48
HUIZING.
Uit het fotoalbum, met Huizinga's eigen onderschrift:
"Grootvaders horloge spreekt Groningsch".
Foto: familie Huizinga.
meer nog om kennis te maken met deze be
roemde geleerde, bracht Huizinga in april 1908
vanuit Toornvliet een bezoek aan Gent. Geza
menlijk brachten zij onder andere een bezoek
aan "Het Lam Gods", het beroemde retabel van
de gebroeders Van Eyck in de St. Baafskathe-
draal.
Na het overlijden van Mary Huizinga-Schorer
bleef Toornvliet voor het gezin Huizinga een ge
liefd vakantie-oord. Huizinga, de rol van vader en
moeder tegelijk waarnemend, maakte bij voor
beeld voor zijn kinderen een alleraardigst foto
boekje met de titel: "hoe de kinderen den zomer
1919 doorbrachten". Hij bedacht en schreef de
onderschriften bij de foto'tjes - ook bij de foto's
in het "volwassenenalbum". De verstandhouding
met de schoonfamilie bleef hartelijk. Toen Hui
zinga's schoonmoeder in 1927 overleed, bleek zij
het huis nagelaten te hebben aan haar zoon J.C.
Schorer en de kinderen Huizinga. Voor het finan
cieel beheer richtten Huizinga en zijn zwager een
vennootschap op, de "N.V. Maatschappij tot ex
ploitatie van Toornvliet". Voor de kinderen en
ook voor Huizinga zelf was Toornvliet een idylle:
de grote tuin in de veel grotere tuin die Walche
ren heette, de oude steden van Zeeland, het een
nog schitterender dan het ander.
Op Walcheren maakte Huizinga vele tekenin
gen, waarvan er enkele bewaard zijn gebleven:
de kaaskade te Vlissingen, een silhouet van Mid
delburg met de Lange Jan, een tekening van
Veere met de molen De Kat en het vlakke land
van Noord-Beveland. Bij uitzondering is er zelfs
een etsafdruk: een gezicht op Westkapelle. In
verband met de uitspraak van verscheidene
plaatsnamen op Walcheren is er een aardige
vraag van Huizinga aan mejuffrouw Ghijsen,
voorzitster van de Zeeuwse dialectcommissie: "Is
de uitspraak Soeburg, die men tegenwoordig ook
van de boeren hoort, in het dialect reeds oud, of
is zij uit de school onder de bevolking doorge
drongen, zooals b.v. de tuinbaas Oostkapelle
zegt, terwijl ik van mijn vrouw leerde, Oostkap-
pel te zeggen?" (17 december 1934, niet in B.W.).
Hoewel menige foto van Huizinga op Toornvliet
hem met een boek in zijn handen toont, zijn er
vele blijken van zwemmen, zonnen en luieren.
Otium sine litteris mors est, vrije tijd zonder boe
ken is als de dood: "Beste Kees", schreef Hui
zinga op 22 augustus 1923 van Toornvliet aan
Cornelis van Vollenhoven, "Van de drie weken,
die ik nu hier ben, heb ik twee volstrekt geluierd,
zelfs haast niet lezende, en één hard gewerkt"
(B.W. II, [499]).
Vele gasten werden uitgenodigd om naar
Toornvliet te komen. Zo verbleef het echtpaar Ri
chard Roland Holst en Henriëtte Roland Holst-
van der Schalk regelmatig op Toornvliet. Een
hoogtepunt in het gezelschapsleven was wel de
vergadering van de Gids-redactie op 18 septem
ber 1926. "Wat een uitgebreid gezelschap krijgen
jullie" - schreef Henriëtte Roland Holst kort tevo
ren - "de niet-redaktie overvleugelt bijna de re-
daktie; ze zou haast een staatsgreep kunnen uit
voeren en zich meester maken van de Gids"
(B.W. II, [673]). Of de Engelse Erasmuskenner RS.
Allen en de antropoloog B. Malinowski gehoor
hebben gegeven aan de uitnodiging om Toorn
vliet te bezoeken, is niet bekend. Wel werd het
buiten bezocht door enkele Amerikaanse kennis
sen en door de Italiaanse econoom en latere pre
sident Luigi Einaudi en zijn echtgenote. Bovenal
bleef Toornvliet een oord van vrije tijd voor het
gezinsleven. In 1935 maakte een belastingmaatre
gel een einde aan de langdurige vakanties: indien
men een buitenhuis slechts tien dagen per jaar
bewoonde - om het schoon te maken - kon men
een aanzienlijk bedrag aan belasting besparen.
De economische situatie in de crisisjaren nood
zaakte de familie kennelijk zich naar deze regel
te schikken, wat Huizinga zeer verdroot (zie B.W.
III, [1362]). Van de oorlogshandelingen heeft
Toornvliet, evenals geheel Walcheren, zwaar te
lijden gehad. In 1949 werd het huis verkocht aan
de gemeente en thans is het in bezit van Staats
bosbeheer.