HET BOEK DER ZEEUWSE TAPIJTEN: EEN ONDERHOUDENDE
LEZING MET LICHTBEELDEN
65
Albert Meijer
Onlangs verscheen bij uitgeverij Waanders een fraai uitgevoerd boek over de zes Zeeuwse wandtapijten.
Aan de totstandkoming van dit werk heeft de Provincie Zeeland "van harte steun verleend", zo schrijft
commissaris dr. C. Boerden in zijn "Ten geleideEn verder: "Er is een boek ontstaan dat de belangstel
ling en de liefde voor Zeeland en zijn geschiedenis kan vergroten"Liefde maakt echter soms blind.
De Zeeuwse bestuurders tonen de laatste jaren
een verheugende belangstelling voor het eigen
cultuurbezit. Kosten noch moeite worden ge
paard om het eeuwenoude Zeeuwse Binnenhof,
het Abdijplein, tot de mooiste patio van ons land
te maken. De inrichting ervan is vermoedelijk de
grootste kunstopdracht die in dit gewest sinds de
jaren negentig van de zestiende eeuw is verstrekt.
Toen werden namelijk de zes uiterst kostbare ta
pijten besteld die de heldendaden der Zeeuwen
in de jaren 1572 tot 1576 verbeelden. Vier ervan
hangen in het Zeeuws Museum, twee verblijven
nog in het restauratieatelier in Haarlem.
Over deze wandtapijten is in november een
fors en kleurrijk boek van de hand van dr. C.A.
van Swigchem en jhr. G. Ploos van Amstel gepu
bliceerd, onder de titel "Zes unieke wandtapijten.
Strijd op de Zeeuwse Stromen, 1572-1576". Uiter
lijk past het werk perfect in het fonds van kunst
historische prachtwerken dat Uitgeverij Waanders
de laatste jaren heeft opgebouwd. De provincie
Zeeland mag er trots op zijn, dat tussen Rem
brandt en Van Gogh nu ook de allerbelangrijkste
en kostbaarste Zeeuwse kunstvoorwerpen hun
plaats in de boekenkast kregen. De tapijten zijn
inderdaad uniek, en met wat meer reclame zou
den ze een spectaculaire publiekstrekker kunnen
worden. Dr. P.K. van Daalen was zich dat bij zijn
pensionering als directeur van het Zeeuws Mu
seum terdege bewust. In een eerder verschenen
kleine brochure over de tapijten had hij reeds het
opmerkelijk belang ervan aangegeven. Hij startte
een intensief onderzoek naar cle geschiedenis van
de tapijten in zijn museum. Hij had geluk: bijna
alle bronnen waren er nog. Het stadsarchief van
Middelburg, de plaats waar bijna alle tapijten
waren vervaardigd, was weliswaar niet meer be
schikbaar, maar vele gegevens uit dit archief
waren in 1869 al door J. van de Graft gepubli
ceerd. Alle door C. de Waard op het Rijksarchief
aangetroffen en in 1897 uitgegeven documenten -
en nog veel meer - waren bewaard gebleven. Van
Daalen moet van mening zijn geweest, dat de
moderne kunsthistoricus andere vragen stelt aan
bekende bronnen, en hij wenste niet zonder
meer te vertrouwen op wat zijn voorgangers had
den gedaan. Hij zette zich aan een uitgebreid ar
chiefonderzoek, dat bij zijn overlijden nog lang
niet klaar was. Mede op basis van zijn aanteke
ningen is dan nu dit boek tot stand gekomen,
door G. Ploos van Amstel in zijn Voorwoord ge
kenschetst als een populair-wetenschappelijk
werk.
Het is een in sommige opzichten fraai en nuttig
werk geworden. Zo geeft het op heldere wijze
aan, wat er op de tapijten staat afgebeeld. De
krijgshandelingen worden vrij uitgebreid beschre
ven. We vernemen onder meer iets over de ont
werpers, de wevers en het weven zelf. Relatief
veel aandacht krijgen de afgebeelde scheepsty-
pen. Het boek is zeer rijk geïllustreerd. Het zit
zelfs zo vol plaatjes met Nederlands- en Engelsta
lige bijschriften, dat de samenstellers enige angst
voor het lege verweten kan worden; dezelfde
horror vacuï die zij, in een wat al te pedagogisch
gespeld Latijn (blz. 72), de ontwerper van het ta
pijt "Bergen op Zoom" aanwrijven. Het moet
worden opgemerkt, dat mede door het grote aan
tal detail-afbeeldingen de uitgever het zich bij
zonder moeilijk heeft gemaakt. De tapijten ver
schieten door het boek heen nogal eens van
kleur. Zo lijkt het op de afbeelding van het dub-
beltapijt "Den Haak" net alsof alleen het rechter-
deel in de rooksalon is opgehangen.
Zoals gezegd, worden de tapijten zelf vrij uit
voerig beschreven. Moderne kunsthistorici inte
resseren zich echter steeds vaker ook voor de
omgeving van de kunstenaar, zijn werkomstan
digheden, de buurt, de opdrachtgever, de prijs,
de appreciatie van het kunstwerk. Nader onder
zoek naar juist deze aspecten is arbeidsintensief,
maar leidt vrijwel altijd tot verrassende resultaten,
die het meer dan waard zijn verwerkt te worden,
ook in "populair-wetenschappelijke" publikaties.
Ons beeld van veel oude kunstvoorwerpen en
kunstenaars kan op zo'n manier van veel fantas-
terij, ooit het resultaat van louter associaties, ont
daan worden. Vele gegevens die ten aanzien van
bijna alle klassieke meesterwerken wel nooit
meer boven water zullen zijn te krijgen, liggen nu
juist bij de tapijten voor het oprapen. De meeste
onzin die er in het grijs verleden over de
Zeeuwse tapijten is beweerd, was grotendeels al
eerder rechtgezet. Het is de verdienste van dit