17 Het zijn maar een paar voorbeelden van zaken die het structurele belang aangeven van de late middeleeuwen. Maar ook hier is de praktijk van het onderzoek niet eenvoudig. Het Latijn-probleem is van veel minder betekenis dan vóór 1300. Oorkonden van bijvoorbeeld kapittels en abdijen worden nog wel veel in het Latijn geschreven, maar het grootste deel van de bronnen is nu toch in het Nederlands. Posi tief is ook dat het bronnenbestand overvloedi ger wordt èn gevarieerder, met bijvoorbeeld re keningen. poorterboeken, en in de 16de eeuw ook belastingkohieren en kaarten, plattegron den. Anderzijds is er veel archiefmateriaal niet uitgegeven, zodat men veel zal moeten reizen naar archieven binnen, maar vooral ook buiten Zeeland. Want de bronnen voor deze periode bevinden zich vaak ver buiten de provincie. Bij voorbeeld bij de kerkelijke archieven: de ar chieven van de bisschop en de kapittels van Utrecht met hun vele bezittingen en rechten in Zeeland zijn op het rijksarchief in Utrecht, de archieven van grote abdijen als St Pieter, St Baafs, Ter Doest en Ten Duinen zijn in Gent en Brugge, en het archief van de abdij van Rijns burg met haar uitgestrekte goederen in Noord- Walcheren bevindt zich in het rijksarchief Zuid- Holland in Den Haag. Van het grafelijk bestuur bevinden zich alleen het archief van prelaat en edelen alsmede de grafelijke rekeningen - voorzover niet in 1940 verbrand - in Middelburg in het rijksarchief. De overige archieven van het grafelijk bestuur zijn in Den Haag in het rijksarchief Zuid-Holland. Bijvoorbeeld het archief van het Hof van Hol land en Zeeland en - heel belangrijk - de gra felijke registers van uitgaande oorkonden. De grafelijke registers zijn het met name die de omvang van het bronnenmateriaal in de 14de eeuw zo sterk doen toenemen. Vanaf ca 1316 laat de graaf namelijk alle oorkonden die hij uitvaardigt, afschrijven in registers. Die oorkon den kunnen over van alles gaan: het kan een stadsrecht zijn of een marktprivilege, maar ook de belening van een particulier persoon met grafelijk goed, een verpachting van grafelijke tienden, de beslechting van een geschil tussen een paar ambachtsheren of de regeling van wa terstaatszaken. En in heel veel gevallen zijn het oorkonden waarvan de originelen verloren zijn gegaan. Neem bijvoorbeeld het stadsrecht van Vlissingen uit 1315. Het origineel daarvan moet aan de stad Vlissingen zijn gegeven, maar het is er niet meer, zodat wij nu zijn aangewezen op het afschrift in het grafelijk register. En dan heb ik het nog alleen over het bestuur van de graaf van Holland over Zeeland, want voor het hui dige Zeeuwsch-Vlaanderen vinden wij de bron nen inzake het landsheerlijk bestuur uiteraard in het archief van de graaf van Vlaanderen; en dat archief is nota bene verpreid over het alge meen rijksarchief te Brussel, de rijksarchieven te Gent en Brugge en het archief van het depar tement du Nord in Rijssel. Ook op lager niveau moet zich nog het no dige buiten Zeeland bevinden. Ik denk bijvoor beeld aan de archiefjes van de heerlijkheden St Maartensdijk en Scherpenisse in het archief van de Naussause Domeinraad op het algemeen rijksarchief in Den Haag. Zo ook werd ik jaren geleden gewaarschuwd door de heer J.C. Kort van het algemeen rijksarchief dat hij op een van zijn speurtochten een cartularium van de heren van Borsele in de universiteitsbibliotheek te Gent had aangetroffen. Natuurlijk zijn er ook belangrijke archiefbron nen in Zeeland zelf. Het archief van de Middel burgse abdij op het rijksarchief in Middelburg is voor de laat-middeleeuwse geschiedenis van vooral Middelburg en Walcheren een zeer rijke bron. Van dit archief is in 1940 alleen het 16de- eeuwse gedeelte verloren gegaan. Er zijn daar naast ook diverse mooie stadsarchieven: dat van Zierikzee bijvoorbeeld, waar weliswaar de rekeningen weg zijn, maar waar de poorterboe ken vanaf 1302 zijn overgeleverd. En verder vindt men ook in de archieven van Aardenburg, Hulst, Veere en Tholen al materiaal uit de 14de eeuw. Ja, het mooiste middeleeuwse stadsar chief in Zeeland was natuurlijk dat van Middel burg, misschien was het wel een van de rijkste in ons land, maar ook dat is bij het bombarde ment van 1940 verloren gegaan. Gelukkig dat kort tevoren een groot aantal stukken uit het archief door de gemeentearchivaris en histori cus W.S. Unger was uitgegeven in de Rijks Ge schiedkundige Publicatiën onder andere de oudste stadsrekeningen uit 1366 en 1367. Er is in 1940 meer onherstelbaar verlies geleden. Heel cynisch is bijvoorbeeld dat het stadsarchief van Reimerswaal, dat 300 jaar nadat Reimers- waal was verlaten nog bestond, in 1940 even eens verloren is gegaan; daarvan rest nu alleen nog een inventaris en een regestenlijst. Overzie ik de late middeleeuwen, dan denk ik dat het zo verspreid zijn van de archiefbron nen en het feit dat er maar weinig uitgegeven is, de historici huiverig maakt: kennelijk, want eerlijk gezegd wordt er over de late middeleeu wen niet zó veel gepubliceerd. Uitzonderingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1991 | | pagina 19