19 De zorg voor de materiële sporen van het verle den Tot zover enige kanttekeningen bij de toekomst van de beoefening van de geschiedenis van Zeeland, in mijn geval speciaal de middel eeuwse geschiedenis. Daarnaast heb ik in het begin nog een heel andere vraag aangestipt, namelijk die naar de toekomst van de materiële sporen van het verleden in onze provincie. Wat is er uit een ver en minder ver verleden be waard gebleven aan landschap, aan bebou wing, en hoe stellen wij ons, wat dit betreft, de toekomst voor? Op dit thema wal ik maar heel kort ingaan. Er is de laatste decennia in Zeeland wel heel dras tisch ingegrepen in bestaande structuren. Dat is voor een deel het gevolg van de oorlog en de watersnood, maar voor een groot deel ook is dat gebeurd binnen het kader van technische vernieuwingen in zowel industrie als landbouw, en in verband met ingrijpende ontwikkelingen op het gebied van waterstaatszorg en verkeer, alles in samenhang met een bevolkingsgroei van maar liefst 40% in de laatste 50 jaar. Wat is er niet gebeurd? Binnen het kader van de ruil en herverkaveling - en ik wil nu niet het nut daarvan ter discussie stellen - is haast overal het oude land op de schop gegaan. De middel eeuwse verkavelingsstructuur, clie typerend was voor alle oude kerngebieden, is slechts hier en daar gespaard, bijvoorbeeld bij Nisse en onder Sinoutskerke, maar verder is dit landschap ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1991 | | pagina 21