e
d
n
wreed
(Wordt vervolgd).
I
r
i
t
t
Is
n
n
n
n
I
i
t
u
a
n
n
u
P
n
>t
>t
il
s
a
1!
is
1,
k
bijna niet te onder
armen om
haar heen te slaan en
drukken. Maar bijna
een
en haar jonkvrou-
een vlam door haar
ALS IN
EEN SPROOKJE...
welijks eenige dagen kende, als hij niet van haar
hield....? Stilzwijgend had hij zijn hart uitge
sproken en hij stond nu voor de consequenties.
De woorden, die hij pas .zooeven tegen haar
had gezegd, hamerden in zijn hersens: „Wij zijn
gekluisterd aan de consequenties van onze daden
en die zijn even onherroepelijk als het verle
den
Met een schok realiseerde hij zich de draag
wijdte van deze gedachte: hij had tegenover dit
meisje een daad gesteld en het gevolg daarvan
was even onherroepelijk als van welke andere
daad ook van zijn verledenHij had een jong
hart in zijn handen gevormd, hij had het naar
zich toe gehaalden welke macht ter wereld
zou het weer zonder nameloos leedvan hem
kunnen afwenden
Hij stond daar, doof en blind voor alles wat
er precies was gebeurdHad hij dit alles
voorzien had hij het kimnen voorzien? Hij
wist, dat hij zich in zijn gedachten vaak had
laten gaan, maar had hij in wèrkelijkheid wel
één oogenblik geloofd, dat dit meisje met haar
jeugd en haar schoonheid, haar weelde en ver
zekerde toekomst, ooit één gedachte aan hem
zou kunnen wijden aan een man als hij, die
vergrijsd en verbitterd was voor zijn tijd die
door iets meer dan vriendschap was ingegeven?
Misschien had hij er diep in zijn hart naar
verlangd, maar dat dit werkelijkheid zou kunnen
wordenEen vreemde gedachte welde in
hem op vreemd, maar tóch verklaarbaar:
„Wat kan het geluk bitter zijn en
steeg zijn machteloosheid, het verleden van zich
af te zetten, in hem op, en met een intuïtieve
helderziendheid zag hij het gevaar, waarin hij
haar had gebracht. Hij kon haar nooit gelukkig
maken. Niet alleen, dat hij zich niet van zijn
verleden kon losmaken, maar hij was en bleef
een moordenaar ook al was het nooit zijn be
doeling geweest om te dooden
Hij sloot zijn oogen. Een onzegbaar leed over
weldigde hem.
Hij zag den afgrond, die voor de voeten van
het meisje gaapte, en dien hij gedolven had! Was
hij dan voorbestemd iedereen ongelukkig te
maken, waarmee hij in aanraking kwam? Was
het dan zijn noodlot iedere vrouw het Beloofde
Land te laten zien om het dan voorgoed voor
haar te sluiten? Hij had zijn vrouw gedood hij
zou het hart van dit meisje breken. De hemel
wist, hoe graag hij het anders zou willen, maar
hij mocht niet, omdat hij niet kón.
En opeens besefte hij, dat het onverantwoor
delijk was geweest, wat hij had gedaan. Tegen
zichzelf had hij geredeneerd, dat hij als vriend
met haar zou meegaan, daar had hij zijn eigen
gevoelens mee in slaap gesust, maar zijzij
had natuurlijk heel goed begrepen, dat hij om
een andere reden was meegegaan, dat hij met
andere overwegingen het gevaar had getrot
seerd van een tocht door een land, waar ieder
oogenblik een opstand kon uitbreken. Voor haar
moest het duidelijk zijn geweest, al had hij dat
ook nooit gezegd, dat hij zijn aanbod als hun
gids op te treden had gedaan omdat hij haar
niet uit zijn leven weg wilde laten gaan, omdat
hij haar bij zich had willen houdenEn welke
man zou dit doen voor een meisje, dat hij nau-
Haar woorden trilden in den donkeren avond,
en hij verstond nauwelijks wat zij zei, maar toen
hij de aandoening hoorde, die uit haar stem
sprak, keek hij verrast op, en toen hij in haar
oogen keek, zag en begréép hij
Hij schrok, en zonder er zich van bewust te
zijn, bleef hij staan. Haar hand, die zij op zijn
arm had gelegd, om wat steun te hebben, daar
hun Pad steeg, trok zij langzaam terug. Slap
viel ze langs haar neerEen heftige blos
kleurde haar wangen, haar halsZe had
zich tegen hem uitgesproken
welijke schaamte sloeg als
wezen.
Een oogenblik kwam een
drukken verlangen in hem op, zijn
haar tegen zijn borst te
tegelijkertijd rees er
golf .vaft verwijt in hem op. Wat had hij ge
daan, vroeg hij zich af. Was hij in het ver
leden reeds te ver gegaan, had hij gedachten,
verlangens bij haar opgewekt, die hij niet zou
kunnen, niet mócht verwezenlijken? Had hij
reeds te veel laten merken, van hetgeen er in
hem was omgegaan, wat hij voor haar voelde?
Hij had den laatsten tijd heel wat ellende door
gemaakt, en de hemel alleen wist, wat haar
komst in zijn leven voor hém had beteekend,
maar nu hij in haar oogen had gelezen, zoo dui
delijk als in een opengeslagen boek, dat zij van
hem hield, nu deinsde hij voor de gevolgen
terug als had hij een verschrikkelijk visioen ge
zien. En in werkelijkheid was dit ook zoo
want weer doemde het gezicht van zijn vrouw
voor hem op, zooals zij dien nacht in zijn armen
gestorven wasAls een vloed van weemoed