ZEEUWSE TAPIJTEN 73 voldoende om de tafels te verlichten8. Hier wordt vrijwel niets aan onze fantasie overgelaten! De visie van dr. Van Swigchem is ook niet wel houdbaar in het licht van een aantal documenten over de inrichting van de zaal bij ontvangsten in 1635, 1668 en 16729. In 1635 was er een ont vangst voor Amalia van Solms, de echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik. Kennelijk om de op luxe gestelde prinses te behagen, huurde men extra tapijten voor het behangen van de penan ten tussen de ramen10. Bij de introductie van Wil lem III als Eerste Edele in de Staten van Zeeland in 1668 gebeurde hetzelfde. De bronnen zijn nu nog duidelijker. De tapissier Johannes Porcellis meldt het ophangen van de zeeslach van de tapij ten op de grote zaal en ook het ophangen van stroken tapijt op de vier penanten". Een derde aanwijzing voor een vrije raamwand is een kwi tantie betreffende de ontvangst van stadhouder Willem III in 1672-1673. In verband met de oor logvoering werd de zaal de gehele winter voor ontvangst gereed gehouden. Nu werd 100 el extra tapijt gehuurd, dat mèt het tapijt Zierikzee precies voldoende oppervlak vormde om de ge hele raamwand af te dichten, een oplossing die kennelijk was bedoeld om gedurende het winter getij kou en tocht te weren. Uit het huren van ta pijt voor de penanten kan ook worden afgeleid, dat elders in de zaal geen kale wandvlakken voor verdere opluistering in aanmerking kwamen. Deze inrichting met vrije raamwand komt ook overeen met afbeeldingen uit de tijd zelf. In de Geschichtsblatter van Hogenberg, uitgegeven tus sen ca. 1572 en l6l8, komt een aantal afbeeldin gen van vertrekken met tapijten voor12. Steeds zijn daar de ramen vrij. Ook afbeeldingen uit de zeventiende eeuw geven steeds vrije raampartijen te zien13. Op grond van het bovenstaande meen ik dat de these van de verduisterde zaal niet kan stand houden tegen de bewijskracht van het beschik bare bronnenmateriaal, zowel de materiële gege vens als de archivalia. Ik eindig deze bijdrage met de hoop uit te spreken dat deze materie nog eens op een an dere wijze actueel zal worden, namelijk door ex positie van de tapijten in de zaal waarvoor zij zijn vervaardigd. Zij hangen nu, als zovele andere ta pijten, in een louter museale uitstalling. Indien zij in de oorspronkelijke ruimte en in de samenhang waarin zij zijn ontworpen zouden worden ge toond, zouden zij nog veel meer dan nu het geval is een monument van uitzonderlijke histori sche en kunsthistorische betekenis voor Zeeland vormen. Van Swigchem, C.A. van Ploos van Amstel, G. Zes unieke wandtapijten, Strijd op de Zeeuwse stromen 1572-1576. Zwolle, 1991. Noten 1. Jaarboek Oranje-Nassau Museum, 1987,92-128. 2. De opmetingstekeningen zijn gereproduceerd in zijn studie Restauratie aan het Abdijcomplex te Middelburg 1940-1971 ('s-Gravenhage, 1980), 78-81. 3. Wat de lichtval betreft, bevat Rammekens een inner lijke tegenstrijdigheid: de voorstelling heeft lichtval van rechts, het boord lichtval van links. Wellicht is dit een ge volg van het zonder meer kopiëren van het boord van Bergen op Zoom. 4. Ten einde het schoorsteenstuk binnen de cassette te doen vallen, zijn de middelste vakken breder gedacht, wat niet direct strookt met de basisverhoudingen van de zaal, die een stelsel van zuivere vierkanten mogelijk maken. 5. Een bijkomend verschil van inzicht betreft het aantal toegangen tot de zaal. De bronnen wijzen op één toe gangsdeur. In de acquitten wordt telkens gesproken over 'de saeldoore'. Bij ontvangsten in 1613 en 1620 posteerde men bij voorbeeld een bode bij de deur om het meene men van tafelzilver tegen te gaan. Het komt mij voor, dat men niet tot de bezwaarlijke deling van Den Haak was overgegaan indien een tweede deur beschikbaar zou zijn geweest. De verbouwing was er juist op gericht geweest, het doortochten vanuit de traptorens te voorkomen. 6. Bij het punt van de lichtval betrekt de auteur ook de windrichting (kompasrichting), c.q. kijkrichting. Dit lijkt mij een te ver gezocht criterium; zo sophisticated was de schil derkunst van die tijd nu ook weer niet. Het draagt overi gens weinig bij aan de gekozen oplossing. Bij Lillo en Zierikzee kan men uit twee windrichtingen kiezen, en bij Den Haak is de kijkrichting van noord naar zuid. 7. Voor de onderhavige periode heb ik dit materiaal ge heel doorgenomen. 8. Al het meubilair en de tafelattributen werden gehuurd. Voor het betrekkelijk incidentele gebruik was het voor de Staten niet lonend zelf tot aanschaf over te gaan. 9. Rijksarchief in Zeeland, Archief Rekenkamer C, nrs. 63, 130 en 140 acquitten, 10. De declaratie van de kamerbode Philip Stagniete luidt: Voor 't haelen van s'lants tapeijten wederom aff- hangen 1-12-6; Aen hure van tapijtswerck tot beclee- dinge tussen de vensters op de groote sael als bij rekeninge 4-11-8. 11. De relevante passage in de rekening van Johannes Porcellis luidt: 18 september op de Sael de Zeeslacb des lants tapijtten opgeangen met ons vijerpersoonen 1-13-4; noch gelevert 48 ellen tapijt tot vijer pijnanten op d'sael 1-4-0. 12. F. en A. Hogenberg, Geschichtsblatter. Facsimile-uit gave door F. Hellwig, Nördlingen, 1983- Men zie bij voor beeld de nummers 12 (afstand van Karei V), 118 (gevan- genname van Egmont en Hoorne) en 260 (moord op Willem van Oranje). 13. Bij voorbeeld het schilderij "Nachtliches Gastmahl" van Wolfgang Heimbach in het Kunsthistorisches Museum te Wenen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 35