i J 1 LjJ L J L ZEEUWSE TAPIJTEN 71 Deze uit de architectuur van de ruimte herleide indeling geeft ook een optimale harmonie tussen de samenstellende delen en het geheel. Het schoorsteenstuk met Willem van Oranje en het wapen van Zeeland domineert door zijn centrale positie in de middelste travee. Lillo en Den Haak, resp. Bergen op Zoom en Rammekens, zijn pen danten aan weerszijden van deze as, die wordt versterkt met Zierikzee voor het middelste raam, dat evenals het schoorsteenstuk een zuiver vier kant tapijt is. Behalve aan deze algemene criteria kunnen we de indeling aan een aantal specifieke kenmerken van de tapijten toetsen. Een bijzondere eigen schap van de tapijten Lillo en Den Haak is, dat de opschriften zich niet in het midden bevinden, maar ca. 20 cm naar rechts, resp. naar links. Bij Den Haak kan men daarbij een verband leggen met de deling ten behoeve van de gangdeur ach ter het tapijt, maar bij Lillo valt geen andere noodzaak te bedenken dan symmetrie tussen beide tapijten of aansluiting bij de architectuur van de ruimte. Wat het laatste betreft, kan aan de ligging van de moerbalken worden gedacht. Bij grote over spanningen kwam het voor, dat tegen de eind- wanden volwaardige moerbalken werden gelegd in plaats van strijkbalken van geringer dikte; men ziet dat bij voorbeeld in de hofzaal van het Mar kiezenhof te Bergen op Zoom. Het balkenpla- fond correspondeert dan niet geheel met de tra vee-indeling van de wanden. Indien nu een tapijt twee traveeën diende te omvatten, bevond de middelste balk zich niet exact boven het midden van het tapijt, maar naar gelang van de zwaarte van de balken 20 a 23 cm daarbuiten. Het kan dus zijn, dat men op deze wijze aansluiting bij de architectuur van de zaal heeft gezocht. De verschuiving wijst evenzeer op symmetrie tussen beide tapijten: bij Lillo is het opschrift op geschoven naar rechts, bij Den Haak naar links. Laat men het aspect van de balkligging buiten beschouwing, dan kan de conclusie uitsluitend zijn, dat deze tapijten als pendanten ter weerszij den van de schoorsteen zijn bedoeld. Een ander toetsingscriterium levert de schadu wing van de voorstellingen. Bij vaste interieur schilderingen diende de lichtval, resp. schadu wing in overeenstemming te zijn met de De door Van Swigchem voorgestane situering van de tapij ten: 1. Schoorsteenstuk. 2. Rammekens. 3- Bergen op Zoom. 4. Lillo. 5. Den Haak. 6. Zierikzee. natuurlijke lichtinval van het vertrek. Bij de bo venbeschreven schikking is dat het geval. Met een raamwand op het oosten diende lichtval van uit het oosten of zuidoosten het uitgangspunt te zijn. Dit klopt voor Bergen op Zoom, dat e.en lichtval van links heeft, voor Lillo, dat een lichtval van links heeft, het schoorsteentapijt en Den Haak, die beide ook een lichtval van links heb ben, en voor Rammekens, dat een lichtval van rechts heeft3. Zelfs bij Zierikzee is een verband met de plaats te leggen: het opschrift is tamelijk Ligging van de balken ten opzichte van de wandindeling bij toepassing van volwaardige moerbalken tegen de eind- wanden. TRftVEEBREEtJTE 1=1 I SCHOORSTEEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 33