijn lippen, maar niet voordat hij
had gevoeld, hoe koud zij was. De uitdrukking
van angst in haar oogen werd sterker, en ter
wijl hij een snellen blik op haar gezicht wierp,
bediende, maar John haalt een revolver te voorschijn en
dwingt beiden het vertrek te verlaten. Bij het zien van het
wapen ontnuchtert Dick evenwel en haalt eveneens z>jn
revolver voor den dag.
Plotseling gaat het electrisch licht uit, en als het weer
aan gaat ligt John door een revolverschot gedood ter aarde.
Perrison neemt Dick mee naar huis en praat hem voor,
dat hij- het is, die per ongeluk zijn broer heeft gedood.
Hij raadt hem aan het aan niemand te vertellen. Wel
echter aan zijn vader. Om het hem gemakkelijker te maken,
zal hij, Perrison, zijn vader gaan voorbereiden.
Hij gaat dan Lord Longworth vertellen, dat Dick gevaar
loopt wegens broedermoord gearresteerd te worden en
eischt van hem, dat hij Dick en Lizzy in zijn huis zal ont
vangen. Lord Longworth wijst hem echter de deur terwijl
hem plotseling een frappeerende gelijkenis tusschen zichzelf
en Perrison opvalt en laatstgenoemde vertrekt met
de voorspelling, dat zijn en Longworth’ kleinkinderen nog
eens in die woning zullen hèerschen.
Als Lizzie morgens vroeg de kamer van haar man be
treedt, ziet zij direct, dat er iets niet in orde is. Dick wil
evenwel niet zeggen, wat er aan scheelt, en terneergeslagen
blijft het meisje zitten. Eensklaps vraagt hij haar echter,
of zij, als hij haar vroeg met hem te vluchten, dat zou doen.
Lizzie aarzelt, en Dick verwijt haar, dat ze met hem ge
trouwd is omdat haar vader het haar aanraadde. Hij zegt
haar ook, dat hij zijn broer gedood heeft en welk ver
achtelijk beroep haar vader uitoefent. Daarna gaat hij weg,
met het plan haar nooit weer te zien.
Radeloos blijft Lizzie achter. Eindelijk komt haar vader
thuis, die haar naam en dan dien van Dick roept, zonder
antwoord te krijgen. Haastige voetstappen naderen haar kamer.
werden ook zijn wangen plotseling even wit
als de hare en gleed zijn linkerarm slap van
haar middel.
Er heerschte gedurende eenige oogenblikken
een gespannen zwijgen. Toen stond hij lang
zaam op en liep met gebogen hoofd naar de
deur.
„Waar is Dick?” vroeg hij met gedempte
stem, toen hij den knop reeds in zijn hand had.
Zij gaf geen antwoord, en wederom heersch
te hetzelfde ademlooze zwijgen; toen hief Lizzie
haar oogen op, tot haar blikken de zijne ont
moetten.
„Hijhij is weggegaan,” antwoordde ze
met een toonlooze stem. „Hij heeftzijn
broer doodgeschoten.... doodgeschoten in het
donker-.... en was bang.Hij kon niet blij
ven dus is hij weggegaan.”
Een kreet als van een gewond dier kwam
Nieuwe lezers beginnen hier:
10)
Na bet diner blijven de twee zoons van Lord Fartelgh
Longworth, John èn Dick, alleen in de eetzaal achter.
Na van John de belofte gekregen te hebben, dat hij het
niet aan hun vader vertellen zal, komt Dick met de mede-
deeling, dat hij gaat trouwen met Lizzie Perrison, de doch
ter van een berucht speler en zwendelaar, die al eens ge
probeerd heeft John in een financieel schandaal te betrekken.
Vol woede en smart probeert John Dick van zijn voor
nemen af te brengen, doch het lukt niet, en de laatste gaat,
de huwelijksvolmacht en een revolver in zijn zak ge
stoken te hebben, het huis uit.
John pijnigt zijn hersens af om een slagboom te bedenken,
dien hij tusschen Dick en Lizzie op zou kunnen richten.
Ten slotte gaat hij naar Perrison zelf, die een geheime
speelzaal heeft, maar hij kan hem niet te spreken krijgen.
Als hij hierna thuiskomt, heeft zijn vader van Perrison be
richt ontvangen, dat Lizzie en Dick getrouwd zijn en dat
Lizzie haar schoonvader den volgenden ochtend een bezoek
zal komen brengen.
