88 UITGEVERSBEDRIJF VAN DE VENNE gen van het Huys van Nassau' had bezorgd; het jaar daarop ging het om ruim 131 ponden voor 'de leveringe van eenetwintich caertgens, geinti- tuleert verthooninge van den Elendigen Staet van deze Landen onder de Tyrannie van den Hertog van Alve'. Vanaf 1620 publiceerde Jan Pietersz. de door Adriaen geïllustreerde werken van Cats, die aan vankelijk nog bij Van der Hellen werden gedrukt. Zo verscheen in 1620 Cats' Self-stryt (met octrooi voor vier jaar), een bundel die reeds in 1621 nog herhaaldelijk diende te worden herdrukt. De vol gende jaren werd ook Cats' Tooneel van de man- nelicke achtbaerheyt meer dan eens herdrukt. In 1621 verscheen De Brunes Grond-steenen Van een vaste Regieringe. Via Cats kreeg Van de Venne ook het literaire debuut van Huygens in handen: het Voorhout en 't Costlick mal. De laat ste werken werden nog in 1622 gedrukt en reeds in 1623 herdrukt. In die jaren onderhield het boekbedrijf van de Van de Vennes nauwe contacten met Engeland en de daar huizende Nederlandse gemeente. Jan Pietersz. schreef lofdichten voor twee van Meuse- voets vertalingen van Perkins' werk en publi ceerde daarnaast bundels van auteurs uit die kringen. Uit 1623 is een brief bewaard gebleven waarin de Middelburger Joh. Radermacher jr. als tussenpersoon tussen de Nederlandse koopman- dichter in Londen, Jacob Cool, en de Middel burgse drukkerij blijkt te fungeren. Hierin schreef Radermacher aan Cool dat hij aan de drukker Jan Pietersz. van de Venne Cools Tractaetgen vande Doot had doorgespeeld 'om aent werck te vallen'. Inderdaad verscheen bij Van de Venne in 1624 het bundeltje Van de doot een ware beschryvinge end tegen de doot een goede bereydinge. In zijn vooiwoord nam Jan zich voor om 'corts noch ee- nighe meer treffelijcke konstighe wercken der Gemeynte te behandighen, die aireede inden druck aengeleght zijn, de welcke by alle kunst- gunstighe met verwonderinghe sullen aenghesien worden'. Door zijn vroege dood in de begin maanden van 1625 heeft hij zijn voornemen niet kunnen uitvoeren. Wel verscheen in 1626 bij Jans weduwe de tweede druk van Cools Paraphrasis van den CIII. psalm, die reeds eerder (in 1618?) bij Jan Pietersz. was uitgegeven. In het licht van het bovenstaande lijkt het clan ook aan nemelijk, dat Jan Pietersz. via zijn contacten met de Nederlandse gemeente in Londen in 1624 de tekst van de Oratie van de Britse koning in han den had gekregen: in het pamflet werd immers gewag gemaakt van een 'sekeren brieff gheschre- ven in Londen door een Patriot', die samen met de tekst van de Oratie was verzonden. Aan het succesvolle uitgeverswerk van de Van de Vennes kwam door de dood van Jan Pietersz. in de lente van 1625 abrupt een einde. In de Mid delburgse drukkerij stond toen de eerste en bij zonder prestigieuze editie van Cats' Houwelyck (het octrooi van 22 maart 1625 heeft het over 'groot ende nieuw Poëtisch werck') op stapel en was reeds zo goed als afgewerkt. De gebroeders Van de Venne waren er trouwens reeds geruime tijd mee bezig geweest: al in 1622 had Adriaen ontwerpen voor illustraties in de bundel vervaar digd en ook uit zijn voorwoord blijkt dat een lange geschiedenis daaraan was voorafgegaan. Het werk verscheen nog in de loop van 1625 en

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 6