SIGNALEMENTEN
121
Walacria, een kroniek van Walcheren, deel 4.
Stichting Natuur- en Recreatie-informatie, Middel
burg, 1992. Inhoud: Vos, A. en J.H. Sinke, De sy
nagoge van Middelburg; Vloten, F. van, Hoog en
chtig; Teunis, B., Tussen Boulevard en Voorha-
snsluis; Heeringen, R.M. van, De ontdekking
an de 'duinburcht' van Domburg; Hesselink,
H.G., Herinneringen aan het tramvervoer op Wal
meren; Broerse, P., Beiaardklanken over Walche-
en; Schepman, J.T.H.C., Een excursie langs Wal-
cherse zonnewijzers.
Het vierde jaarboek van Walacria bevat tal van
ardige geschiedkundige verhalen over het Wal-
cherse verleden welke de beperktheid van het ei
nd te boven gaan. Dit maakt Walacria tot een
p rettig leesbare Zeeuwse kroniek; de lezer wordt
1 iet door blinde liefde voor het eigene of eng na
velstaren gehinderd. In het artikel over de Joodse
synagoge in Middelburg leggen de auteurs ver
banden met de ontwikkelingen in Amsterdam en
-Gravenhage - hoe kan het ook anders met het
idendom in Nederland - en ik lees met genoe
gen over de ontwikkelingen van de sjoel achter
de Sint Janstraat. Een aardig detail is de beschrij
ving van de (algemeen toegepaste) U-vormige
dakconstructie; het dak had namelijk deze vorm
pdat het geen kruis boven het centrum zou vor
men.
De geschiedenis van het badhotel in Domburg
is een verhaal van vergane glorie, van elitair toe-
sme en van de opkomst na de Tweede Wereld
oorlog van massaal appartementen-toerisme.
Doordat de auteur de lijn naar de huidige ont
wikkelingen heeft doorgetrokken, krijgt de be-
chrijving van de bloeiperiode van het badhotel
meer reliëf. Het is jammer dat het onlangs door
>rand veiwoeste badhotel niet enkele weken eer
der is afgebrand. Dan had Francisca van Vloten
net hotel in haar artikel nog ten grave kunnen
dragen.
Associatief, nostalgisch en meeslepend is het
ijdbeeld dat Bert Teunis schetst van Vlissingen
ussen boulevard en voorhavensluis. Zijn herinne-
ingen, gekleurd door de romantiek van de jeugd
■n geselecteerd door de leefwereld van een kind,
;even een prachtig, levend, maar uiteraard een-
ijdig beeld van Vlissingen, een beeld dat onver
vangbaar is, omdat het berust op de unieke bele-
ing van één persoon. Alleen al hierom is
Walacria dit jaar de moeite waard.
Tot slot wordt in Walacria aandacht besteed
an de duinburcht van Domburg, het tramvervoer
<p Walcheren, de verschillende carillons en de
beiaardier die 's zomers de klokken laat klinken,
dsook aan de diverse soorten zonnewijzers,
waarvan de juiste aflezing wordt behandeld.
JLK
Aarts' letterkundige almanak voor het Bet je Wolff-
jaar 1988 en het Aagje Deken-jaar 1991. Onder
redactie van Dick Welsink en Willy Tibergien. C.J.
Aarts, Amsterdam, 1991. 144 blz. 19,91-
De inhaalalmanak van uitgever Aarts, die na acht
jaargangen van het toneel dreigde te verdwijnen,
heeft het gat dat na 1987 was gevallen op inge
nieuze wijze overbrugd door het onafscheidelijke
duo Betje Wolff en Aagje Deken samen te geden
ken. Rondom de herdenkingsjaren van Betje
Wolff (250 jaar geleden geboren in 1988) en
Aagje Deken (250 jaar geleden geboren in 1991)
is een aantal bijdragen gegroepeerd. P.J. Buijn-
sters schrijft over 'Het 'satirieke vuur': Betje Wolff
als pamflettiste'; Bert Paasman over 'Betje Wolff,
slavernij en vrijheid'; Wies Roosenschoon over
'Betje Wolff en Coosje Busken: een hartsvriend
schap' (eerder gepubliceerd in een uitgave in de
Slib-reeks); Marita Mathijsen over 'Aan een schrijf
ster na een gesprek over uitgevers en recensen
ten'; A.J. Hanou over 'Een voorbeeld voor Multa-
tuli' en Meta Bison over 'Het 'kluisje' van Betje
Wolff en Aagje Deken'. Een lijst publikaties over
de beide dames uit de jaren 1979-1991 besluit het
Wolff-Deken-gedeelte van de almanak. In het Ju
bilea-onderdeel wordt aandacht besteed aan Ju
liana Cornelia de Lannoy, Vicki Baum, A.M. de
Jong en Alie Smeding.
PJV
Piet Visser. Selectieve bibliografie van publicaties
met betrekking tot de geschiedenis van het doper-
dom in de Nederlanden verschenen tussen 1975
en 1990. Doopsgezinde Historische Kring, Am
sterdam, 1991- Aanhangsel bij Doopsgezinde Bij
dragen 17 (1991). 101 blz.
Piet Visser, die met zijn proefschrift uit 1988 over
de doopsgezinde publicisten Dierick en Jan Phi-
lipsz Schabaelje de wetenschap reeds grote
diensten heeft bewezen, heeft nu als aanhangsel
bij de Doopsgezinde Bijdragen van 1991 een bi
bliografie over het Nederlandse doperdom gepu
bliceerd. Ook met betrekking tot Zeeuwse do
perse families blijkt in de jaren 1975-1990
gepubliceerd te zijn. Genoemd worden artikelen
en boeken van A.L.E. Verheyden over 'De Noord-
vlaamse broederschap binnen de Zeeuwse in-