20 dwenen. Het is soms, zoals op Walcheren, ver vangen door een verkaveling waarin men met veel goede wil nog een hele vage relatie met de oude situatie kan ontdekken, maar wanneer wij cle moderne topografische kaart van Schou wen bekijken zien wij bijkans een tweede Noordoostpolder waar dorpjes als Serooskerke en Noordwelle wezensvreemd in liggen als een soort Urk en Schokland. En dan zijn er natuur lijk de ingrepen in steden en dorpen, vooral om verkeerstechnische redenen. Ik zal die niet allemaal opsommen, en er is wat dat betreft de laatste tijd ook wel een zekere kentering opge treden, maar het Van Dishoeckhuis in Vlissin- gen is toch nog niet zo lang geleden afgebro ken en het Badhotel in Domburg waait bij de eerste de beste storm ongetwijfeld om! De vraag waarom historici zich over derge lijke zaken druk maken, is denk ik geen onder werp van discussie.Het is een soort vanzelfspre kendheid die groter wordt naarmate er meer van het verleden wordt weggevaagd of ver minkt. Toch zou ik wel eens echt willen weten waarom ik boos word! Natuurlijk is er voor de historicus een rationeel, een wetenschappelijk argument, namelijk: oude verkavelingen, oude gebouwen en dergelijke zijn een deel van zijn historisch bronnenmateriaal, en dat wordt hem stap voor stap ontnomen. Maar daarvan word je niet echt boos. Ik denk dan ook dat er meer is, veeleer in de irrationele sfeer. Ik ben niet ie mand die weet waar historische belangstelling vandaan komt, maar ik heb, zeker wat mijzelf betreft, wel enig idee: ik vermoed dat iemand heel eenvoudig kan houden van de dingen om zich heen, van dingen die hij van kinds af aan kent, die hij mooi vindt of hem in ieder geval vertrouwd zijn: landschappen, boerderijen, hui zen of straten, zaken die voor hem iets vanzelf sprekends hebben, waarbij hij zich thuis voelt. Sommigen zullen meer willen weten over de achtergrond en de oorsprong van al die zaken: dat zijn de historici in spe! Bij anderen is dat minder het geval, maar de gehechtheid aan cle omgeving kennen zij wel, en ook het gevoel dat men daar af moet blijven! Dit alles is inder daad niet rationeel; het doet eerder denken aan iets als het gedicht 'Walcheren' van J.C. Bloem, Land, waarop eeuwig komt gevochten De zee, met luid geruis, Ik zocht geen vreemde op mijn tochten: Ik kwam bij u naar huis. of voor mijn part aan 'de 'Dapperstraat' van de zelfde dichter. Maar hoe dan ook, deze instel ling van heel veel mensen is wel een maat schappelijk gegeven, en wanneer deze instelling voor mij en misschien voor velen van u mede ten grondslag ligt aan uw of mijn liefde voor de geschiedenis, dan is het zeker dat de zorg voor de materiële sporen van het verleden een zaak is die met name óns heel direct aan gaat. Vakhistorici en amateurhistorici, archeolo gen, historisch-geografen, kunsthistorici en ar chivarissen, locaal- en regionaal-historische verenigingen: zij zijn cle eerst aangewezenen 0111 sluimerende historische belangstelling te ac tiveren, om zonodig een waarschuwend geluid te laten horen en bovenal door onderzoek en publikaties burgers en overheid deskundig voor te lichten. Wanneer wij daar in Zeeland onver minderd mee doorgaan - en de nieuwe Gids voor historisch onderzoek in Zeeland2 kan daar een bijdrage aan leveren - dan kunnen naar mijn idee de oude structuren en andere mate riële sporen uit het verleden, voorzover zij er althans nog zijn, de toekomst met enig voor zichtig vertrouwen tegemoet zien. Noten 1. Elders in deze aflevering wordt zeer terecht gesteld dat het mondingsgebied van de Schelde, gezien het se dimentatieproces, geen delta is in de geologische zin van het woord. In het algemene spraakgebruik heeft het woord 'delta' echter een wat ruimere betekenis dan de geologie er aan hecht. Het criterium voor het gebruik van het woord is dan slechts de overeenkomst van het kaartbeeld van het mondingsgebied van een rivier met de driehoekigevorm van de Griekse letter delta A. In die betekenis waag ik het met enige aarzeling de term voor alsnog voor het Zeeuwse estuariumgebied te blijven ge bruiken. 2. A.C. Meijer e.a. (red.) Gids voor historisch onder zoek in Zeeland. Amsterdam 1991 ISSN 0926-2873 ISBN 90 72872 06 119,50.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1991 | | pagina 22