MEDEDELINGEN VAN HET KONINKLIJK ZEEUWSCH
GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN
123
GENOOTSCHAPSCOLLEGES 1992-1993
De Genootschapscolleges, die het Zeeuws Ge
nootschap over de periode september 1992 tot en
met februari 1993 organiseert, zijn gewijd aan on
derwerpen uit de kunstgeschiedenis, de sociale
ilosofie en genenonderzoekkundige biotechnolo
gie. De colleges bestaan uit drie series. In elke
serie wordt één thema centraal gesteld. De colle
ges zijn voor iedereen toegankelijk.
Programma
SERIE I
kunstgeschiedenis: Wegen tot abstractie
Iet grootste avontuur waar de kunstenaars van
onze eeuw zich in gewaagd hebben, is de ver-
:enning van de abstractie. Er was durf voor no
dig om de kunst los te maken van zijn eeuwen
lang geaccepteerde functie als spiegel van de
tastbare werkelijkheid. Het verkennen van de
mogelijkheden die ontstaan als een kunstwerk
niet meer iets hoeft voor te stellen maar zelfstan
dig drager van gevoelens wordt, is door enkelin
gen en groepen samenwerkende kunstenaars
reel uiteenlopend uitgevoerd. Er moest een
nieuwe beeldentaal worden ontwikkeld waarmee
men zich kon uiten, en het publiek moest de be
doeling leren lezen en begrijpen.
In vier lezingen zal drs. C. Portheine-Caudri
deze ontwikkeling in kaart brengen. Hierbij zul
len verschillende, zich parallel ontwikkelende
wegen tot abstractie worden belicht.
Nummer 1: 18 september 1992
Deze lezing is een zoeken naar wortels in het ne-
gentiende-eeuwse impressionisme. In het impres
sionisme komt het individuele in de waarneming
voor het eerst centraal te staan: ons beeld van
een voorwerp wordt bepaald door de toeval van
het moment, de beweging en de belichting. Het
expressionisme in het begin van de twintigste
eeuw voegt er het belang van de emotie, die
waarneming beïnvloedt, aan toe. Zo wordt de
tastbare werkelijkheid van secundair belang, en
krijgt kunst een nieuwe vrijheid om kleur en lijn
zelfstandig te laten spreken.
Nummer 2: 25 september 1992
In de tweede lezing wordt de voortgang van
deze lijn gevolgd. Gestimuleerd door het surre
alisme, dat de stelling verdedigt dat de ware
creativiteit uit het onderbewustzijn voortkomt,
iomen schilders in Amerika tot het abstract
expressionisme. Spontaan kleurgebruik en een
persoonlijk handschrift van de kunstenaar geven
dan inhoud aan het schilderij.
Nummer 3: 2 oktober 1992
De derde lezing houdt zich bezig met een heel
andere lijn van ontwikkeling: de rationele, analy
tische benadering. In navolging van de theorie
van Cézanne is vooral het cubisme begonnen
met zoeken naar structuren, die in zelfstandige
composities werden uitgewerkt. Het ontstaan en
de gevolgen van deze stroming, met name de sa
menwerking tussen Braque en Picasso, staan
hierbij centraal.
Nummer 4: 9 oktober 1992
De vierde lezing volgt de verdere groei naar ana
lytische geometrische abstractie. De invloed van
Mondriaan en de Stijl is tot op heden aantoon
baar in Europa en de Verenigde Staten. De grote
kleurvelden van Amerikaanse hard edge-schilders
als Ellsworth Kelly en Barnett Newman zijn niet
alleen uiting van emotie van de kunstenaar, zij
zijn zelf dragers van creatieve spanning. Dit
maakt het kijken naar abstracte kunst, en het mij
meren over hoe en waarom tot een spannende
bezigheid.
SERIE II
Sociale filosofie: Verandering van waarden
Er wordt tegenwoordig veel geklaagd over norm
vervaging en het verlies van traditionele waarden.
Wat is daarvan waar, en wat zouden de oorzaken
van deze ontwikkeling zijn? Is er wellicht uitzicht
op verbetering?
In een cyclus van vier lezingen zullen enkele as
pecten van deze problematiek worden behan
deld. Deze colleges worden gegeven door prof.
dr. J.M.M. de Valk.
Achtereenvolgens zullen aan de orde komen:
Nummer 5: 13 november 1992
Verschuivingen in het waardenpatroon
Nummer 6: 20 november 1992
De secularisatie
Nummer 7: 27 november 1992
Het nationalisme als pseudo-religie
Nummer 8: 4 december 1992
De verwetenschappelijking van het leven
Aan het slot van de cyclus zal een syllabus van
de inleidingen worden verstrekt, die ook litera
tuur voor verdere studie zal aangeven.