96 DUINVEGETATIE OP SCHOUWEN vincie Zeeland. In de Verklikkerduinen heeft Staatsbosbeheer het maaiprogramma uitgebreid, hierbij geassisteerd door Rijkswaterstaat en door de Stichting Landschapverzorging Zeeland. Rijks waterstaat (dienstkring Deltakust) draagt zorg voor het verder uitkappen van een primaire, in middels geheel verzoete duinvallei (Buiten-Ver klikker); de Stichting Landschapsverzorging ver wijdert het struweel in een secundaire vallei (Binnen-Verklikker en Konijnencircus). Door het terugdringen van het struweel is het voor de vochtige valleivegetaties noodzakelijke minimum areaal niet slechts in droge maar ook in natte ja ren veilig gesteld. Verdere uitbreiding van het areaal staat op het programma. van een rijkere uitgangssituatie van het materiaal en verminderde humusvorming met name de ran den van de valleien ten opzichte van de valleibo dems aantoonbaar hogere gehaltes kalk bevatten Gelet op de grondwaterhuishouding zijn dit juist de plaatsen waar de waardevollere elementen van vochtige duinvalleien zich kunnen vestigen en handhaven. De valleibodems zijn over het al gemeen te nat. Het terugdringen van ruigte en struweel langs de rand van de valleien biedt dus perspectief. In de nieuw geplagde of gegraven gronden speelt niet alleen de afvoer van het organisch rijke materiaal ter voorkoming van verruiging een rol, maar ook het vervangen van de uitgeloogde Afb. 2: Begrazing van de Zee- peduinen door pony's. Hier door wordt de verruiging var. het duinlandschap tegenge gaan. Foto: J. Beijersbergen. Ontwikkelingskansen voor duinvalleivegetaties Na de verwijdering van de vegetatie door maaien en kappen, alsook het afplaggen van de humus- laag tot het schone zand, speelt in een aantal val leien het probleem van verruiging als gevolg van een zeer hoog gehalte organische stof niet langer een dominante rol. Uit grondwaterkwaliteitsme tingen in de periode 1978-1988 blijkt, dat in de nutriëntenhuishouding geen wezenlijke verande ringen zijn opgetreden. In de kalkarme duinval leien zijn waarschijnlijk bodemparameters als kalkgehalte en pH in samenhang met de grond waterhuishouding veel beslissender voor de ont wikkelingskansen van duinvalleivegetaties. Hier bij is van belang, dat nog voldoende kalk in de bodem aanwezig is, dan wel kalkrijk grondwater wordt aangevoerd, waardoor verzuring wordt voorkomen. De valleien in het Zeepe en de Verklikkerdui nen blijken ondanks het feit dat lage kalkgehal- ten regelmatig voorkomen, voldoende gebufferd tegen verzuring. Daarbij blijkt dat ten gevolge bovenste laag door kalkhoudender materiaal Vooral in de drogere valleien (Stofzaadvallei. Oude Eendenkooi en een deel van de Wulpen vallei) biedt daarom plaggen c.q. verlagen van het maaiveld perspectief. Vergelijkbaar - al is dit een natuurlijker proces - is de situatie bij verstui ving. In de zich ontwikkelende uitblazingsval- leien in het Zeepe vindt uitstuiving tot op het grondwater plaats. Het grondwater bevindt zich daar op een lager niveau dan vijftig jaar geleden, toen de verstuivingen werden vastgelegd. De re cente verstuivingen kunnen daarom tot op een dieper niveau plaatsvinden. Het blijkt dat met het wegblazen van het uitgeloogde zand opnieuw kalkhoudend materiaal aan de oppervlakte komt. Dat is een prima vooruitzicht voor een waarde volle vegetatie-ontwikkeling. Eens te meer blijkt tevens het doorslaggevende belang van natuur lijke verjonging voor de vitaliteit van de vegeta ties van vochtige duinvalleien, met name in het kalkarme duin. Bij koppeling van de hier nader beschouwde standplaatsfactoren aan de vegetaties van voch-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 14