John krijgt dan van den ouden Lord Longworth opdracht
Lizzie een jaargeld aan te bieden, Dick mee naar huis te
brengen, en hem te zeggen, dat zijn vader hem, zoo hij „in
zijn dwaasheid volhardt", niet meer kennen wil.
Ten huize van Perrison treft John echter niemand aan.
Hij geeft dan zijn chauffeur opdracht naar het speelhol te
rijden, waar Perrison inderdaad is en hij zijn broer dronken
vindt. John doet wat zijn vader hem gezegd heeft. Hij biedt
Perrison voor zijn dochter een jaargeld aan en wil Dick
meenemen. Perrison weigert echter en roept Drake, zijn
Ze kreeg het gevoel, dat zij zou vallen en
liet zich ruggelings weer op haar bed vallen,
gejaagd ademhalend.
Perrison klopte, en zij kon
geven.
Hij kwam de kamer binnen. Een kreet
zij kromp in-
aan
was
een standbeeld en
dat uit den mond
hij aanbad
„Ik geloof niet, dat ik het zoo erg had ge
vonden, indien u het mij verteld hadt,” ver-
vervolgde Lizzie minder opgewonden nu. „Als
u mij niet het tegendeel had laten gelooven en
u mij niet gesmeekt had, met Dick te trouwen
omdat het goed voor mij was. Ikik ge
loof, dat ik u al het andere zou hebben ver
geven, maar ik kan dat niet vergetendat
u mij met hem hebt laten trouwenvoor
geld....
Ikik dacht, dat u
u hem aardig vondt en
over Perrisons lippen, en hij deed een stap
naar haar toe, zijn armen naar haar uitgebreid
in een impuls van vaderlijke liefde, om haai'
te troosten, om die bevende, angstige gedaante,
die als ineengekromd op het bed zat, aan zijn
hart te drukken en te koesteren. Maar hij
schrok terug voor den doffen, starenden blik
in haar oogen.
Aarzelend bleef hij staan. Lizzie stak haar
hand uit en ze maakte een gebaar alsof ze hem
van zich weg wilde stooten.
„Raak me niet aan!” De woorden waren nau
welijks verstaanbaar, maar Perrison hoorde ze
toch duidelijk, en hij deinsde terug voor het
licht, dat plotseling in haar oogen gekomen
was.
„Lizzie!” kwam het schor uit zijn mond. Het
was een kreet van angst, van wanhoop, maar
het scheen alsof zij hem niet hoorde.
Hij staarde in haar wild schitterende oogen,
verbaasd, verward, niet begrijpend wat er
eigenlijk aan de hand was.
Ze kwam langzaam overeind, onzeker wanke
lend, haar mond zonderling trillend, haar ar
men uitgestrekt, de palmen van haar handen
naar hem toegekeerd als om hem af te weren.
„Raak me niet aan.... alsjeblieft.... nog
niet!” hijgde ze. „Ik wil denken.... denken....
en een besluit nemenZe zweeg en sloeg
haar handen voor de oogen, met moeite slik
kend.
Het was Perrison alsof op dat oogenblik de
wereld voor hem verging, alsof alles in een
duizelingwekkend diepen afgrond stortte, wat
hem ooit dierbaar was geweest. Toen was het
alsof er plotseling een furie in haar voer en
met opgeheven armen trad zij op hem toe.
„O, waarom hebt u tegen mij gelogen
waarom. waarom?” Ze slingerde hem die
woorden in het gezicht met al de passie waar
over ze beschikte. „Waarom deed u me ge
looven, dat u goed en eerlijk waswaarom
maakte u, dat ik zooveel van u ging houden
en zoo trotsch op u was? U hadt kunnen weten,
dat ik den een of anderen dag moest merken,
wat u in werkelijkheid bentO, ik hoop, dat
ik u niet ga haten, omdat u me hebt laten
trouwen met Dick, alleen omdat u uw eigen
voordeel zocht!”
Ze zweeg, diep ademhalend, en haar vader
deed geen enkele poging om zich te verdedi
gen. Hij zou het niet gekund hebben, al had
hij het gewild; hij had het gevoel, dat zijn tong
zijn verhemelte zat gekleefd, of zijn keel
dichtgesnoerd. Hij stond daar roerloos als
standbeeld en luisterde naar zijn vonnis,
van zijn dochter kwam, die