ARCHEOLOGIE 77 zoek van oude begraafplaatsen in Zeeland heeft aan het licht gebracht, dat ook in het verleden zich een dergelijke verandering heeft voorge daan. Een in de vroege Middeleeuwen, voorna melijk langs de kust wonende langschedelige be volking werd na omstreeks de tiende eeuw overvleugeld door van de hoger gelegen zand gronden in het zuiden en oosten, vooral uit Vlaanderen afkomstige rondhoofdigen. Over de prehistorische mens in wat nu Zeeland heet, weten we wat skeletmateriaal betreft vrijwel niets. Aan de hand van archeologica valt te con cluderen dat de "relaties" met het zuiden veel groter zijn geweest dan met het noorden. Uit de eerste eeuwen na het begin van onze jaartelling dateren enkele nog niet nader onderzochte ske letten welke bij Aardenburg zijn gevonden. Een andere skeletvondst uit Aardenburg dateert blij kens de vondstomstandigheden uit de laat-Ro- meinse tijd (derde eeuw?) of uit de vroege Mid deleeuwen. Het skelet is afkomstig van een man van 30 a 40 jaar oud; hij lag met opgetrokken knieën begraven, een begraafwijze die uit noor delijke streken goed bekend is, maar onder meer ook in Rijswijk en Tongeren is aangetroffen. Be langrijker nog is de schedelvorm en de lichaams lengte van de man uit Aardenburg. De schedel is van bovenaf gezien zeer langwerpig (dolichoce- faal) en heeft een schedelindex van 68.37! (Op meting door mevrouw drs. B.J. Bazuin-Sira en mejuffrouw drs. A.S. Knip van het Instituut voor Antropobiologie, Rijksuniversiteit Utrecht; Ge meentelijke Archeologisch Museum Aardenburg 16-2-1968; opgraving R.O.B. 1967 o.l.v. J.A. Trimpe Burger.) De lichaamslengte van het Aar- denburgse "hurkskelet" is vrij groot. De gezamen lijke kenmerken van langhoofdigheid, de nor male tot grote lichaamslengte en de wijze van begraven wijzen op een herkomst uit het hoge noorden, uit Friesland of verder. Het is uit histori sche bronnen bekend dat in 276 n. Chr. en latei- de kuststreek te lijden had van barbaarse stam men uit dat hoge noorden. Het is goed mogelijk dat de langschedelige man uit Aardenburg tot een van die stammen heeft behoord en ter plekke is gesneuveld. Langschedeligen zijn in Zeeland vooral aange troffen in één van de vroeg-middeleeuwse be graafplaatsen die van de zeventiende tot in de twintigste eeuw op het strand tussen Domburg en Oostkapelle zijn blootgespoeld. De schedels, die op 17 mei 1940 door oorlogshandelingen ver loren zijn gegaan, waren gelukkig goed bestu deerd en uitvoerig beschreven door P.J.I. de Fre- mery en J.C. de Man. De B/L-index van de Domburgse schedels (23 ex.) varieerde van 71 tot 78; er waren een paar uitzonderingen met een index van 68.8 en 82.0. Het is niet bekend waar de vroeg-middeleeuwse bevolking van Walacria vandaan is gekomen; te denken valt toch weer Het skelet van een langschedelige man die 30 a 40 jaar oud moet zijn geweest toen hij met opgetrokken knieën werd begraven; datering uit de laat-Romeinse tijd of vroege Middeleeuwen. Het skelet werd in 1967 te Aarden burg opgegraven en is in oorspronkelijke houding overge bracht naar het Gemeentelijk Archeologisch Museum, waar het in de permanente opstelling van de Romeinse afdeling een plaats heeft gekregen. aan een noordelijke herkomst. Zeer vermeldens waard is ten slotte de vondst in 1991 van een skelet onder de in dat jaar ontdekte aarden ves tingwal van een negende-eeuwse burg in het centrum van het huidige Domburg. Het betreft het skelet van een vrij kleine, tengere, bejaarde vrouw, waarvan de schedel uitgesproken doli- chocefaal is. Deze vondst zal ongetwijfeld aan dacht krijgen in de Archeologische Kroniek van Zeeland over 1991 van de hand van drs. R.M. van Heeringen, provinciaal archeoloog Zeeland, welke in het Archief 1992 van het Zeeuws Ge nootschap zal verschijnen. Literatuur Encyclopedie van Zeelanddl. I, Middelburg, 1982, blz. 56- 57, trefwoord "Antropologie" (redactie P.J. van der Feen en J.A. Trimpe Burger). Bork-Feltkamp, A.J. van. "Anthropologica uit oude Zeeuwse begraafplaatsen". Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1965, 21-50. Feen, P.J. van der. "Twee mensenrassen in Zeeland, Een inleiding en literatuur-overzicht". Archief Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen 1965, 3-20. Huizinga, J. en Trimpe Burger, J.A. "Kerk, begraafplaats en bevolking van het in de 16e eeuw verlaten dorp Klaaskin- derkerke op Schouwen". Ber. R.O.B. 12-13, 1962-1963, blz. 559-570. Man, J.C. Craniologica et ethnographica Zelandica (her druk van artikelen 1885, 1889 en 1895), Rotterdam, 1944.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 39