HUIZINGA 47 boeren stoven bij het naderen van het monster, meters ver van den weg af, onder het slaken van luide verwenschingen". Bij de promotie van JanKees, zoals hij in de fami lie werd genoemd, vervaardigde Huizinga een fraaie promotieplaat, waarop de trotse bezitter in zijn vehikel zit en de kippen zoals gewoonlijk wegstuiven. Johan en Mary Huizinga's grootste belangstelling ging echter uit naar de jongere zuster van JanKees: Mary Vincen- tia (1877-1914). Met Pasen 1899 logeerde Mary op haar beurt in Groningen en in 1901 verloof den beiden zich op Toornvliet. Bij die gelegen heid werd in de tuin de bekende foto gemaakt. Een van Mary's liefhebberijen was het regisseren van kinderoperettes met kinderen uit de Middel burgse burgerij. Het bekendste voorbeeld daar van is het door Johan geschreven stuk Elidoor, in 1905 getoonzet door J. Cleuver en in datzelfde jaar uitgegeven. Van dit zeldzame boek is een exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek aanwe zig. Op 21 en 23 december 1901 werd deze ope rette opgevoerd in de Schouwburg te Middelburg als afscheidsvoorstelling van Mary Schorer. Johan Huizinga en Mary Schorer trouwden op 24 maart 1902 te Middelburg. Huizinga was toen nog do cent geschiedenis aan de HBS te Haarlem. In 1905 werd hij hoogleraar geschiedenis in zijn va derstad Groningen. In de jaren na hun huwelijk keerde het echtpaar bijna elke vakantie naar Toornvliet terug. Vanuit Toornvliet bezocht Huizinga met zijn echtgenote in juni 1902 de grote tentoonstelling in Brugge van Oudnederlandse schilderkunst, de zogenaamde Vlaamse Primitieven. In zijn herin neringen noemde Huizinga het bezoek aan deze expositie "een ondervinding van het hoogste ge wicht" (V.W. I, 32). In zijn correspondentie met André Jolles is er in de volgende jaren sprake van een studie te wijden aan de tijd van Jan van Eyck. Het uiteindelijke resultaat, Herfsttij der mid deleeuwer7, heeft evenzeer zijn oorsprong gevon den in de Brugse tentoonstelling van 1902 als in de befaamde ingeving, ontvangen tijdens de wan deling langs het Damsterdiep, "de late middel eeuwen niet als de aankondiging van het ko mende, maar als het afsterven van dat wat heengaat" te zien (V.W. I, 39). Minstens eenmaal werd op de fiets een tocht naar Brugge gemaakt: "Met Maiy ben ik nog over Sluis en Damme naar Brugge geweest, een buitengewoon aardige reis, ik heb Brugge nog nooit zoo goed gezien, als nu we er per fiets langs de kaden aankwamen" (B.W. I, [60]). Het betreft hier de tentoonstelling te Brugge over het Gulden Vlies, die Huizinga ook nog met zijn vriend, de schilder Jan Veth. heeft bezocht. Toen het echtpaar een groot huis buiten Groningen kocht, werd dit "Klein Toorn- Uit het fotoalbum, met Huizinga's eigen onderschrift: "Toe nou, poot". Foto: familie Huizinga. vliet" genaamd. Op het echte Toornvliet zat Hui zinga in 1911. gelijk bekend, met vele delen van de Bourgondische chroniqueur Froissart om te werken aan zijn grote boek. Het zeer gelukkige huwelijk van Johan Huizinga en Mary Schorer werd wreed verstoord toen zich bij haar een her sentumor openbaarde, waaraan zij op 21 juli 1914 overleed. Het voltooien van Herfsttij der middel eeuwenverschenen in 1919, was in zekere zin een verplichting aan de nagedachtenis van zijn vrouw, met wie Huizinga in 1902 de schilder kunst van Jan van Eyck en tijdgenoten in Brugge aanschouwde. Het rouwvignet, door Richard Ro land Holst ontworpen en afgebeeld in de eerste druk van Herfsttij, vormt de uiterlijke bevestiging van cle opdracht. Voor familie en vrienden Na het overlijden van Maiy Huizinga-Schorer ging Huizinga met de kinderen naar Toornvliet om er, zoals hij Pirenne schreef (B.W. I, [145]), de stilte en de herinneringen te zoeken, waaivan deze plaats, meer dan enige andere, overvol was. Het was eveneens vanaf Toornvliet, dat Huizinga in 1908 met Pirenne kennis maakte. Om zijn licht eens op te steken over Pirenne's onderwijs, maar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 5