ZEELAND IN BEELD 79 Opsporing verzocht: welk gebouw is dit? Aquarel van F.M. Beunke, z.j. (RAZ, Zei. 111., aanwinst 1991/49- 2). verondersteld, dat de tekeningen tussen ca. 1850 en ca. 1870 zijn vervaardigd. Door de minitieuze weergave van gebouwen en dorpsgezichten heb ben de tekeningen behalve hun artistieke waarde een historisch-topografische waarde. De schets boeken zijn dan ook een ware aanwinst voor de Zelandia Illustrata. Frederik Martin Beunke, de tekenaar van in ieder geval het merendeel der afbeeldingen in de ge schonken schetsboeken, behoorde tot de Middel burgse burgerij. Hij was gehuwd met Elizabeth Justina Zip. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Johannes Jacobus, Elizabeth Hubertha en Henri Eduard. De zoon Henri heeft bekend heid gekregen doordat hij onder het pseudoniem Heins de verhalenbundel "Walcherse schetsen en vertellingen" heeft geschreven. Frederik Maltin leidde eerst alleen en later samen met zijn zoon Johannes de firma "F.M. Beunke en zoon, kamerbehangers en in meube len". Het bedrijf was gevestigd in het pand Korte Delft F14. In 1862 kocht Beunke voor zichzelf het pand Rouaansekaai G 136 (nu nr. 39). Zijn zoon bleef in de zaak op de Korte Delft wonen. Beunke vervulde in zijn geboortestad Middelburg verschillende bestuurlijke functies, onder meer in het Burgerlijk Armbestuur te Middelburg, op de Kweekschool voor zeevaart te Leiden (subcom missie voor Middelburg), in de Maatschappij van visscherij en van gebouwen in grondbezit, ge naamd Nijverheidsvereeniging, en in de Middel- burgsche begrafenisvereeniging. In het seizoen 1834-1835 werd Beunke lid van de Middelburgse afdeling van cle Maatschappij V.W. Tot zijn dood bleef hij lid van dit genoot schap. Dit lidmaatschap is erg belangrijk geweest voor de ontwikkeling van Beunke's tekentalent. Hier ontmoette hij verschillende tekenaars en kunstschilders, te weten: J. van Ouwerkerk (1774- 1866), A. Krayensteyn (1793-1855), J.C. Gaal (1796-1866), A.G. van Prooyen (1796-1854), W. Pouwelsen (1801-1873), B.C. Koekkoek (1803- 1862), J.F. Schütz (1815-1888), J.W. Gerstehauer Zimmerman (1816-1887) en W.j. van de Berghe (1823-1901). Al deze kunstenaars waren voor lan gere of kortere tijd lid van de Middelburgse Afde ling van de Maatschappij V.W. De Maatschappij V.W. werd in 1806 te Amster dam opgericht door de toneelspeler Casper Vree- denburg en de bas-komiek en danser Jan van Well, en had tot doel "de deugd te beoefenen, menschlievendheid aan te kweeken en kunsten en wetenschappen te bevorderen". Waarschijnlijk staan de letters V.W. voor de initialen van de op richters. Op 20 september 1818 kwamen ten huize van Hendrik Krayensteyn, oud-lid van de Maatschappij V.W., te Middelburg veertien "kunst vrienden" bijeen met de bedoeling een afdeling Middelburg van de Maatschappij op te richten. Een maand later besloot de moedermaatschappij dit gezelschap als de Afdeling Middelburg te er kennen. Op 7 november 1818 installeerden twee Amsterdamse fraters (leden) de afdeling op plechtige wijze. Hendrik Krayensteyn werd de eerste voorzitter. De reeds voorlopig aangenomen leden werden geïnaugureerd. De afgevaardigden, zoals zij zichzelf noemden, namen hen de belofte van trouw aan de grondbeginselen af, en stelden hen in kennis van "het geheim". Het geheim was de zinspreuk V.W.. die elk jaar wisselde. Zo heeft V.W. onder andere gestaan voor Vragen doet Weten, Veredel Uw Werk en Vriendschap geleidt onze Wetenschap. Het geheim werd in 1884 op geheven. Het genootschap heette voortaan "Kunst en Wetenschap beoefenende Maatschappij V.W.", onder de zinspreuk "Vooruitgang door We tenschap". Rond 1900 is de Maatschappij opgehe ven. De Maatschappij was verdeeld in verschillende

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 41