SEDIMENTATIE IN DE DELTAWATEREN
waar overwegend aan het sediment gebonden,
maar wordt in meer of mindere mate opgenomen
door organismen. De concentraties in de verschil
lende soorten zijn afhankelijk van hun levens
wijze en andere specifieke eigenschappen. De
ene soort zal ook meer te lijden hebben van be
paalde verontreinigingen dan de andere.
Uit onderzoek blijkt duidelijk, dat bij een be
paalde soort de concentraties van verontreinigde
-toffen per individu in sterk vervuilde gebieden
als de Biesbosch en het Verdronken Land van
Saeftinghe veel hoger zijn dan in minder veront
reinigde gebieden. Een voorbeeld wordt gegeven
in tabel 1, die het gehalte aan cadmium in drie
hoeksmosselen in het stroomgebied van de Rijn
aangeeft.
gevolg van de sanering van de Rijn de concentra
ties bij Lobith sterk afgenomen, maar ten gevolge
van de accumulatie was het Haringvliet toch nog
vuiler geworden.
Een tweede voorbeeld betreft het cadmiumge-
halte in de gewone mossel in de Oosterschelde
en de Westerschelde (tabel 2).
Hansweert
Terneuzen
Vlissingen
Oosterschelde
1980
80
48
4.6
2.3
1985
6.5
5.2
1.1
0.4
1976-1977
1985
Lobith
75
5.3
Moerdijk
35
1.8
Haringvlietbrug
7
2.0
Haringvlietsluizen
6
7.5
Tabel 1: Cadmiumgehalte in mg/kg in driehoeks
mosselen op verschillende plaatsen in het Rijn
stroomgebied.
Uit de tabel blijkt de sterke concentratie in de ja
ren 1976-1977 bij Lobith en Moerdijk. In het Ha
ringvliet was de grote verontreiniging op dat mo
ment nog niet doorgedrongen. In 1985 waren als
Tabel 2: Cadmiumgehalte in mg/kg in mosselen
op verschillende plaatsen in de Westerschelde en
in de Oosterschelde.
Uit tabel 2 blijken drie dingen: mosselen uit het
westelijk deel van de Westerschelde zijn veel
schoner dan die uit het oostelijk deel, de sanering
heeft ook hier duidelijk een positieve invloed ge
had, en de Oosterschelde is onmiskenbaar de
schoonste van alle Deltawateren.
Nu zegt de concentratie van verontreiniging in
een organisme nog weinig over de effecten op
dat organisme. Deze hangen enerzijds af van de
leefwijze van de soort en anderzijds van de ei
genschappen van zijn milieu. Het verband tussen
Afb. 3: Biezenveld in de winter bij de Korendijkse slikken. Foto: J. Kuijpers.